Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Chirac tussen oud en nieuw

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Chirac tussen oud en nieuw

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Jacques Chirac: joviaal en ongecompliceerd. Daarbij eigenzinnig; boud gedrag niet schuwend en zich verplicht wetend aan de mondiale roeping van de natie. De Franse president zit nu ruim anderhalfjaar in het Elysée. Is er reden het glas champagne te heffen? Een balans rond oud en nieuw.

Tijdens zijn verkiezingscampagne in het voorjaar van 1995 was iedereen van één ding overtuigd. Chirac zou zich als ongekroond vorst in het rijk van Clovis gaan opwerpen als een tweede De Gaulle. Het publiek, dat met 52,64 procent op hem stemde, wenste in elk geval een meer betrokken president dan de vorige, de 8 januari dit jaar overleden Fran9ois Mitterrand.

In de loop van zijn veertienjarige bewind was de socialist Mitterrand het volk ontstegen. Als neogauUist wilde Chirac zich in dat opzicht radicaal onderscheiden. Zijn formule lag in een Frankrijk voor allen en in de bestrijding van de zogenaamde fracture social: iedereen in Frankrijk moest het weer goed krijgen, ongeacht rang of stand.

Sociale onrust

Verbaal geweld en actief optreden kenmerkten Chirac al voor zijn ambtsaanvaarding. Hij is opener en gewoner dan zijn voorganger, een bad in de menigte doet hem zichtbaar goed. Chirac was de eerste naoorlogse president die zich verzoende met het oorlogsverleden van Frankrijk. Hij erkende de medeverantwoordelijkheid van Frankrijk in de vervolging en deportatie van joden tijdens de Tweede Wereldoorlog - iets wat Mitterrand niet heeft gedaan. Minder sympathiek zijn de verhalen over de corruptie en schandalen die komen bovendrijven uit de tijd dat hij burgemeester van Parijs was.

Opvallend genoeg daalde zijn populariteit al vier maanden na zijn verkiezing. Mitterrand deed daar zestien maanden over, en Giscard zelfs dertig. Op zich is dat niet verwonderlijk. „Mitterrand begon met sinterklaas te spelen en dan word je op korte termijn uiteraard geliefd. Chirac kon dat niet doen. Hij moest de duimschroeven aandraaien voor de economische en monetaire unie van Europa”, verklaart dr. Sam Rozemond, onderzoeker van het Nederlands instituut voor internationale betrekkingen Clingendael in Den Haag.

Tromgeroffel

Toen Chirac in oktober 1995 zijn verkiezingsbeloften over boord gooide vanwege nijpende bezuinigingen, was de binnenlandse onrust niet van de lucht. Belastingen werden opgetrokken en de toegezegde verlagingen met twee jaar opgeschort. Dat resulteerde in een reeks vrij ernstige massale stakingen van zowel studenten, boeren, openbaar vervoer als vrachtwagenchauffeurs. Klap op de vuurpijl waren terreuraanslagen in Parijs uit vermoedelijk Algerijns-fundamentalistische hoek, die onder de bevolking grote onzekerheid veroorzaakten. De president liet zijn premier Alain Juppé het karwei opknappen en hulde zich in stilte, al viel hij Juppé niet in het openbaar af. Uit een maandag gepubliceerd opinieonderzoek blijkt dat 74 procent van de Fransen de regering-Juppé inmiddels verantwoordelijk houdt voor de werkloosheid en de recente stakingen.

Geheel in de voetsporen van De Gaulle maakte Chirac van meet af aan gebruik van de grote bevoegdheden die het Franse staatshoofd heeft op het terrein van buitenlandse zaken en defensie. Kort na zijn aantreden, al op 13 juni 1995, was het eerste tromgeroffel te horen. Hij joeg de hele wereld tegen zich in het harnas door de atoomproeven in de Stille Oceaan te hervatten om de betrouwbaarheid van de Franse afschrikkingskracht te checken.

„De Fransen gingen ervan uit dat de commotie vanzelf weer zou overwaaien. Bovendien nam Chirac zes nucleaire tests en Mitterrand meer dan honderd. Chirac gokte erop dat met name zijn partners binnen de Europese Unie in de Verenigde Naties, zich zouden onthouden in plaats van tegen hem te stemmen”, zegt Rozemond.

