Wanneer de wulp z’n klarinet laat klinken
Heituters zijn met hun speelse vluchten en jodelend geroep de herauten van het voorjaar
Vanaf Noordeinde kronkelt de Kamperdijk, die eens de Zuiderzee bedwong, langs het Drontermeer naar Elburg. Oostelijk ervan ligt de polder Oosterwolde, een prachtig weidegebied. Aan tientallen landhekken hangt een bord van Staatsbosbeheer: Natuurgebied. De weidevogels worden hier goed beschermd. Kieviten rusten in koppels van honderden. Geregeld vliegt de hele meute op, onder blij geroep. De ganzen zijn nog niet vertrokken naar hun broedgebieden in het hoge Noorden. Er is volop vogelvertier in de polder.
Het belooft een zonnige dag te worden. Een veldleeuwerik begroet de dagkoningin met vrolijk getierelier. We stoppen bij een landhek. Daarachter ligt een ruig terrein. Overjarig riet en uit elkaar gewaaide bloeicilinders van lisdodden verraden dat er water is. De weidevogels laten zich horen door het klagend geroep van de kieviten, het ijle gefluit van de tureluurs en het herhaalde ”wieto-wieto” van de grutto’s.
Ertussendoor laat de wulp z’n klarinet klinken: ”koe…liep, koe…liep”. Soms zit er in die roep een daling: ”koe…oe…liep”. Dan klinkt de tweede lettergreep een toon lager. Bij een sloot staan twee van die forse vogels, met hun opvallend lange, omlaaggebogen snavel. Ze dribbelen onrustig om elkaar heen, vliegen plotseling op en jagen achter elkaar aan. Meteen klinkt weer hun langgerekte, melodieuze geroep. Het galmt boven de andere geluiden uit. Even later lopen ze weer, schijnbaar onverschillig voor elkaar, langs de sloot.
Jodelaars
Ik schreef lang geleden: „De roep van de wulp is altijd even mooi, welluidend en ver dragend. Wie er gevoelig voor is, wordt erdoor beïnvloed. Er komen in het vroege voorjaar vanzelfsprekend andere factoren bij. De winter is voorbij, de dagen zijn heerlijk lang en licht, de zon is in kracht toegenomen en overal is het nieuwe leven merkbaar. Het is juist dat tintelende en verwachtingsvolle, dat door allerlei eerste boden van de lente in de flora en de fauna wordt aangekondigd. En vooral ook de rust en de stilte, op de plaatsen waar de wulp z’n broedplek kiest”.
Tussen al dat ontwakende leven neemt deze jodelaar, als een echte heraut, die zonder reserve zijn prachtige fluit laat klinken, een aparte plaats in. In de paartijd doen de wulpen anders dan gewoonlijk. Het mannetje moet op het vrouwtje indruk maken. Ook nu begint dat spel. De twee vogels trekken zich van ons blijkbaar niets aan. Een van het paar neemt het initiatief Dat is het mannetje, herkenbaar aan de snavel, die enkele centimeters korter is dan die van het vrouwtje. Daardoor zijn de geslachten van elkaar te onderscheiden.
Baltsvluchten
De verliefde wulp zwaait z’n kromme snavel heen en weer alsof hij aan het grasmaaien is. Hij loopt in elkaar gedoken om het vrouwtje heen. Het boeiende spel maakt helaas alleen indruk op ons, want zij laat hem in de steek en gaat een paar meter verder ijverig aan het pikken, alsof ze alleen in het weiland is. De aansteller bij de slootrand probeert haar toch te imponeren; hij gaat nog even door met zijn opvallend gedrag.
Ook wulpenliefde blijkt blind te zijn. Of toch niet? Zij vliegt plotseling luid joelend op, alsof ze hem uitlacht. Hij gaat haar meteen achterna. Samen houden ze hun mooie, golvende glijvluchten, soms snel omhoog, dan weer met gespreide vleugels met een grote boog omlaag. En zo maar door, soms ver bij ons vandaan, dan weer vlak voor of boven ons. Heel sierlijk en uiterst behendig.
Tijdens die baltsvluchten laat het mannetje een ander geluid horen. Dat klinkt volgens Thieme’s Handboek als ”toe-i toe-i troe-hi truu-ih… truu-ih… trruu-ih… trrruuu-ih”. Ik weet dat die nuchtere letters het geluid niet kunnen weergeven. Toch is die omschrijving vrij goed. Er is maar één mogelijkheid om te ervaren hoe mooi die wulpenroep is: de vogel op een heerlijke lentemorgen gaan beluisteren. In het voorjaar is er volop gelegenheid voor, want dan laten ze zich ook later op de dag horen.
