Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een glimp van een trieste aftocht

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een glimp van een trieste aftocht

Bse leidt tot vernietiging van alle koeien van Wilpse veehouder Ten Voorde

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

WILP - „Als je die lege stal ziet, gaat er heel wat door je heen. Dag en nacht ben met je met die dieren beziggeweest - en nu?” Voor melkveehouder J. D. ten Voorde uit Wilp was het zaterdag een zwarte dag. Zijn ruim honderd runderen werden opgehaald om te worden vernietigd. Het eerste geval van gekke-koeienziekte (bse) in ons land eist op dit „prachtige en goed verzorgde bedrijf” zijn tol.

Langzaam rijdt de veetransportwagen achteruit. Het is net na liet middaguur, de zon schijnt. Vlak bij de staldeur van Ten Voorde stopt de chauffeur. De klep wordt neergelaten. „Een, twee, drie, hop”, klinkt het. In witte pakken gestoken mannen drijven de zestig melkkoeien en vijftig stuks jongvee snel de twee vrachtauto’s met aanhanger in.

Besmettingsgevaar

Op de dijk achter de IJssel bij Deventer proberen verslaggevers, fotografen en televisieploegen op een afstand van ruim honderd meter een glimp op te vangen van de trieste aftocht van de dieren. In het tussenliggende weiland staan ME’ers om al te opdringerige persmuskieten tegen te houden. Het is niet nodig. Iedereen kijkt toe. De serene stilte in de Wilpse Kleipolder wordt af en toe doorbroken door het klaaglijke geluid van een loeiende koe.

Ten Voorde laat zich begrijpelijk niet zien. Ook niet als het gezelschap voor de oprit uitstapt om een beter beeld te krijgen van het getroffen bedrijf De ruiming van de dieren verloopt snel en kalm. Om een massale toeloop van publiek te voorkomen, heeft de politie uit voorzorg de polder afgezet. „Dit heeft met besmettingsgevaar niets te maken, want de ziekte is niet via de lucht overdraagbaar. We hebben de polder alleen afgesloten om de boer en zijn familie wat rust te geven”, zegt een politie woordvoerder.

Mensen die niets in het gebied te zoeken hebben, worden geweerd. Alleen twee bussen met zo’n zestig vertegenwoordigers van de pers zijn op uitoodiging van het ministerie van landbouw getuige van het afvoeren van de dieren. „We wilden niet dat de media op eigen houtje toch zouden proberen hier te komen en daarom hebben we dit georganiseerd”, aldus een voorlichtster van het departement. Bovendien kan het grote publiek nu zien dat de bse rigoureus wordt aangepakt.

Taxateurs

Nadat vrijdag bij Anja 3 de dodelijke hersenziekte bse is geconstateerd, volgen de gebeurtenissen elkaar snel op. Het ministerie van landbouw besluit dat zaterdag uit voorzorg alle andere melkkoeien en kalveren moeten worden geruimd, hoewel de ziekte niet bij hen is vastgesteld. Voor de dieren worden afgevoerd, bepalen ’s morgens taxateurs echter eerst de waarde van de runderen, in verband met de schadeloosstelling. De vergoeding wordt betaald uit een speciaal fonds voor bedrijven met dier ziektes.

Na het middaguur gaat de veestapel met vrachtwagens naar een slachterij in Zutphen. Hier worden de dieren gedood en onthoofd. De koppen gaan naar het laboratorium van het Instituut voor Dierhouderij en Diergezondheid (ID-DLO) in Lelystad, waar de hersenen op bse worden onderzocht. Pas over tien dagen zal duidelijk zijn of de ziekte is aangetroffen. De kadavers van de 110 runderen gaan naar een destructie bedrijf in het Friese Bergum en zullen uiteindelijk in een vuilverbrandingsoven worden vernietigd.

