Sorgdrager tegen hogere straf voor softdrugshandel
DEN HAAG - Minister Sorgdrager van justitie zal voorlopig niet met een voorstel komen om de strafmaat voor handel in softdrugs te verhogen. Dat blijkt uit een brief die zij vanmorgen naar de Tweede Kamer heeft gestuurd.
De minister gaat in haar brief in op het proces tegen Johan V., alias de Hakkelaar. De officieren van justitie hebben in dat proces duidelijk laten blijken dat zij ontevreden zijn over de hoogte van de maximumstraf van vier jaar voor grootschalige, internationale handel in softdrugs. Zij ergerden zich eraan dat daardoor een grote handelaar in hasj er veel milder van afkomt dan een ‘kleine jongen’ die zich bezighoudt met harddrugs.
Sorgdrager vindt dat het openbaar ministerie in zulke gevallen aanknoping moet zoeken bij het delict deelneming aan een criminele organisatie. In het proces tegen de Hakkelaar is dat ook gebeurd. De eis van de officieren van justitie was acht jaar. Hij kreeg van de rechter zes jaar opgelegd.
Het ministerie van justitie laat wel onderzoeken of een hogere strafmaat bij dit soort delicten wenselijk is. Het departement beperkt zich daarbij niet tot de handel in drugs, maar zal meer in het algemeen bekijken of misdrijven in georganiseerd verband zwaarder gestraft dienen te worden. Sorgdrager wil in ieder geval wel vasthouden aan het verschil in bestraffing van misdrijven met soft- danwel harddrugs.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 maart 1997
Reformatorisch Dagblad | 22 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 maart 1997
Reformatorisch Dagblad | 22 Pagina's