Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een gat in het trottoir, een auto op de stoep

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een gat in het trottoir, een auto op de stoep

„Kwaliteit van wandelroutes naar winkelcentra kan aanmerkelijk worden verbeterd”

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

„Kijk, hier heb je weer zoiets”, zegt Rob Methorst van de Voetgangersvereniging. Bij de kruising van de Kalvermarkt en het Spui is een medewerker van de gemeente bij een verkeerslicht aan het graven geweest. Geïrriteerd wijst Methorst op een hoop zand op het trottoir. Kabels steken uit een gat dat precies op de route ligt waar voetgangers moeten oversteken, een schop ligt er nonchalant naast. Toch maakt het de voetgangers blijkbaar weinig uit. Ze doen gewoon even een stapje opzij. Waar maakt Methorst zich druk over?

„De meeste mensen kan het niks schelen. Ze hebben et begrip voor dat er gewerkt moet worden en als je ze er later naar vraagt, zullen ze zich niet eens herinneren dat ze voor een hoop zand een paar stappen opzij hebben gedaan. Dat komt doordat het zo gewoon is”, zegt Methorst. „Het effect van het gewone is dat er geen aandacht voor is. Toch is het feit dat er zomaar een gat in het trottoir is gegraven en er niks gedaan is om het netjes af te zetten, een teken van weinig kwaliteit. Voor de zwakken in het verkeer, de slechtzienden en de mensen die slecht ter been zijn, is het zelfs een regelrecht gevaar”.

Hekwerken

We waren al meer tegengekomen, op de route van het Centraal Station naar de Haagse binnenstad. Overblijfsels van omgezaagde bomen, kapotte stoeptegels, auto’s die op het trottoir geparkeerd stonden, reclameborden, scheefgezakte hekwerken op plaatsen waar gebouwd wordt. Heel wat, als je er even speciaal op let of als je met Rob Methorst meewandelt. Als voetganger moet je nogal eens een stap opzij doen.

De Voetgangersvereniging wist al langer dat er met de zogenaamde winkelroutes het nodige mis was. Vorige maand heeft ze een rapport uitgebracht waarin het zwart op wit staat, onderbouwd door cijfers van degelijk onderzoek. Conclusie: de routes die voetgangers naar winkelcentra volgen, kunnen aanmerkelijk worden verbeterd.

Naar de winkel

Even naar de winkel gaan: het klinkt zo simpel. Uit het rapport van de Voetgangersvereniging blijkt dat er heel wat mensen zijn cue er problemen mee hebben. Bijvoorbeeld vanwege gevaarlijke kruisingen op de route, vanwege weinig beschutting tegen wind en regen of vanwege het feit dat de winkels net te ver zijn. Snel even de fiets pakken is voor sommigen alleen vanzelfsprekend als de afstand niet groter is dan een kilometer.

Is het verder weg, dan moet men met de bus. Zo’n 30 procent van de mensen heeft moeite met „even naar de winkel gaan”. Dat zijn ouderen, kinderen, mensen die moeilijk ter been zijn, slecht zien of zo weinig inkomen hebben dat een kaartje voor de bus al een grote uitgave is.

„Daar hoor je weinig van, omdat mensen in de huidige maatschappij er niet graag voor uit willen komen dat ze tot de zwakkeren behoren”, zegt Methorst. „Je moet tegenwoordig sterk, zelfstandig, krachtig zijn. Wie durft er ronduit toe te geven dat hij een heel laag inkomen heeft of moeite heeft met het fietsen van wat langere afstanden?”

Zeer lastig

Als er rechtstreeks naar wordt gevraagd, komen de problemen toch boven. Uit het onderzoek van de Voetgangersvereniging blijkt dat mensen een op de drie oversteekplaatsen die ze op weg naar de winkel tegenkomen, als tamelijk lastig of zelfs zeer lastig ervaren. En 7 procent van de ondervraagden in het onderzoek geeft aan dat ze de winkelroute zo slecht vinden dat dit hun gedrag beïnvloedt: ze kiezen dan voor een ander vervoermiddel, een andere route of trekken er extra tijd voor uit. Van ouderen in Voorburg is bekend dat ze liever met de bus naar Leidschenhage gingen om boodschappen te doen dan te voet naar de Voorburgse Julianalaan. Die Julianalaan mocht dan veel dichter bij zijn, het oversteken van vierstrookswegen vonden de meesten te lastig en gevaarlijk.

