Vechten tegen dode vijanden

Prof. dr. W. J. Ouweneel kon het zaterdag niet laten. Zijn toespraak ter gelegenheid van de herdenking van het twintigjarig bestaan van de Evangelische Hogeschool (EH) in de Amersfoortse Joriskerk werd een college. Ouweneel refereerde, samen met oud-bestuurslid en gastdocent ds. W. J. J. Glashouwer, over ”Hoop in een stervende eeuw”.

De EH-docent filosofie en wetenschapsleer typeerde deze tijd als de dood van de -ismen. „Alle grote ideologische bouwwerken zijn afgebroken: communisme, marxisme, ja ook het evolutionisme is al bijna dood. Wij zijn niet langer modern, maar postmodern. We leven in een wereld waarin één grote informatiestroom op ons afdendert. De homo sapiens is vervangen door de homo zappiens, die al zappend op de tv en surfend op Internet zijn weg gaat”.

Het postmodernisme is niet enkel negatief, meende Ouweneel. „Laat ik er ook eens iets aardigs over zeggen. We durven onze heilige huisjes onder kritiek te stellen. God is absoluut, de Schrift is absoluut, maar onze theorieën over God zijn betrekkelijk”. Wie die stelling te ver doortrekt, verzandt in relativisme, waarschuwde de spreker. „Dan zijn er totaal geen zekerheden meer”.

Ouweneel overhandigde het EH-bestaur een cadeautje: een door hem geschreven boekje, getiteld 8Wijs met de wetenschap”. Tegen de studenten zei hij: „Jullie krijgen het ook te lezen, want het is vanaf volgende week verplichte collegestof”.

Stipt

Ds. W. J. J. Glashouwer sprak over de christelijke hoop in een stervende eeuw. Hij begon met de tijdsrekening van de joodse rabbijnen. Volgens hen leven we in het jaar 5758 na de geboorte van Adam. Uitgaande van zes scheppingsdagen en het feit dat één dag bij de Heere is als duizend jaar, zijn we bijna aan het eind van 6000 jaar gekomen. Daarna volgt de rustdag, de laatste periode van duizend jaar.

De Katwijkse predikant wilde deze tijdsrekening niet zomaar overnemen, maar de les ervan is volgens hem dat de rabbijnen „stipt” waren. „Kutmen we dat van christenen ook zeggen? Of denken wij: Het zal mijn tijd wel duren?” De terugkeer van de joden naar Palestina in 1948 noemde ds. Glashouwer „het grootste teken van God in deze eeuw”. „Daaruit blijkt dat de Heere nog niet heeft afgerekend met de geschiedenis”.

Alles loopt op z’n eind, stelde de predikant. „Maar Jezus komt, dat is de christelijke hoop. Bent u er klaar voor?” Volgens hem leeft de kerk van vandaag ver bij Christas’ wederkomst vandaan. Hij citeerde psalm 110: de Knecht des Heeren Die aan Gods rechterhand zit. „Deze Psalm is het meest geciteerde stakje Oude Testament in het Nieuwe Testament, maar hij wordt weinig gezongen. We verstaan de dingen zo slecht”, aldus ds. Glashouwer.

Allesomvattend

Twee oud-stadenten, het echtpaar Pieters, blikten terug op het eerste EH-Basisjaar (1977-’78). „De charme: Iedereen was heel enthousiast, maar niemand wist precies welke kant we op moesten. Een soort Sjors en de rebellenclub-idee, beter gezegd: Koos (drs. J. A. van Delden, red.) en de rebellenclub”.

Het tweetal gaf een typering van verschillende EH-docenten. Van Delden: „Een echte vader. Streng, maar rechtvaardig”. Ds. Glashouwer: „Hij begon zijn gastcollege over seksualiteit met de stelling: Seks is prima. Nou, die man kon nataurlijk niet meer stuk”. Matzken: „Een enorme man met enorme handen en enorme, allesomvattende theorieën die we helaas niet altijd begrepen”. Ouweneel: „Wat wist die man veel, soms té veel”.

Jonkheer Beelaerts van Blokland, commissaris van de Koningin in de provincie Utrecht, sprak „een speciale felicitatie” uit. Hij noemde de doelstelling van de EH -bijbelgetrouwe wetenschapsbeoefening en geestelijke toerusting van jongeren voordat zij aan een universiteit of hogeschool gaan staderen- „haast te aanmatigend”.

„Gods Woord als norm voor je leven, dan stel je heel wat in de waagschaal. Daar hoort gebed bij. Een mens moet antwoord geven op de vele vragen in het leven. Als het even kan: wijze antwoorden. Ik hoop dat het onderwijs aan de EH daaraan mag bijdragen”, aldus de commissaris. Hij had het in zijn toespraak verschillende keren over de Economische Hogeschool, maar werd door een oud-student in het openbaar gecorrigeerd.

Verantwoording

Voorzitter dr. R. Seldenrijk wees in zijn welkomstwoord op de andere betekenis van de letters EH: Eben-Haëzer, tot hiertoe heeft de Heere ons geholpen. Drs. J. A. van Delden, oud- EH-directeur, las enkele verzen uit Deuteronomium 12 en 13. Hij beschouwde Mozes’ woorden om niets af noch toe te doen aan de Schrift als verantwoording van zijn werk. „De kern van de EH: Heb God lief en houd vast aan de Bijbel”.

Drs. N. C. van Velzen, eveneens oud-EH-directeur, vergeleek het werk van de EH met dat van Philippus Melanchton. „Hij probeerde de piëtas (vroomheid) te verbinden met de eruditie (geleerdheid)”. Als Van Velzen aan oud-stadenten vraagt waarom de EH zo bijzonder voor hen was, zeggen zij vaak: Vanwege de sfeer. „Toen ik merkte dat een aantal stadenten tijdens de samenzang begon te klappen, dacht ik: Dat hoort er ook bij”.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen