Boekzendingen verstopt in wijnvaten
Dr. Postma houdt zich al jaren bezig met relatie Franeker universiteit en Hongarije
AMSTELVEEN - Kilometers Nederlandse boeken in Hongarije en Roemenië (Zevenburgen). Dr. Ferenc Postma kwam ze daar tegen toen hij op zoek was naar geschriften afkomstig van de Franeker Academie. Hongaarse studenten die aan deze gereformeerde universiteit studeerden, namen ze in grote hoeveellieden, soms verstopt in wijnvaten, mee terug naar hun vaderland. Voor dr. Postma was de inventarisatie van “Franeker academisch drukwerk” het onderwerp van zijn proefschrift, waarop hij onlangs in Boedapest promoveerde.
Zijn jarenlange speurtochten naar Nederlandse werken in Hongarije en Zevenburgen hebben een rijke oogst opgeleverd, maar het eigenlijke onderzoek moet nog beginnen. Na de inventarisatie van de vele academische drukken wacht nu het meer inhoudelijke onderzoek, mede gebaseerd op de archivarische gegevens.
De naam Ferenc verraadt al Hongaarse wortels. Ferenc’ moeder is een Hongaarse. „Op zesjarige leeftijd kwam zij, vrij kort na de Eerste Wereldoorlog, naar Nederland met een Rode-Kruistransport; de kindertrein met de „ogenaamde bleekneusjes. Haar vader was omgekomen tijdens de oorlog. Het is een tragisch verhaal. Haar moeder heeft ze nooit meer teruggezien. Toen ik in Boedapest promoveerde, was het voor haar de eerste keer dat ze weer in Hongarije terugkwam”.
Band met Franeker
Dr. Postma heeft al vele jaren ‘wat’ met Hongarije en Franeker. Wat wil je ook als je zelf zoon van een Hongaarse én een Fries bent. Die combinatie was ook levende werkelijkheid in de zeventiende en achttiende eeuw. Talrijke Hongaarse studenten verbleven in Franeker om daar aan de academie (die van 1585 tot 1811 bestond) te studeren. