Zeeland zet havens in de schijnwerper
Directeur Philippen schrijft Jorritsma brief over tweede Maasvlakte
TERNEUZEN - De havens van Terneuzen en Vlissingen kragen in het debat over de tweede Maasvlakte onvoldoende aandacht. Directeur J. M. H. G. Philippen van het havenbedrijf en de Zeeuwse gedeputeerde D. J. P. Bruinooge zullen de vestigingsmogelijkheden voor de industrie in Zeeland daarom volgende week in een brief aan minister Jorritsma onder ogen brengen. „Er liggen hier prachtige terreinen klaar. Den Haag mag die niet over het hoofd zien”, aldus Philippen.
In zijn kantoor bij de havens van Terneuzen wijst de directeur naar een luchtfoto van Dow Benelux. Het concern, gevestigd op de Zeeuws-Vlaamse oever van de Westerschelde, geldt als een van de belangrijkste trekkers van de regionale economie. De opname toont een compleet chemisch dorp, met eigen wegen, leidingstraten en verblijfsruimten.
Ernaast ligt een braakliggend terrein, de Axelse Vlakte, kant en klaar voor de opvang van nieuwe bedrijven. „Deze locatie ziet er toch schitterend uit?”, vraagt Philippen zich hardop af. Zonder het antwoord af te wachten somt hij de sterke punten van het gebied op: het grenst direct aan het water, de wegen ernaartoe slibben niet dicht door overvloedig autoverkeer en in de nabije omgeving bevinden zich nauwelijks woonwijken.
Pluspunten
De Axelse Vlakte bij Terneuzen en de ruimte die nog over is bij Vlissingen, komen in de discussie over de aanleg van de tweede Maasvlakte onvoldoende aan bod, vindt de havendirecteur. Om die reden doet Philippen samen met de Zeeuwse gedeputeerde Bruinooge en de voorzitter van de Kamer van Koophandel volgende week een brief de deur uit om de pluspunten van beide havens nog eens uitgebreid in de Haagse schijnwerpers te plaatsen.
Volgens Philippen kan Zeeland een goede bijdrage leveren aan de ruimteproblemen van Rotterdam. Die haven zit sedert jaren te krap in haar jasje. Havendirecteur W. Scholten maakte onlangs bekend dat hij vorig jaar dertien bedrijven, waaronder twee grote chemische, de deur moest wijzen. Hij voegde eraantoe dat Rotterdam zeer snel moet beginnen met de aanleg van 2000 hectare grond in de Noordzee.
Philippen noemt de Rotterdamse uitbreidingsdrang begrijpelijk. „Natuurlijk, de tweede Maasvlakte moet er komen. Ik ben bang dat we in 2020 constateren dat we beter 3000 hectare hadden kunnen plannen”. Wel tekent de Zeeuwse havendirecteur erbij aan dat de aanleg van het grootste deel in Rotterdam afhankelijk moet worden gemaakt van de vestigingsmogelijkheden elders in het land. „Helaas blijft die opvatting in Den Haag onderbelicht”.
De havendirecteur: „Mij lijkt het goed om bijvoorbeeld 750 hectare grond onmiddellijk klaar te maken. Die heeft Rotterdam hard nodig voor de opslag van intercontinentale containers. De verwerking daarvan kan nergens anders in Nederland. Tegelijk vind ik dat we het tempo waarin we de rest van de tweede Maasvlakte aanleggen, moeten laten afhangen van de uitgifte van grond in bijvoorbeeld Zeeland, de Moerdijk of de Eemshaven”.
Schrikbarend
Die koppeling is volgens Philippen politiek goed verkoopbaar. „Heeft u wel eens uitgerekend hoeveel geld een vierkante meter grond op de tweede Maasvlakte straks kost? Die prijs is schrikbarend hoog: al gauw 600 gulden De kosten voor een bouwplaats op de Axelse Vlakte liggen aanmerkelijk lager. Het terrein is destijds aangelegd voor 30 gulden per vierkante meter. Om die reden zou het raar zijn om de industriële groei alleen in Rotterdam te accommoderen”.
Philippen erkent dat de brief aan Jorritsma niet alleen het gevolg is van een meeleven met het Rotterdamse havenbedrijf, al stelt hij met spijt vast dat zo ongeveer iedereen profiteert van de industriële groei behalve de stad zelf. Het schrijven vloeit ook voort uit eigen lijfsbehoud. De ontwikkelingen in de Zeeuwse havens zijn niet echt opbeurend. Bij de chemieconcems Dow Benelux en Hoechst lopen tientallen, zo niet honderden arbeidsplaatsen gevaar. Ook dreigt banenverlies bij aluminiumgigant Pechiney.
De schommelingen in de industrie vertalen zich meteen naar de economie van Zeeland. Begin deze maand werd bekend dat de economische groei in Zeeland slechts 0,7 procent bedraagt. Dat is minder dan in Groningen, Friesland en Drenthe. „Als de havens hoesten, heeft de provincie longontsteking”, concludeert Philippen.
De Zeeuwse economie heeft alle belang bij twee gezonde havens. Om het span meer slagvaardigheid en meer werfkracht op de internationale bedrijven markt te geven, vindt volgende maand een fusie plaats tussen de haven schappen. Het accent van het nieuwe bedrijf komt volgens Philippen, meer dan in het verleden, te liggen op acquisitie en commercie.
Nu al onderzoekt het havenbedrijf naar de mogelijkheden om op de Axelse Vlakte een distributiecentrum te vestigen. De gedachten gaan vooral uit naar een vervoerslijn tussen Zeeland en Scandinavië. „Zeeboten voeren met name houtproducten aan, maar nemen niets mee terug. Dat is niet rendabel. Daarom zou het mooi zijn als we de uitvoer naar Noorwegen en Zweden konden vergroten”.
Wat Vlissingen betreft zoekt het havenbedrijf gegadigden voor Port Scaldia, een insteekhaven die in samenwerking met Rotterdam wordt gemaakt. „Omdat Rotterdam met ruimtegebrek kampt, kan het bedrijven doorverwijzen naar Vlissingen”. Een logische zaak, vindt Philippen. „Vanuit Japan gezien is Vlissingen in feite Rotterdam-Zuid”.
U hebt zelf ooit gezegd dat Nederland industriemoe is. Ziet de bevolking in Zeeland uitbreiding van de havens, met alle milieugevolgen van dien, wel zitten? Sceptici wijzen erop dat Rotterdam de containers krijgt, terwijl Zeeland het met de chemieconcerns mag doen.
Philippen: „De Zeeuwen hebben zelf vanuit het oogpunt van werkgelegenheid alle belang bij de komst van bedrijven. Het draagvlak voor chemische fabrieken is er wel degelijk. Het gaat immers niet meer om allerlei krakers, maar om hypermoderne concerns, die aan de strengste milieueisen voldoen”
Met de aanleg van de Westerscheldetunnel en diverse spoorverbindingen zal het verkeer, onder meer tussen de twee havens, alleen maar toenemen.
„De geloof niet dat we ons daarover al te grote zorgen hoeven te maken. Juist in Zeeland is volop ruimte. De wegen lopen hier immers niet door overvolle stadswijken heen, zoals in Rotterdam. Van congestie is bovendien ook geen sprake”.
Naam
Nog even dit: nieuw bedrijf, nieuwe naam. Welke wordt het?
„Wij maken die bekend tijdens een officiële bijeenkomst halverwege de maand april. Het wordt een naam die past bij onze internationale oriëntatie”.
Port of Sealand?
De havendirecteur: „In die geest moet u zeker denken”.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 26 maart 1997
Reformatorisch Dagblad | 24 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van woensdag 26 maart 1997
Reformatorisch Dagblad | 24 Pagina's