Koekkoek: Netelenbos moet niet het onmogelijke willen
DEN HAAG - Staatssecretaris Netelenbos van onderwas heeft zich vastgebeten in het kleurverschieten van scholen. Formeel zegt de bewindsvrouw dat ze het stelsel van openbaar en bijzonder onderwijs op een vitale wijze de komende eeuw wil binnenloodsen, maar in de praktijk wil ze scholen het liefst dwingen van grondslag te veranderen als ouders daar behoefte aan hebben. Het CDA-kamerlid Koekkoek vindt de moeite van de bewindsvrouw verspilde energie: „Eet is trekken aan een dood paard”.
Vorige week donderdag en afgelopen dinsdag sprak de Kamer met de staatssecretaris over de aanpassing van het scholenbestand. De voorgestelde richtingvrije planning is een systeem dat de gehele Kamer onderschrijft. Iedereen mag een school stichten als men maar aan de voorwaarden van het leerlingenaantal voldoet. Die norm ligt nogal hoog, namelijk 200 voor een basisschool en 900 voor een school voor voortgezet onderwijs. Is richtingvrije planning dan geen wassen neus?
Koekkoek: „Als die norm zo blijft wel, maar de Tweede Kamer heeft duidelijk aangegeven dat ze moeite heeft met deze norm. Ik vind het positief dat de staatssecretaris dit thema nog eens wil onderzoeken, want wat mijn fractie betreft mag het niet zo blijven. De hoge stichtingsnorm is destijds afgekondigd als een tijdelijke maatregel. In de afgelopen vijf jaar zijn er op het platteland twee nieuwe scholen opgericht. Dat geeft aan dat het bijna onmogelijk is daar een nieuwe school te stichten”.
Versoepeling van de stichtingsnormen is volgens Koekkoek ook een instrument om het voor ouders gemakkelijker te maken een school te vinden die aansluit bij hun wensen omtrent levensbeschouwing. Dan is de behoefte aan kleurverschieten ook geringer.
De CDA’er vindt dat staatssecretaris Netelenbos zich te veel heeft vastgepind op het gedwongen kleurverschieten van scholen. Koekkoek is er ten volle van overtuigd dat wat de bewindsvrouw wil, niet zal lukken. Hij heeft dan ook een vriendelijk advies aan Netelenbos: „Ga niet het onmogelijke willen. Het is trekken aan een dood paard”.
Niet afpakken
„De scholen moeten de vrijheid hebben om hun onderwijs ook aan te bieden aan andersdenkenden. Maar die andersdenkenden moeten dan vervolgens niet de gelegenheid krijgen om de school ‘af te pakken’. Je kunt niet zeggen dat de koers van de school in handen moet liggen van de ouders van de bezoekende kinderen. Ouders komen en gaan, de school blijft”.
Deze opvatting fundeert Koekkoek in de Algemene wet gelijke behandeling. Tot ieders verrassing bracht hij dit punt afgelopen dinsdag in tijdens het debat. Deze wet, door veel christenen verfoeid, blijkt nu bescherming te bieden. Op grond van deze wet mogen besturen van hun toekomstige bestuursleden onderschrijving van de grondslag vragen.
Staatssecretaris Netelenbos speelt namelijk met de gedachte een deel van het schoolbestuur te laten ‘bevolken’ door de ouders die de grondslag van de school niet onderschrijven, maar alleen respecteren. Volgens de bewindsvrouw heeft het denken na aanvaarding van de Algemene wet gelijke behandeling „niet stilgestaan”. Ze vindt het niet terecht dat ouders die hun kinderen naar een bepaalde school sturen en de grondslag alleen respecteren, niet dezelfde rechten hebben als degenen die de grondslag onderschrijven.
Volgens Koekkoek is dat geen enkel bezwaar. De bevoegde gezagsorganen van scholen mogen op grond van de wet gerechtvaardigd onderscheid maken. Er is immers verschil tussen ouders die de grondslag van de school onderschrijven en degenen die niet verder kunnen gaan dan respecteren, zo redeneert het CDA-kamerlid.
Peiling
Koekkoek ziet echter wel het probleem dat op de achtergrond speelt, namelijk dat de wens over de richting van de school die ouders hebben, niet overeenkomt met de werkelijkheid. Voelt de christen-democraat wat voor de suggestie om het bevoegde gezag te verplichten een aantal ouders in het bestuur op te nemen of om scholen te verplichten zich te organiseren via een vereniging? „Vanuit de vrijheid van richting zou daartegen geen bezwaar bestaan, als de grondslag maar overeind kan blijven. Vanuit het principe ”vrijheid van inrichting van scholen” heb ik er wel moeite mee. Ik ben er dan ook tegen”.
Het CDA-kamerlid voelt wel voor het plan van de Onderwijsraad om de schoolbesturen te verplichtenelke vier jaar de behoefte aan de verlangde levensbeschouwelijke richting te peilen. „Dan krijg je op scholen ongetwijfeld discussies. Dat geldt zeker voor de scholen die niet duidelijk zijn over hun grondslag”.
De kritiek van Koekkoek op de bewindsvrouw is stevig, maar anderzijds vindt hij het positief dat Netelenbos op dit moment nog veel openhoudt, nader onderzoek wil en ook openstaat voor ideeën van anderen. De CDA’er wijst erop dat niet alleen de christelijke fracties kritiek hebben op de voornemens omtrent de aanpassing van het scholenbestand en alles wat daarmee samenhangt. Zo heeft de PvdA ook oog voor het feit dat ouders de grondslag van de school niet als een jojo kunnen wijzigen.
Ook de kritiek op het voornemen van de staatssecretaris om bij het leerlingenvervoer geen rekening meer te houden met de richting van de scholen, ontmoet weerstand in de Kamer. Netelenbos wil dat ouders alleen een vergoeding krijgen als ze tot de minima behoren of een kind naar het speciaal onderwijs willen sturen. Behalve de christelijke partijen heeft ook de VVD kritiek.
Volgens Koekkoek kan ook hier inhoudelijk niet wat Netelenbos wil. „Als ouders graag openbaar onderwijs willen voor hun kinderen en daarom principieel bezwaar hebben tegen de dichtstbijzijnde bijzondere school, moet de gemeente zorgdragen voor vervoer”.
Laatste school
Eén punt moet Koekkoek nog van het hart. Dat betreft de laatste school van een richting. Er komt een oplossing voor de 74 scholen die nu reeds onder de opheffingsnorm zitten. Maar omdat het begrip ”laatste school van een richting” zal verdwijnen, zullen vooral scholen van kleine richtingen eerder in problemen komen. Nu mag de laatste school van een richting onder de gemeentelijke opheffingsnorm blijven functioneren. Dat kan straks niet meer.
De CDA’er wijst erop dat deze scholen tijdig naar oplossingen moeten zoeken. De overheid gaat bijvoorbeeld het verplaatsen van scholen gemakkelijker maken. Het kan ook door het aangaan van bestuurlijke samenwerking. Op die manier kan de school als nevenvestiging van een hoofdschool doorgaan. Hij erkent dat dit element in het debat onvoldoende aandacht heeft gekregen. Maar ook dit zal, met vele andere elementen, in de toekomst opnieuw aan de orde komen.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 maart 1997
Reformatorisch Dagblad | 26 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 maart 1997
Reformatorisch Dagblad | 26 Pagina's