Later wendde het Elysée voor dat de zekerheid en veiligheid van Europa met de atoomproeven waren gediend, want een adequate force de frappe zou immers het gemeenschappelijke verdedigingsbeleid ten gunste komen. Hierin past de stap die Chirac later nam. Frankrijk bezette weer de stoel bij de NAVO die sedert De Gaulles vertrek in 1966 leeg was gebleven.

Het wekte de indruk dat Chirac onverwachts afweek van het gaullistische pad. Rozemond geeft aan dat Chiracs herintreding in de NAVO minder vreemd is vanuit gaullistisch gedachtengoed dan dat zij bij wijze van spreken tien jaar geleden zou zijn geweest. „Chirac begaf zich voorwaardelijk in een aantal aspecten van de NAVO. Hij heeft gezegd dat dat pas in werking treedt wanneer vorm is gegeven aan een duidelijke tweepijlerconstructie binnen het bondgenootschap. Een van zijn stellingen is dat niet alle commando’s van de NAVO in Amerikaanse handen moeten zijn”.

Ten tweede is de geopolitieke context veranderd. De Koude Oorlog is voorbij en het communisme verslijt zijn laatste paar schoenen. Frankrijk is gebaat bij militaire samenwerking.

Midden-Oosten

Chirac wil dat zijn land zich zelfbewust opstelt en een rol gaat spelen in de wereld overeenkomstig de missionaire opdracht van de Franse beschaving zoals De Gaulle die historisch verwoordde met zijn „zeker idee van Frankrijk”. In dit kader past een profileringsbeleid ten opzichte van Amerika. Andere regio’s waarmee Frank rijk vanouds is verworteld, zijn Afrika en het Midden-Oosten. Nadat Chirac in mei 1995 aantrad, visiteerde hij beide gebieden ten minste twee keer.

Tijdens de escalatie van de oorlog tussen Israël en Libanon dit voorjaar stuurde Chirac zijn minister van buitenlandse zaken Hervé de Charette onverwijld naar Beiroet, Damascus en Jeruzalem om te bemiddelen. In Washington sloeg men Chiracs actie met argusogen gade. Zelf toog het staatshoofd begin dit voorjaar naar Cairo. Aan de vooravond van zijn trip zei hij dat de Arabische politiek van Frankrijk „een wezenlijke dimensie van Frankrijks buitenlandse beleid moest zijn”.

Afrika

Dit najaar herhaalde Chirac zijn bezoek aan het Midden-Oosten uitgebreid. Hij ging naar Syrië, Israël, Palestijnse gebieden, Jordanië, Libanon en Egypte. Op zijn tocht profileerde hij zich als woordvoerder van Europa om de vredesgesprekken in het Midden-Oosten te bevorderen. De Europese partners stelden zich terughoudend op tegenover het Franse initiatief. Het bezoek aan Israël werd bepaald geen succes.

Frankrijk ziet met name Franstalig Afrika als een particulier domein. Het beschikt over de loyaliteit van lokale heersers die daar genoegen mee nemen omdat het hun baten oplevert, verklaart Rozemond. Het staatshoofd laat zich omringen met een clan adviseurs die de band met Franstalig Afrika redelijk hecht wenst te houden.

„Als dan door allerlei ontwikkelingen de taalgrens verschuift ten nadele van het Frans, dan vervalt een van de steunpunten van de Franse politiek. Frankrijk heeft er al zo veel verloren. Het had een eigen kernwapen, maar eigen kernwapens stellen tegenwoordig weinig meer voor. Het had een positie in Berlijn en moest die na de eenwording opgeven. Het had een veto in de Veiligheidsraad, maar straks dreigen er meer permanente leden in de V-raad te komen. Ten slotte is de francofonie niet meer wat zij is geweest. Dus is Frankrijk zuinig op de troeven die het altijd had”.

Rozemond vindt Chirac wel een persoon met een diepgaande belangstelling voor de Afrikaanse cultuur. „Wat dat betreft is het bij hem niet louter machtspolitiek. Bij hem bespeur, ik zeker ook echte interesse”.

Duitsland

Toen Chirac in het voorjaar besloot de militaire dienstplicht af te schaffen en een beroepsleger te vormen, sloeg dat in Duitsland in als een bom. Frankrijks belangrijkste tegenhanger in Europa moest het Franse voornemen als het ware in de krant lezen. Dat stond haaks op de consultatieverplichting, die inhoudt dat de twee niets zullen ondernemen zonder elkaar eerst te raadplegen.

