KLANTTEKENINGEN
Mobiel bellen
Anders dan verwacht heeft de komst van concurrenten mobiel bellen niet echt goedkoper gemaakt. Wel is er inmiddels sprake van een tamelijk onoverzichtelijke berg tarieven en abonnementsvormen. Zie daar maar eens wijs uit te worden. Veel consumenten klagen dat het moeilijk is om de voordeligste keuze te maken. Dat is althans de ervaring van de Consumentenbond, die alle mogehjkheden in de gids van april op een rijtje zet.
De bond denkt dat mensen die privé mobiel willen telefoneren, in principe het best kunnen kiezen voor een abonnement met lage abonnementskosten en een relatief hoog gesprekstarief. Dat geldt zeker als bereikbaar zijn het belangrijkste motief is om voor een draadloos toestel te kiezen en als de persoon in kwestie niet van plan is veel te gaan bellen. Volgens de bond zal een goedkoper abonnement in dergelijke gevallen bijna altijd opwegen tegen de hogere gesprekskosten.
De consumentenorganisatie waarschuwt voor lokkertjes zoals een gratis telefoontoestel of maandelijks een vast aantal gratis ”tikken”. Vaak zal de klant daarvoor via een omweg toch moeten betalen. Bijvoorbeeld doordat het abonnement onnodig duur is. Of omdat je er voor een aantal jaren aan vast zit. Als je niet wilt verlengen, kan dat zelfs een rekening van tegen de 150 gulden opleveren: afsluitkosten.
Op dit moment telt ons land volgens de Consumentenbond ruim dertig verschillende abonnementsvormen voor mobiele telefonie. Daarvan zijn er zes nog gebaseerd op het oude NMT-netwerk. Twee bedrijven hebben een digitaal GSM-netwerk opgebouwd: PTT Telecom en Libertel. Zij verkopen zelf abonnementen maar leveren ook ”beltijd” aan acht zogenaamde service providers (onder andere Debitel, Talkline en Phones4U), die via dealers contact zoeken met de consument. Volgens de bond hebben deze providers de prijzen van PTT Telecom en Libertel vrijwel klakkeloos overgenomen. Hun eigen abonnementen zijn zelfs nog iets duurder. Dat toenemende concurrentie altijd lagere prijzen tot gevolg heeft, lijkt dus wat mobiele telefonie betreft een fabeltje te zijn.
De tientallen verschillende aanbiedingen werken verwarrend voor de consument, is de ervaring van de bond., „Daarom heeft de serviceprovider de taak om hem daarbij te helpen. Als hij merkt dat zijn klant een te duur abonnement heeft, moet hij daarvoor waarschuwen”, zegt een woordvoerder van de Consumentenbond. Het van abonnement veranderen kost bij de meeste service providers geld. De bond pleit ervoor klanten de gelegenheid te geven om één keer gratis over te stappen.
Volgens Debitel-directeur R. Ducroix, ook voorzitter van de werkgroep van service providers, heeft de consument juist behoefte aan zo veel mogelijk op maat gesneden telefoonabonnementen. „Daarbij hoort dan wel beter advies door de dealers over wat er allemaal mogelijk is”, vindt hij. Volgens Ducroix zijn de dealers verantwoordelijk voor de grote kortingen die op de aanschafprijs van een telefoon worden gegeven. De service providers hebben daar niets mee te maken. „Wij bieden de verkopers een vergoeding voor hun inspanningen. Die geven ze aan de klant door via de prijs van de toestellen”, stelt Ducroix. Hij wijst erop dat de klant in België wel het volle pond voor een toestel betaalt, maar dat dat niet tot gevolg heeft dat mobiel bellen daar goedkoper is.
Aardappel
Tijdens een ouderwetse winter worden Nederlanders als vanzelf weer aardappeleters. Die indruk wekken althans de verkoopcijfers van het Nederlands Aardappelbureau. In 1996 lag de verkoop van dit knolgewas 2 procent hoger dan een jaar eerder. De toename komt overigens na twee jaren waarin er minder van dit product werd verkocht.
Het Aardappelbureau legt de relatie met het winterse weer. „In koude tijden blijkt stamppot in diverse vormen nog steeds een geliefd recept”, zo luidt de verklaring. Het vorige jaar had een koude start en een koud einde. Een stevige stamppot blijkt dus onder zulke omstandigheden meer in de smaak te vallen dan een warme maaltijd met rijst of pasta.
