Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

„Begin niet aan een droge Maasvlakte”

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

„Begin niet aan een droge Maasvlakte”

Jorritsma roept milieumensen nog eens op

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

UTRECHT (ANP) - Een tweede „droge” Maasvlakte van 500 hectare zonder haven is geen optie. Dan kun je er beter helemaal niet aan beginnen. Dat zei gisteren directeur N. P. van den Berg van de projectorganisatie Maasvlakte 2, waarin het Rotterdamse gemeentelijk havenbedrijf en Rijkswaterstaat zitten.

Hij reageerde op de vorige week gepresenteerde plannen van de organisatie VERM (Verkenning Ruimteprobleem Mainport Rotterdam). VERM kwam vorige week met vijf oplossingen voor het ruimteprobleem waar de haven van Rotterdam mee worstelt. Die oplossingen varieerden van bestaand terrein opnieuw en beter gebruiken tot de aanleg van een „natte” tweede Maasvlakte van 1000 hectare. Gisteren werd in Utrecht breed gediscussieerd over de oplossingen van VERM.

Volgens VERM-directeur J. de Graaf zijn uit de nationale zogenoemde nut-en-noodzaakdiscussie nu eigenlijk twee oplossingen overgebleven. De „droge” variant van 500 hectare en de „natte”, dus met toegang tot diep vaarwater, van 1000 hectare. Hij hoopt de komende weken met één voorstel naar het kabinet te komen, dat er op 16 mei een beslissing over neemt.

„Eerlijk gezegd hebben deskundigen uit het bedrijfsleven een zeer grote voorkeur voor de natte variant. Maar de droge variant is nog heel nadrukkelijk in beeld, omdat dat de oplossing is die de voorkeur heeft van het Centraal Planbureau”, aldus De Graaf.

Wat VERM betreft, wordt er sowieso besloten tot de aanleg van een tweede Maasvlakte. Volgens De Graaf is dat toch vooral de conclusie uit de discussie die in heel Nederland en met allerlei organisaties is gevoerd. Hij betreurde het dat diverse milieuorganisaties zeggen dat hun mening te weinig aan bod is gekomen. „Maar zij hebben jammer genoeg niet genoeg mensen kunnen mobiliseren om in de werkgroepen die de afgelopen maanden hebben overlegd, mee te kunnen praten”.

Overigens zal minister Jorritsma van verkeer en waterstaat nog deze week iemand, vermoedelijk een oudminister of oud-staatssecretaris, aanstellen die in enkele weken nogmaals met milieuorganisaties, maar ook met experts uit het bedrijfsleven gaat praten.

De Graaf hoopt ook dat deze persoon het CPB en de projectorganisatie Maasvlakte 2 dichter bij elkaar kan brengen. Die twee steggelen sinds januari, toen de projectorganisatie zijn plannen presenteerde, over de grootte van de aan te leggen tweede Maasvlakte. Rotterdam wil het liefst 2000 hectare, maar wil die gefaseerd tot het jaar 2035 aanleggen.

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 18 maart 1997

Reformatorisch Dagblad | 20 Pagina's

„Begin niet aan een droge Maasvlakte”

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 18 maart 1997

Reformatorisch Dagblad | 20 Pagina's