Van een oprecht warme relatie tussen Bonn en Parijs kan anno 1996 niet echt worden gesproken, oordeelt Rozemond. „Over de Europese munt zijn de meningen bijvoorbeeld erg verdeeld. De Duitsers zien het als een zuiver monetaire kwestie die moet worden overgelaten aan monetaire autoriteiten. Frankrijk wil de munt zo veel mogelijk onder politieke controle brengen. Die tegenstelling zal nog wel een tijd doorgaan”, verwacht de Clingendaelonderzoeker.

Overigens was de verhouding tussen Kohl en Chiracs voorganger Mitterrand ook niet altijd koek en ei. „JVIet name in de maanden rond de eenwording heeft Mitterrand geprobeerd rond Kohl heen te werken. Ze hebben wel eens hand in hand op het slagveld gestaan. Maar als je door middel van een tolk met elkaar converseert, kun je toch niet spreken van een bijzonder hechte betrekking. Niettemin is Kohl realist genoeg en begrijpt hij dat hij geen zaken kan doen met de Franse oppositie. Met Chirac heeft hij nog vijf en een half jaar te gaan”.

De relatie die Frankrijk met Duitsland heeft, is van andere aard dan van die met Nederland. „De manier waarop Chirac elke keer het Nederlandse drugsbeleid aanviel, was aan de opvallende kant. Hij is in het algemeen geneigd iets meer uit te halen naar het buitenland. Hij koestert de hoop dat hij tegen een kleiner land als Nederland wat gemakkelijker zijn gelijk kan halen dan tegenover wat grotere landen”, betoogt Rozemond.

Opstelling

Wil Frankrijk een gerespecteerde plaats in Europa en in de wereld behouden, dan zal het land moeten kiezen voor een ‘genormaliseerde’ opstelling tegenover zijn partners en zijn solistische ambities moeten laten varen, analiseerde drs. A. P. Matla in de Internationale Spectator. Op dit moment is de koers die Chirac uitstippelt, niet erg vastomlijnd of visionair. Het staatshoofd wordt heen en weer geslingerd tussen oude, gaullistische tradities en nieuwe, moderne uitdagingen.

Vooral wordt Chiracs buitenlands beleid tot nu toe gekarakteriseerd door botsingen met Europese partners daar waar Frankrijk ‘ouderwets zelfstandig handelt’. Rozemond sluit niet uit dat dit vertragend werkt op het proces van de Europese eenwording. „Frankrijk probeert voortdurend het Europese Hof, de Europese Commissie en het Europees Parlement ver van alle zaken te houden waar vaart in gebracht moet worden. Met name geldt dat op het terrein van justitie en binnenlandse aangelegen’heden. Frankrijk poogt de invloed van regeringen te versterken en wenst er zelf het best uit te springen door rechtspraak, Europese Commissie en Etiropees Parlement zo veel mogelijk op afstand te houden”.

Rozemond vreest dat Chirac er redelijk in slaagt de rol van Frankrijk te versterken. Hij illustreert dat met de totstandkoming van de “action commune”, een pakket besluiten dat door Frankrijk begin oktober Ierland werd aangereikt en dat in december het traject moest hebben afgelegd.

Rozemond: „Het is een slordige manier van werken, een aanfluiting van openbaar bestuur. Dat is het Franse effect op de werkwijze van de Europese Unie. Als we niet oppassen, gaat dat steeds verder door. Nederland is, als het verdrag wordt herzien, toevallig voorzitter en kan dan niet gemakkelijk zijn stekels opzetten. De trend neigt naar de zorglijke kant: de verfransing van Europa ofwel het stempel van de Vijfde Republiek -die toch een speciale variant van democratie is- op de Europese Unie. De parlementaire democratie is zwak verankerd in de Vijfde Republiek. Het parlement heeft weinig in de meUc te brokkelen. Dat merken we in Europa. De Europese Unie gaat helaas steeds meer lijken op de Franse Vijfde Repubhek”.

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 21 december 1996

Reformatorisch Dagblad | 32 Pagina's

Chirac tussen oud en nieuw

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 21 december 1996

Reformatorisch Dagblad | 32 Pagina's