Secure boer

Door de vaststelling vrijdag dat de koe inderdaad aan bse leed, kwam er een eind aan een lange periode van onzekerheid. Bijna twee weken geleden constateerde dierenarts M. M. Lengkeek uit Twello dat het dier verschijnselen van gekke-koeienziekte had. „Al een paar weken had de koe last van een slechte coördinatie in de bewegingen. Zij zette op het verkeerde moment de verkeerde poot voor de andere. Bovendien reageerde het dier vreemd als Ten Voorde de stal inkwam. Het was angstig en viel dan op de grond. De koe had een fobie voor de eigen baas en dat is niet normaal”, aldus Lengkeek.

Omdat de verschijnselen leken op gekke-koeienziekte, stelde de dierenarts de Rijksdienst voor de keuring van Vee en Vlees op de hoogte. Toch ging Lengkeek er eigenlijk niet van uit dat het bse was. „De slechte coördinatie kan ook door andere ziektes, zoals een tumor of een hersenbloeding, ontstaan. De hield er daarom niet serieus rekening mee dat het om gekke- koeienziekte ging. Het was meer een theoretische mogelijkheid. Temeer daar bse in ons land nog niet eerder is voorgekomen”.

Bijna twee weken geleden werd de koe afgemaakt om te worden onderzocht bij het ID-DLO. Het bekend worden vrijdag dat het toch om bse ging, was ook voor de dierenarts een grote klap. „Ik dacht, dat kan niet waar zijn. Vooral ook omdat Ten Voorde een erg secure, ja zelfs perfectionistische boer is. Hem kon het eigenlijk niet overkomen. Dat het nu toch zo is, is verschrikkelijk voor hem. Het is een ramp”.

Oorzaak

Over de oorzaak van de ziekte kan Lengkeek niets zeggen. „Hierover bestaan veel raadsels. Deskundigen gaan ervan uit dat bse kan worden overgebracht van moeder op dochter. Ook zou het door een genetische afwijking spontaan kunnen ontstaan. Een andere mogelijkheid is dat de dodelijke hersenziekte via het voer op het bedrijf terecht is gekomen”.

Ten Voorde betrok het eten voor zijn runderen van mengvoeder fabriek ABC uit Lochem, een onderdeel van Cebeco-Handelsraad. „Er wordt druk onderzoek naar de ziektebron gedaan, maar ik weet niet of dat wat oplevert. Een groot probleem is namelijk dat bij bse de incubatietijd -de tijd tussen de besmetting en het uitbreken van de ziekte- minstens twee jaar is, waardoor het moeilijk is om de oorzaak nu nog te achterhalen”, zegt de dierenarts.

De kans dat de ziekte bij andere dieren op het bedrijf voorkomt, is volgens Lengkeek klein. „Het kan bij dit ene geval beperkt blijven, want bse is niet besmettelijk. Maar het hangt allemaal van de oorzaak af en die weet ik niet”.

De dierenarts heeft bij andere bedrijven in de omgeving geen koeien gezien met dezelfde verschijnselen. „Ik heb op dit moment geen indicatie dat de ziekte in deze buurt voorkomt. Ik weet dat veel boeren hier door de ontdekking bij Ten Voorde in de zenuwen zitten, maar dat is niet echt noodzakelijk”.

Schandalig

De dierenarts heeft zich flink gestoord aan de late bekendmaking van het nieuws over de ziekte aan Ten Voorde zelf Vrijdagavond tegen zeven uur deelde minister Van Aartsen van landbouw mee dat het eerste geval van bse in Nederland was ontdekt. Het ging om een boer in Wilp, ten zuiden van Deventer. Ten Voorde was op dat moment echter nog niet ingelicht door het departement.

Toen deze taant de veehouder om twintig minuten over zeven belde met de vraag of hij wist op welk bedrijf in Wilp bse was aangetroffen, begreep hij dadelijk dat het verkeerd zat. Ten Voorde stond toen juist op het punt om vriendinnen van zijn jarige dochter naar huis te gaan brengen. Even later werd de veehouder officieel ingelicht.

