Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

„Hij kwam in zijn preken naar je toe”

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

„Hij kwam in zijn preken naar je toe”

Weduwe Hoogerland typt ruim 25 jaar preekbandjes van haar man uit

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

BORSSELE - Op zijn knieën moet de boer als hij wil weten of het zaad op zijn land al ontkiemt. Als hij blijft staan, ziet hij niets. Maar op zijn knieën, dan ziet hij een groene waas over het land en is hij blij. Het zaad komt op! Zo moet een predikant veel op zijn knieën om het tere beginnende leven der genade te kunnen onderscheiden.

Het is een van de voorbeelden uit het boerenleven die ds. A. Hoogerland op de kansel graag aanhaalde. De predikant van de Gereformeerde Gemeenten gaf zo de lessen door die hij uit de natuur leerde. Van vroeger, toen hij zelf op het land werkte. Of wanneer hij als predikant een gemeentelid opzocht.

Ds. Hoogerland overleed in 1986. Hij diende de gemeenten van Werkendam, Krabbendijke, Dirksland en Borssele. De laatste nog geen jaar. Een ernstige ziekte maakte een einde aan zijn leven.

Al tijdens zijn leven zagen verschillende prekenbundels van ds. Hoogerland het licht. Over Jona. Over Esther, Samuel en Simson. Zijn echtgenote, mevrouw M. Hoogerland-Vermeulen, typte de preken van de band. Ruim 25 jaar geleden begon zij daarmee. „De gemeente van Breda nam een nieuwe kerk in gebruik. Mijn man was er toen consulent en hield een preek. De gemeente wilde deze graag uitgeven. Ook zijn er nog een paar preken bijgevoegd. Lettertje voor lettertje tikte ik de preken uit”.

Bevindelijke lessen

„Vader zag er wel tegen op zijn eigen preken uit te geven. Hij dacht gering over zijn werk”, vertelt zijn zoon, C. Hoogerland uit Goes. „Dat kun je lezen in het woord vooraf van verschillende boeken. In de bijbellezingen over Jona schrijft hij: „Het was niet uit zucht om iets nieuws te brengen, maar de Heere mocht de eenvoudige bijbellezingen willen zegenen, tot zaligheid van zondaren en tot onderwijs voor Zijn volk”. Het waren vooral de gemeenteleden uit Werkendam die erop aandrongen de preken over Jona uit te geven”.

„Mijn man wilde in zijn preken de bevindelijke lessen uit Gods Woord naar voren brengen”, zegt mevrouw Hoogerland. „Enerzijds de ernst van de doodsstaat. Aan de andere kant het werk van Christus in al Zijn heerlijkheid. Maar dan ook wat Gods kinderen ondervinden als zij deel krijgen aan de bediening van de Middelaar”. „Hij preekte separerend”, zegt C. Hoogerland. „Liefdevol, maar ernstig waarschuwde hij voor het nabijkomende werk. Hij wilde het kleinste van het ware werk der genade niet wegstoten. Maar veel mensen denken een kleine in de genade te zijn, zei vader wel eens, terwijl zij niet bouwen op het enige fundament van de zaligheid, Christus”.

Gezelschap

„Mijn man wist ook veel van Gods volk. Na de lagere school was hij koewachter bij ouderling Joh. de Kok in Nieuwdorp. Als hij onder koffietijd over het leven der genade hoorde spreken, zat hij jaloers te luisteren. Als predikant haalde hij dat wel eens aan op de kansel. Ook Jane Welleman noemde hij regelmatig. En ouderling Bart Roest uit Scherpenzeel”.

„Mijn vader kreeg in zijn Werkendamse tijd ook veel onderwijs van ouderling De Boef”, herinnert C. Hoogerland zich. „’s Zondags was er na de avonddienst gezelschap. Vader wist vaak niet wat hij zeggen moest. Hij werd in deze tijd veel door de satan bestreden. Vooral als hij gepreekt had. Maar dan begon De Boef te spreken. Je hing aan zijn lippen. Als kind hoorde je het: Dat was echt. Als de ouderling vertelde wat hij uit de preek geleerd had, werd mijn vader vaak ook weer levendig gesteld”.

