Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Pijn over verdeeldheid in reformatorische zuil

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Pijn over verdeeldheid in reformatorische zuil

Ds. Goudriaan: „Alleen toekomst bij terugkeer naar eenvoud der Waarheid”

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

De gereformeerde gezindte móet niet staan naar verdeeldheid. De verbrokkeling werkt volgens ds. J. Goudriaan van de Oud  Gereformeerde Gemeente in Ede „verwoestend en verzwakkend”. De reformatorische zuil heeft volgens de predikant alleen toekomst als „we terugkeren naar de eenvoud der Waarheid en de leer der vaderen”. Hij heeft wat dat betreft grote zorgen, gezien de „vervlakking” ter linkerzijde en „het strijden voor een vorm zonder inhoud” ter rechterzijde.

Volgens de predikant uit Ede is het oprichten van reformatorische organisaties „helaas” vaak onvermijdelijk. „Door de snel toenemende verwereldlijking wordt het voor christenen steeds moeilijker om mee te doen in algemene organisaties”.

Als voorbeeld wijst ds. Goudriaan op het zakenleven, het terrein waarop hij als eigenaar van een broodfabriek met 55 werknemers actief was voordat hij in 1987 predikant werd. „In die tijd waren bijeenkomsten meestal nog puur zakelijk, maar tegenwoordig komen er steeds meer dingen bij die absoluut niet verantwoord zijn”. Hij wijst daarbij op beurzen die op zondag open zijn en op de reclames van brancheorganisaties waar je als christen-ondernemer niet aan mee kunt doen. „Je wordt steeds meer buitengesloten als je je principes wil vasthouden”.

Nood

Toch pleit de predikant uit Ede voor terughoudendheid bij het oprichten van eigen organisaties. „Alleen als we echt niet meer mee kunnen doen in andere organisaties, moeten we zelf iets oprichten. Dus eigen organisaties dienen uit de nood geboren te zijn”.

In de afgelopen jaren zijn er in de reformatorische zuil tal van organisaties opgericht, die soms zelfs op hetzelfde terrein actief zijn. Tot zijn grote spijt constateert ds. Goudriaan deze verbrokkeling. „Die betreur ik sterk, want we hebben elkaar juist in deze tijd hard nodig. Het doet mij dan ook pijn dat degenen die op grond van Gods Woord en de belijdenisgeschriften samen kunnen zijn, elkaar zo weinig zoeken. Er moet juist worden samengewerkt waar dat mogelijk is, want verdeeldheid werkt verzwakkend”.

Als een voorbeeld van een „betreurenswaardige” verbrokkeling wijst de predikant op het bestaan van vier organisaties in de gereformeerde gezindte voor kraam- en gezinszorg. „BKGM, BKG, SHG en RST zouden best samen kunnen gaan. Ik merk in de praktijk eigenlijk geen verschillen en daarom zou het een goede zaak zijn als ze samen zouden werken”.

Toch heeft de samenwerking ook duidelijk haar grenzen, benadrukt de predikant. „Als het om activiteiten gaat waar de verkondiging van Gods Woord nadrukkelijk mee verbonden is, zoals de zending, moeten we voorzichtig zijn. Het gaat er dan namelijk om dat we in de grondstukken van de Waarheid niet dwalen”.

Heilige huisjes

Als een belangrijke oorzaak van de enorme verbrokkeling in de gereformeerde gezindte noemt de predikant de kerkelijke verdeeldheid. „Helaas spelen onze eigen heilige huisjes meestal zo’n grote rol. Men is van A, B of C en daarom worden eigen organisaties opgericht. Dat is te betreuren, want het is vaak mensenwerk en daar krijgen we de Heere nooit in mee. Waar valt echter nog iets van de ware nood en schuld te beluisteren? Mochten we maar meer smart omdragen over al die verdeeldheid”.

Ook het functioneren van sommige organisaties -„ik noem liever geen namen, want er is al verdeeldheid genoeg”- roept bij ds. Goudriaan vragen op. „Ze zijn met goede bedoelingen opgericht, maar zijn ze nog wel echt reformatorisch? Ze zijn weliswaar gegrond op Gods Woord en de drie belijdenisgeschrif ten, maar uit de praktijk blijkt dat sommigen ver afgeweken zijn van de Waarheid”.

Met grote zorg constateert de dominee dat de term “reformatorisch” in sommige gevallen alleen nog een etiket is, dat de inhoud niet meer dekt. „De verwatering in de gereformeerde gezindte gaat door, terwijl velen het niet opmerken. Het grote gevaar van de reformatorische zuil is dan ook dat we denken onze zaken aardig voor elkaar hebben, terwijl we in werkelijkheid afglijden”.

Als oorzaak van de uitholling van de gereformeerde gezindte van binnenuit wijst ds. Goudriaan op het loslaten van de ware leer. „Van de noodzaak van de waarachtige bekering wordt steeds minder gehoord. We zijn goed geschapen, maar sinds onze diepe val in Adam liggen we dood in onze zonden en misdaden en zullen we uit onze geestelijke doodstaat door de kracht des Goddelijken Geestes levendgemaakt moeten worden. Daarom mogen we Genesis 3, waar onze val wordt beschreven, nooit vergeten. Daar zijn we immers Gods beeld kwijtgeraakt. Alleen als de Heere ons daaraan ontdekt, gaan we zien dat we zonder God op de wereld zijn”.

Nachthutje

Tot zijn grote droefheid moet de predikant vaststellen dat er in de gereformeerde gezindte weinig echt geestelijk leven meer is. „Als iemand bekeerd wordt, is dat te merken aan daad, praat en gewaad. Helaas wordt dat veelal niet meer erkend. Er is tegenwoordig wezen zonder vorm en ook veel vorm zonder wezen. Ik denk dat we veel verder weg zijn dan menigeen denkt. Het is een donkere tijd, waarin de Kerk vereenzaamt als een nachthutje in de komkommerhof. Gods volk wordt een vreemdeling in de wereld. Voor de levende kerk wordt het steeds moeilijker”.

„Er is wel veel godsdienst, maar er wordt helaas zo weinig meer gehoord van mensen die God kwijt zijn. Er zijn er genoeg die zijn begonnen met God, maar de grote vraag is of God ook met hen is be gonnen. Er is zo veel optochtelijkheid. Er wordt gesteld dat je moet geloven en dat Jezus alles heeft volbracht, maar waar hoor je nog van iemand die God in der waarheid mist?”

„Een ander groot gevaar in de gereformeerde gezindte is dat we alleen strijden voor de vorm, terwijl we het wezen van het waarachtige geloof missen. Als dat het geval is, zijn we echter bhnde ijveraars, van wie niets uitgaat. Het is dan van: raak niet, smaak niet en roer niet aan. Ook daar prikt de buitenwereld doorheen”.

Bezinningsavonden

Ds. Goudriaan vindt het belangrijk dat de jeugd „de grondstukken van de Waarheid” worden bijgebracht. Dat is volgens hem in de eerste plaats een taak van de ouders en de kerk. Daarnaast vervult ook het reformatorisch onderwijs hierbij een grote rol.

Bij het opvoeden dient volgens de predikant de jeugd ook gewapend te worden tegen de gevaren van de verwereldlijking, „Onze jongeren zitten soms tot hun twintigste jaar in een besloten milieu en als ze dan gaan werken of bijvoorbeeld op een universiteit komen, weten sommigen niet goed om te gaan met hun principes. Daarom is het belangrijk om de jeugd bij te brengen hoe ze als christen dienen te handelen en te wandelen”.

Het bezoek aan reformatorische bezinningsavonden wijst de predikant op zich niet af. Dat veel jongeren op zaterdagavond niet meer thuis willen blijven, constateert hij als een gegeven. „Alles is veranderd. Daar moet je nuchter in zijn. De jeugd zoekt iets massaals. Daar moeten we rekening mee houden. Daarom vind ik dergelijke avonden niet verkeerd, mits „de Boodschap zuiver wordt gebracht”.