Rijk crescendo
Inmiddels is de zon hoger geklommen en heerlijk warm. De wulpen hebben een pauze ingelast en staan zich rustig te pluizen. Ze hebben tijdelijk voor elkaar geen belangstelling meer. Ze lopen ijverig te pikken. Hun rust duurt echter niet lang. Opeens gooien ze zich met een sprongetje de lucht in. Opnieuw begint al jodelend een serie boeiende baltsvluchten. Omhoog, omlaag, tot ver richting Kampen en dan in een lange glijvlucht terug. Weer strijken ze ver bij elkaar vandaan neer. Na het landen houden ze hun vleugels even naar boven gestrekt, alsof ze zich nog eens op hun mooist willen laten bewonderen. En weer klinkt het jodelende geroep.
Ik lees van dat heerlijke voorjaarsspel in ”Vogels van West-Europa: „In deze tijd is de zang van de wulp, met zijn rijk crescendo van tonen, op zijn fraaist te horen. Als het mannetje steil en met snelle vleugelslag de lucht ingaat, begint de zang met lage noten, waarna toon en tempo hoger worden; dan sterft het lied weer af terwijl de vogel met sidderende vleugels sierlijk naar omlaag glijdt”.
Heituter
De wulp heeft een reeks volksnamen: muzikant, waterwulp, regenfluiter, bergfluiter en heituter. In de broedtijd is hij een echte vogel van de duinen, waar hij graag zijn nest maakt. Maar hij broedt ook in de hoogveengebieden, waar hij lage hei met vennetjes en natte gedeelten uitzoekt. Het bruingeel met donkerder vlekken van hun veren blijkt daar tussen de dorre vegetatie een uitstekende schutkleur te zijn. De laatste tijd komt hij steeds vaker en in groeiend aantal in de weidegebieden voor.
Na de broedtijd gaan de wulpen naar de kust. Later in het jaar vinden er allerlei plaatsverschuivingen plaats en in de herfst passeren ons land veel doortrekkers, die tot aan de Middellandse Zee of naar het zuiden van Afrika, Kaapland of Madagaskar gaan. Er blijven er ook veel bij ons als wintergast, vooral op de Wadden en in het Deltagebied. Maar als de vorst invalt, verdwijnen ze snel naar mildere oorden.
De wulpenroep brengt onrust in het bloed van mensen die belangstelling hebben voor alles wat de natuur te bieden heeft. Vooral vroeg in het jaar, als die vogels ’s avonds laat heel hoog, onder een heldere sterrenhemel, zich voortreppen naar hun broedgebieden. Als dan vanuit de hemelkoepel hun weemoedige roep klinkt: ”koe…liep koe…oe…liep”, dan wordt men gelokt naar de plaatsen waar ze hun bruiloft houden. Waar de veldleeuweriken al wekenlang zingen boven de hei of de wei, met luchten die in geen andere tijd van het jaar zo blauw zijn. Met wolkenstapels in nooit eindigende formaties en vormenwisseling. Met de stilte, als alleen de wind en de vogels geluiden maken.
Verwenst
In die tijd wordt men aan de rand van de wei of de hei al begroet met het jodelende geroep van de wulpen, want die vogels zijn erg waakzaam en laten niemand onaangekondigd in hun gebied komen. Daarom schreef Thijsse eens: „Wat heb ik die wulpen dikwijls verwenscht, maar wat houd ik veel van ze. Verwenscht, omdat ik geen voet in de verboden duinen kan zetten, of ze vliegen luidkeels roepend hoog in de lucht om mij heen, zoodat de koddebeiers merken, dat er onraad is en dan moet ik, om niet gesnapt te worden, doodstil gaan liggen achter een berberis of onder een krom gewaaid dennetje”.
Ook de bekende Veluwe-kenner A. B. Wigman schreef enthousiast over de fluiter van de heide. „Dat is de wulp of heituter, een beest waarvan ik bijzonder veel houd, omdat hij door allerlei dingen weet te imponeren. Alleen reeds in houding en gang weet de wulp een zekere distinctie te leggen. Hij houdt daarin ongeveer het midden tusschen een reiger en een tureluur, doch wanneer hij zich wat meer moet haasten, beweegt hij niet, zooals die vogels, zijn pooten sneller, doch maakt hij grootere passen, waardoor hij even hard opschiet, maar waardoor hij aan deftigheid niets inboet”.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 maart 1997
Reformatorisch Dagblad | 32 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 maart 1997
Reformatorisch Dagblad | 32 Pagina's