Losgeldformule tast nationale soevereiniteit aan
„Als regering-Fujimori en MRTA voor het geld zwichten, vallen beide partijen door de mand”
APELDOORN - De gasten van de verjaardagsreceptie op de Japanse ambassade in het Peruaanse Lima zullen op 17 december, de dag van hun gijzeling, nooit hebben gedacht dat ze zowel Kerst als Pasen in gevangenschap zouden doorbrengen. Het valt voor hen te hopen dat ze tegen Pinksteren uit de narigheid zijn verlost Of het tegen Pasen lukt, is de vraag. Helemaal uitgesloten is het niet.
Bemiddelaars in de Peruaanse gijzelingscrisis staan op het punt de rebellen enkele miljoenen dollars losgeld en asiel in Cuba of de Dominicaanse Republiek in het vooruitzicht te stellen. Dit gebeurt na het tiende gesprek tussen de rebellen en de regering. Zowel de regering als de rebellen zullen het voorstel een dezer dagen onder ogen krijgen. Althans, dat meldde de Peruaanse krant La Repüblica maandag. In kringen van de bemiddelaars ontkende men gisteren „dit soort speculaties”. La Repüblica schijnt een reputatie te hebben op het gebied van „als ongeleide projectielen afgevuurde” berichten.
Toch is de informatie over de ‘losgeldformule’ te aardig om er zomaar aan voorbij te gaan. De Japanse krant Mainichi Shimbun berichtte tenslotte op 23 maart dat de rebellen akkoord gaan met asiel in Cuba. Ook Castro heeft al lang en breed beweerd dat hij wil meewerken om een einde te maken aan de patstelling in de gijzelingskwestie.
Tot nu toe weigerde de regering de ongeveer driehonderd rebellen van de Revolutionaire Beweging Tupac Amaru (MRTA) die in de gevangenis zitten, vrij te laten. Een groep bemiddelaars, onder wie aartsbisschop Juan Luis Cipriani en de Canadese ambassadeur en ex-gijzelaar Anthony Vincent, heeft nu een zespuntenplan opgesteld dat door La Republica is gepubliceerd.
Onderdak
De bemiddelaars stellen volgens La Repüblica voor om vermeende MRTA-leden die valselijk zijn beschuldigd, vrij te laten en de straffen voor de anderen te verzachten als het gepleegde vergrijp niet al te zwaar was. Bovendien moeten de omstandigheden in de gevangenissen worden verbeterd.
Daarnaast moeten aan de rebellen enkele miljoenen guldens worden betaald, pat geld moet bij elkaar worden gebracht door de Peruaanse en de Japanse overheid en door de Japanse bedrijven waarvan werknemers in Lima in gijzeling worden gehouden. De rebellen zouden onderdak kunnen krijgen in Cuba of de Dominicaanse Republiek. Ze hebben echter steeds te kennen gegeven dat ze Peru alleen willen verlaten als al hun gevangen kameraden zijn vrijgelaten.
Het is inderdaad de vraag of de Peruaanse president Fujimori een ommezwaai maakt. Tot dusver weigerde hij de betaling van ook maar enige cent losgeld aan de ”emerretistas”. Hij zei daarbij dat het de guerrilla’s van MRTA ten diepste alleen maar om het geld was te doen. Verwezen werd naar de gijzeling van de M-19 van de Amerikaanse ambassade in de Colombiaanse hoofdstad Bogotd. De rebellen gingen er toen in een vliegtuig vandoor naar Cuba met een bedrag van 2 miljoen dollar en zouden daar als helden zijn binnengehaald. Tegelijk ontkende Fujimori dat de Japanse overheid druk op hem uitoefende.
Het is inmiddels zonneklaar dat de tot dusver door Fujimori toegepaste tactiek -de uitputtingsstrategie- niet naar wens heeft gewerkt. Toch wil hij van de gijzeling af, en dat liefst zo snel mogelijk. Gijzelingen tasten de nationale soevereiniteit van het land aan, schreef Roeland Muskens in februari in het tijdschrift ”Onze Wereld”. Bij ontvoeringen en gijzelingen zijn immers vooral buitenlanders het slachtoffer. Hun werkgevers betalen graag en grif losgeld en doorkruisen daarmee het nationale beleid, aldus Muskens.
Multinationals vertrouwen steeds minder de veiligheid in de Latijns- Amerikaanse staten. Zeker voor Colombia gaat dat op. De bedrijven laten hun personeel beschermen door particjiliere lijfwachten. Als er iemand wordt ontvoerd, roepen ze niet de politie te hulp maar nemen ze het heft in eigen handen. Dat is begrijpelijk, omdat lokale machthebbers dit soort misdrijven zelden tot een goed einde brengen, signaleert Muskens. De keerzijde van de medaille is dat buitenlandse ‘interventies’ het oprollen van maffiose en terroristische organisaties door de staat belemmeren.
Ideologie
Hoe langer de gijzelingscrisis in Lima duurde, des te groter werd de kans dat de Japanse regering, openlijk of in het geheim, aandrong op een soepele oplossing, voorspelde Muskens. Hij lijkt het bij het rechte eind te hebben als de MRTA-rebellen inderdaad met enkele miljoenen in hun plunjezak op een vliegtuig zullen worden gezet.
Als het bericht waar is en als de partijen akkoord gaan met de losgeldformule, valt zowel Fujimori als MRTA „door de mand”, reageert Muskens. Hij had ingeschat dat het Peruaanse bewind als concessie naar de gijzelaars toe de omstandigheden in de gevangenissen zou verbeteren.
Maar Muskens kijkt evenmin ver-j rast op van de huidige ontwikkelingen. Hij vermoedt dat Japan flink met geld over de brug zal komen, omdat dit land juist verklaard tegenstander van de harde aanpak was. „Maar als Fujimori ook bezwijkt voor het losgeld, lijkt het aannemelijk dat dit waarschijnlijk niet Peru’s laatste gijzeling zal zijn”. De rebellen ruiken de winst. Toch gooien ze daarmee hun eigen glazen tot op de bodem in. Als de MRTA-guerrilla’s het geld accepteren en de gijzeling beëindigen, blijkt dat zij de verleiding van het geld hoger stellen dan de ideologie. Muskens: „MRTA stelt dan eigenlijk weinig meer voor”.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 26 maart 1997
Reformatorisch Dagblad | 24 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van woensdag 26 maart 1997
Reformatorisch Dagblad | 24 Pagina's