Leraar én herder

Hoewel het oprichten van allerlei organisaties om onze identiteit te beschermen niet verkeerd hoeft te zijn, zo benadrukt ds. Goudriaan, „moeten we wel waken voor we reldvreemdheid. In onze handel en wandel dienen we wel nuchter te blijven en geen rare kunsten en ziekelijke dingen uit te halen. We moeten niet vergeten dat we door onze daden meestal meer spreken dan door onze woorden”.

„Dat geldt bijvoorbeeld in het zakelijk leven. Zo gaat het er onder andere om dat we eerlijk zakendoen, want als dat niet gebeurt, is het een aanfluiting en tot oneer van God. Daarom pleit ik voor uiterste terughoudendheid bij het voeren van het etiket “reformatorisch” in het dagelijkse leven, want als ons leven niet in overeensteming is met onze belijdenis, prikt de wereld er zo doorheen”.

Ook waarschuwt de dominee ervoor dat predikanten te veel in allerlei organisaties deelnemen. „In veel gevallen leidt dat tot verschraling van het geestelijk leven en gaat het ten koste van het ambt. Voor dat taatste moeten we ook erg oppassen, want juist in deze tijd heeft de gemeente niet alleen een leraar maar ook een herder hard nodig”.

Toekomst

De gereformeerde gezindte heeft volgens ds. Goudriaan alleen toekomst als wordt teruggekeerd tot de zuiverheid der Waarheid en de leer der vaderen. „JDe kerkelijke verdeeldheid w^rkt verwoestend, want er gaat niets vruchtbaars van uit. Zelfs degenen die bij elkaar horen, kunnen elkaar vaak slecht verdragen. Daaruit blijkt wel dat er veel mensenwerk bij is, want anders zou er meer een bukken en buigen onder elkaar zijn. Wjiar het ware leven in beoefening wordt gemist, ontbreekt dat echter. Helaas zien we dat in onze tijd zo vaak. Maar wie heeft daar nog echt smart over?”

Als er wordt gesproken over de kerkelijke verdeeldheid wijst de oud gereformeerde predikant op het belang van de Nederlandse Hervormde Kerk. „Bij onze oude vaderlandse kerk horen we eigenlijk thuis. Ik huldig het standpunt van ds. Ledeboer in dezen voor de volle honderd procent. Als ik wel eens preek in een hervormde kerk doet mij dat wel wat, want het is eigenlijk onze plaats. Ik betreur het dan ook sterk dat dit steeds minder leeft in de afgescheiden kerken”.

Of de Kerk hier op aarde werkelijk weer bij elkaar komt, kan de predikant niet zeggen. „Er zijn er die hebben geprofeteerd dat de nood de Kerk weer tot elkaar drijft. Wel zeiden ze dat dit in een weg van veel bloedvergieting zou gaan. Of dit echter zal gebeuren, weet ik niet. Ik laat het liever liggen”.

Beslissende vraag

Ondanks alle verdeeldheid en verbrokkeling hier op aarde, benadrukt ds. Goudriaan om het niet van organisaties en kerken te verwachten. „Het gaat er ten diepste om of er een werk Gods in onze harten is gewrocht. Als dat gebeurt, vindt er een persoonlijke verzuiling in ons leven plaats. De Heere zegt immers Zelf: „Mijn volk zal alleen wonen”. De beslissende vraag is dan ook of wij daar iets van mogen beleven. Alleen Gods volk heeft immers toekomst. Daarom geldt voor een ieder: Zijt nuchter en waakt”.

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 4 juni 1996

Reformatorisch Dagblad | 18 Pagina's

Pijn over verdeeldheid in reformatorische zuil

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 4 juni 1996

Reformatorisch Dagblad | 18 Pagina's