Ds. Hoogerland probeerde zijn preken voor alle kerkgangers begrijpelijk te maken. „Hij kwam in zijn preken naar je toe”, hoorde mevrouw Hoogerland eens iemand zeggen. „Mijn man haalde ook veel voorbeelden uit de Bijbel aan. Dit deed hij vooral voor de kinderen en de jeugd. Die waren op zijn hart gebonden. De bangheid van de tijd waarin ze opgroeien, drukte vaak op hem. Toch had hij ook hoop voor het nageslacht. Tijdens doopdiensten sprak hij daarvan”.

Tarwe en bieten

De voorbeelden uit het dagelijks leven waren vooral bedoeld om bevindelijke lessen duidelijk te maken, licht C. Hoogerland toe. „Hij hoorde eens van een boer die bang was dat er niets van de wintertarwe zou terechtkomen. Het had in de herfst veel geregend en toen ging het streng vriezen. De boer hakte een stuk uit de stijfbevroren aarde en legde het in een teil bij de kachel. En ja hoor, er kwamen sprietjes tevoorschijn. Zo is het nu ook bij Gods volk, zei mijn vader ’s zondags op de preekstoel. Alles kan verstorven lijken, maar toch is het leven er niet uit”.

Mevrouw Hoogerland vervolgt: „Het was ’s zomers eens heel droog. Het bietenblad hing slap naar beneden. Tot het ging regenen. Kijk, zei mijn man toen, nu rollen de druppels over die slappe bladeren van de ene plant naar de andere. Zo gaat het ook bij Gods kinderen. Als de Heere Zijn zegen geeft, steken ze elkaar aan”.

Catechismusverklaring

De voorbereiding op de zondag kostte ds. Hoogerland veel tijd. Vooral toen hij in Krabbendijke stond. Elke zondag moesten er drie preken gereed zijn. Een vrije stof, een bijbellezing en een catechismuspreek. „Mijn man zat veel in zijn studeerkamer. Of hij ging de gemeente in. Voor de voorbereiding van zijn preken gebruikte hij vaak gereformeerde predikanten van het begin van deze eeuw. Ds. H. Hoekstra bijvoorbeeld. Die hebben zo’n mooie exegese, zei hij dan altijd. De bevindelijke lessen haalde hij dan ergens anders vandaan. Bij Comrie. Bij Rutherford en Smytegelt. En uit wat hij hoorde en zelf ondervond”.

„Op zaterdagavond zat vader altijd met zijn preekschets voor zich”, weet C. Hoogerland nog. „En als hij bijvoorbeeld bij een van de kinderen op bezoek ging, zei hij: „Ik blijf niet lang hoor”. Je merkte dat hij dan ongedurig was. De zondag trok en de verantwoordelijkheid voor een gedegen preek drukte”.

Van de catechismusverklaring van ds. Hoogerland zijn er inmiddels 3000 verkocht. Ook buiten de Gereformeerde Gemeenten wordt deze in leesdiensten gebruikt. Vorig jaar verscheen het eerste deel van ”Verbondsgeheimen”, een vijfdelige serie met gelegenheidspreken. Mevrouw Hoogerland typt nog altijd preken vanaf de band uit. „Na het overlijden van mijn man heeft het twee jaar geduurd voordat ik weer een preek uittikte. Ik vond het moeilijk om zijn stem weer te horen. Maar nu hoor ik die graag”.

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 maart 1997

Reformatorisch Dagblad | 32 Pagina's

„Hij kwam in zijn preken naar je toe”

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 maart 1997

Reformatorisch Dagblad | 32 Pagina's