De Nederlander at vorig jaar gemiddeld ongeveer 86 kilo aardappelen. Het grootste deel daarvan -53 kilo- werd vers aangeschaft. De resterende 33 kilo werd in de vorm van frites, chips of puree geconsumeerd. De onbewerkte aardappel is nog altijd favoriet: 92 procent van alle huishoudens kocht vorig jaar verse, ongeschilde piepers. In de meeste gevallen (86 procent) gingen ze voorverpakt over de toonbank, 14 procent werd ”los” verkocht. De supermarkt is inmiddels de belangrijkste aanbieder van dit product. Van elke tien kilo aardappels worden er zeven in het grootwinkelbedrijf ingeslagen. Groentezaken en aardappeltelers moeten elk met 9 procent van de aardappelverkoop genoegen nemen. Thuisberzorging en de markt zijn als afzetkanaal nog geringer van omvang.
De populairste aardappel blijft onveranderd het ras Bintje met een marktaandeel van 39 procent. In de toptien staan vervolgens de Bildtstar, Nicola, Eigenheimer, Santé, Doré, Irene, Accent, Gloria en Turbo.
Zacht tapijt
Na de opmars van parket, laminaat en marmoleum lijkt het erop dat de consument de voordelen van een zacht tapijt weer meer begint in te zien. Sinds het eind van de jaren ’80 was sprake van een sterke toename in de verkopen van ‘harde’ vloerbedekking. Wat uiteraard ten koste ging van de tapijtfabrikanten. „In ’89 werd nog 32 miljoen vierkante meter verkocht, vorig jaar was dat 22 miljoen”, aldus een woordvoerder van de Vereniging van Nederlandse Tapijtfabrikanten (VNTF).
Aan die ontwikkeling is vorig jaar, waarschijnlijk mede dankzij een promotiecampagne, een einde gekomen. De VNTF concludeert dat op grond van de resultaten van een NIPO-enquête, die al sinds 1970 elk kwartaal wordt gehouden. In 1996 bleef het marktaandeel net boven de 50 procent steken.
„Tapijt had een oubollig imago. Mensen die op zoek gingen naar nieuwe vloerbedekking, hadden er een stoffig, grijs idee bij. Tapijt was iets van vroeger”, verklaart Marianne Laven van de VNTF de tanende interesse voor zachte vloerbedekking. De campagne probeert kopers ervan te overtuigen dat tapijt helemaal niet saai is. „Er is in de loop der jaren veel veranderd. Je kunt tapijt in alle kleuren krijgen en ook op allerlei manieren toepassen. Het is een heel modem product, dat willen we de mensen ook vertellen. De boodschap is datje tapijt niet moet vergeten, als je op zoek gaat naar nieuwe vloerbedekking”.
De grote interesse voor ‘harde’ vloerbedekking houdt onder andere verband met een sterke uitbreiding van het assortiment in deze productgroep. Mevrouw Laven is het niet eens met de veronderstelling dat mensen voor laminaat, parket, marmoleum of kurk kiezen vanwege het grotere gebruiksgemak. „Aan alle vormen van vloerbedekking kleven voor- en nadelen. Dat geldt voor tapijt, maar dat geldt ook voor harde vloeren”.
De gevolgen van een omgevallen beker melk zijn lastiger op te ruimen als ér hoogpolig tapijt dan wanneer er marmoleum op de vloer ligt. „Maar geluid is een heel ander verhaal. Als er in een kantoor harde vloerbedekking ligt, hoort iedereen het als er iemand door de hal loopt”. Ze wijst erop dat de komst van laminaatsoorten van slechte kwaliteit de naam van dit product geen goed heeft gedaan. „We zeggen overigens niet dat klanten voor tapijt moeten kiezen, maar we willen wel onder de aandacht brengen dat het een modem product is”. Die boodschap lijkt aan te slaan. „De gedachte dat je op blote voeten rond kunt lopen, blijkt mensen wel aan te spreken”.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 22 maart 1997
Reformatorisch Dagblad | 41 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 22 maart 1997
Reformatorisch Dagblad | 41 Pagina's