De afstand tot de winkels wordt steeds groter, want de kleine buurtwinkels verdwijnen. Daarvoor in de plaats komen megastores aan de rand van de steden, die wel erg veel bieden, maar voor mensen zonder auto moeilijk te bereiken zijn. Door de individualisering van de maatschappij zal deze ontwikkeling volgens de Voetgangersvereniging alleen nog maar toenemen. Met andere woorden: het probleem van de winkelroutes wordt steeds groter.

Auto gaat voor

Wat moet er volgens de Voetgangersvereniging gebeuren? De overheid moet meer vanuit de positie van voetgangers gaan denken. Tot nu toe is er te veel vanuit de auto gedacht. Daarvoor werden allerlei voorzieningen aangelegd en de rest werd erbij aangepast. De auto heeft nog steeds prioriteit.

Op een van de oversteekplaatsen op het Spui kan Rob Methorst dat meteen aantonen. We staan met een groepje van zeker tien mensen nogal lang te wachten voor het rode licht, terwijl over de rijweg drie auto’s rustig door kunnen rijden. Voor voetgangers is het licht verhoudingsgewijs kort groen en ze moeten lang wachten. Sommige mensen duurt dat te lang en zij steken bij rood over: ook dat is al gewoon.

Op de Herengracht staat op het trottoir een auto geparkeerd. De mensen lopen eromheen. Niemand moppert. Even verderop staat een grote bouwkeet op het trottoir. Ook daarvoor kan iedereen begrip opbrengen. Er moet immers gebouwd worden en zo’n keet moet ergens staan. „Het is wel opvallend dat die auto en die bouwkeet niet op de weg staan”, zegt Methorst. „Dat zouden de weggebruikers niet accepteren, terwijl op die weg veel minder auto’s rijden dan op dit trottoir mensen lopen”.

Bezemstraat

Ook de Lange Poten vindt Methorst een duidelijk voorbeeld van de prioriteit die de auto krijgt. Terwijl op het voetgangersgedeelte nog flink wat tegels schots en scheef liggen, ziet de rijbaan langs de ingang van de Tweede Kamer er prachtig uit: de bestrating is zelfs pas vernieuwd. Terwijl wij er lopen, komt er geen enkele auto langs. „Zie je wat ik bedoel?” zegt Methorst. „Begrijp me niet verkeerd, we willen als Voetgangersvereniging de auto niet verketteren. De auto is een prima ding, de meeste voetgangers hebben er zelf een. Wat wij willen, is dat er meer aandacht aan de kwaliteit van het gedeelte voor de voetgangers wordt besteed, dat er op z’n minst evenveel aandacht voor is als voor de gedeelten voor de auto”.

In de Bezemstraat komen we langs een gedeelte waar te zien is hoe het wel kan: een deel van het trottoir is overdekt, zodat je zonder last van wind en regen langs de winkels kunt lopen. Prima, vindt Methorst. Even verderop is het weer huilen met de pet op. Dat is het gedeelte vanaf parkeergarage De Veerkaden naar de binnenstad, een van de belangrijkste routes voor winkelpubliek. Het trottoir is smel, aan beide zijden van de weg staan auto’s geparkeerd, waarvan enkele gedeeltelijk op het trottoir, er is een kale muur.

„Dit is toch vreselijk”, zegt Methorst. „De straat heeft helemaal geen sfeer: het ziet er allemaal grijs, kil, kaal en tochtig uit. Behalve dat het zeer onaantrekkelijk oogt, is het ook nog gevaarlijk: je moet diverse keren oversteken voordat je bij de Grote Marktstraat bent. Dat kan heel anders, zelfs zonder dat het veel hoeft te kosten”.

Samen oplossen

De conclusie van het rapport over winkelroutes is nog heel vriendelijk geformuleerd: „De aandacht die gemeenten geven aan het langzaam verkeer is niet in overeenstemming met het relatieve belang ervan”. Wat de onderzoekers bedoelen, is dat het gewoon niet deugt. De Voetgangersvereniging wil de gemeenten echter niet voor het hoofd stoten. „We willen samen de problemen oplossen”, zegt Methorst. „Niet door middel van het confrontatiemodel, maat door middel van het harmoniemodel. Uiteindelijk zijn we allemaal voetgangers”.

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 maart 1997

Reformatorisch Dagblad | 32 Pagina's

Een gat in het trottoir, een auto op de stoep

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 maart 1997

Reformatorisch Dagblad | 32 Pagina's