Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

„In de trein zat Sawsan, mijn vrouw”

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

„In de trein zat Sawsan, mijn vrouw”

Negen Koptische christenen gedood bij schietpartij in Egypte

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

CAÏRO - Donderdagavond. Drie uur na de aanslag in Ezbet Daoud. 640 kilometer ten zuiden van Caïro. De trein van Luxor naar Caïro rijdt voorbij hetzelfde dorp. Buiten openen terroristen plotsklaps het vuur op de trein. Binnen zit een Egyptische. Sawsan. Mijn vrouw.

Sawsan is op bezoek geweest bij haar zuster in Luxor, 800 kilometer zuidelijk van Caïro, om haar te condoleren met het verlies van haar man. Ze neemt de nachttrein die vrijdagochtend om half zeven in Caïro moet aankomen. Maar de trein komt niet aan.

Om 8.00 uur ’s ochtends komt het bericht dat terroristen de trein Luxor- Caïro hebben beschoten. Familie belt ongerust. Veel is nog onduidelijk. Later horen we dat er een dode is gevallen. Er zijn vijftien gewonden. Wie dat zijn, weet nog niemand.

Sawsans zuster kan de spanning niet verdragen en barst in huilen uit. Om 11.00 uur maakt de politie de namen van de slachtoffers bekend. Een opluchting! Sawans naam is daar niet bij. En om 12.00 uur rolt de trein eindelijk het station van Caïro binnen. Het station ziet zwart van de huilende, wachtende en nerveuze mensen. Sawsan is terug. En ze vertelt haar verhaal.

Brancard

„De terroristen beschoten de trein ’s avonds om 11.00 uur. We hebben daarvan niets gemerkt. Dat kwam pas toen de trein om 11.45 uur in Girga stopte, een klein plaatsje waar de sneltrein normaal nooit stopt. We zagen dat er een vrouw op een brancard de trein werd uitgedragen. Ook waren er mensen met bebloede hoofden en benen. Mensen van de veiligheidsdienst gaven ons opdracht om de gordijnen voor de ramen dicht te doen. Niemand mocht de trein in of uit. We bleven maar wachten.

We hadden geen flauw idee wat er aan de hand was. Een van de mannen in de wagon ging toen naar de andere wagons. Van hem vernamen we wat er was gebeurd. Terroristen hadden de wagons met de nummers 13 tot en met 7 minutenlang met automatische geweren doorzeefd. We hoorden toen ook dat de vrouw die weggedragen was, dood was: Afaf Mahmud Hammam. 58 jaar oud”.

Paspoort

Sawsan is moe. Ze heeft de hele nacht geen oog dichtgedaan. Maar haar verhaal moet ze kwijt. De zinnen komen. Bij vlagen. Met horten en stoten. „Er zaten drie buitenlanders in onze wagon. Twee Duitsers. En een Engelsman. De politie wilde hun namen noteren en hun paspoorten zien. Die mensen hadden geen idee waarom dat was. Wat de Egyptische passagiers elkaar vertelden, ontging hen ook volledig. De politie ging ervan uit dat er vooral naar buitenlanders geïnformeerd zou worden. Ze wilden voldoende op de hoogte zijn om aan te kunnen geven dat deze mensen in veiligheid waren.

We begrepen dat de terroristen de eersteklas wagons hadden willen raken. Normaal gesproken zitten daarin vooral buitenlanders. Eersteklas wagons horen direct achter de lokomotief te zitten. Dit keer was het echter andersom. Daardoor hebben ze de tweedeklas wagons beschoten. Onze wagon zat helemaal achteraan en werd gelukkig niet geraakt”.

Sawsan vertelt over de reactie van de Egyptenaren in de trein. „Er was iemand die eruit zag als een orthodoxe moslim. Maar z’n reactie was heel positief. „Dit is geen gedrag van Egyptenaren”, zei hij emotioneel. „Dit moeten mensen zijn die van buiten Egypte komen en die ervoor worden betaald om zulke misdaden te plegen”. De meeste mensen in onze wagon waren het met hem eens”.

Na zo’n drie uur wachten op het station van Girga ging de trein weer verder. „Alle lampen moesten uit. De trein mocht in het donker niet opvallen. In de provinciehoofdstad Sohag stopten we opnieuw. Weer kwamen er veiligheidsmensen binnen om de hele boel te controleren. Er kwamen ook journalisten binnen, van de Egyptische bladen el-Misa en el-Wafd. Maar de reizigers wilden niet met hen praten. Ze waren boos, men voelde zich gebruikt”.

Bescherming

Ook in andere provinciehoofdsteden werd gestopt. Niemand durfde te gaan slapen. Iedereen was bang. Er waren mensen die huilden. Om 10.00 uur ’s ochtends kwam een krantenverkoper de trein binnen. Natuurlijk kochten veel mensen een el-Misa of een el- Wafd. Toen pas begrepen we dat drie uur vóór de aanval op onze trein de terroristen dertien mensen -vier moslims en negen christenen- hadden doodgeschoten. Het was gebeurd in de hoofdstraat van het dorpje Ezbet Daoed. Vlakbij de plaats waar onze trein werd beschoten”.

De Koptische leider Milad Hanna reageert geschokt op de tweede grote aanval van terroristen in een maand tijd. „We worden beschermd door God. We worden niet beschermd door mensen. We worden niet beschermd door de staat. De Egyptische overheid doet haar best, maar ze doet niet genoeg. We moeten meer doen om onderlinge tolerantie te bevorderen”.

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 15 maart 1997

Reformatorisch Dagblad | 36 Pagina's

„In de trein zat Sawsan, mijn vrouw”

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 15 maart 1997

Reformatorisch Dagblad | 36 Pagina's