Lengkeek vindt het „schandalig” dat de boer via de pers moest vernemen dat er bse op zijn bedrijf heerste. „Vrijdagmiddag om half vier bleken de officiële instanties het al te weten, dus ze hadden hem veel sneller op de hoogte kunnen stellen”, zegt de dierenarts duidelijk geërgerd.

De politie zette het bedrijf in de Kleipolder achter de IJssel gelijk af, om de familie te beschermen tegen de inderhaast toegestroomde verslaggevers, fotografen en cameraploegen. Een reactie van de zwaar aangeslagen boer konden ze niet krijgen. Daarvoor werden ze doorverwezen naar de officiële instanties. Ten Voorde is gebroken door het bericht, meldde de politie.

Hoop

Met ontzetting sloeg zaterdag melkveehouder R. Schrijver uit Teuge de ontruiming bij zijn collega Ten Voorde gade. „Het is onbegrijpelijk dat juist een dier van Ten Voorde getroffen is door de ziekte. Hij heeft een prachtig en goed verzorgd bedrijf Hij staat bekend als uiterst gedisciplineerd. Dat dan uitgerekend hem dit moet overkomen”.

Schrijver, die voorzitter is van de plaatselijke afdeling van de Gewestelijke Land- en Tuinbouw Organisatie (GLTO), benadrukt dat zijn organisatie Ten Voorde zal helpen. „We zullen hem steunen daar waar dat nodig is. In ieder geval moeten de zaken financieel goed worden afgewikkeld”.

J. Laarman, voorzitter van de GLTO-vakgroep melkveehouderij, wijst erop dat de organisatie „de familie zal begeleiden in de moeilijke tijd die hun nu te wachten staat”. Laarman hoopt dat het bij één geval blijft. „Na de varkenspest en alle commotie rond de bse in Groot-Brittannië vorig jaar is er nu weer een deuk in het consumentenvertrouwen gekomen. Dat baart zorgen. De veehouderij besteedt steeds meer aandacht aan de kwaliteit van het vlees en dan gebeurt er dit”.

Ondanks de problemen vindt Laarman het een positief punt dat de bse zo snel is opgespoord. „Het bewijst dat we in Nederland alles goed controleren”. Volgens hem is de kans dat ziektes onopgemerkt blijven niet groot. „We hebben in de melkveehouderij een goed registratiesysteem, waardoor we de dieren precies kunnen traceren, al kun je natuurlijk nooit helemaal uitsluiten dat er wel eens iets tussendoor glipt”. Dankzij dit systeem, waarvan de bekende gele oormerken een zichtbaar onderdeel zijn, kon de stamboom van Anja 3 snel worden nagetrokken.

Waardering

Voor Ten Voorde is het ontdekken van een bse-koe op zijn bedrijf verschrikkelijk. Zaterdagavond reageert hij gelaten op de gebeurtenissen van het afgelopen etmaal. „Het ene moment gaat het wel, maar als je daarna die lege stal weer ziet of denkt aan wat er allemaal is gebeurd, voel ik me ontzettend triest. Altijd ben je met je dieren bezig en als er dan zoiets voorvalt… Daar zijn geen woorden voor”.

De getroffen veehouder heeft grote waardering voor de vele hulp die hem van verschillende kanten is aangeboden. Ook over de goede begeleiding van het ministerie tijdens de ruiming is hij zeer te spreken. Ondanks de catastrofe laat Ten Voorde de moed niet zakken. „Ik heb hoop dat het met mijn bedrijf toch weer goed komt”.

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 24 maart 1997

Reformatorisch Dagblad | 16 Pagina's

Een glimp van een trieste aftocht

Bekijk de hele uitgave van maandag 24 maart 1997

Reformatorisch Dagblad | 16 Pagina's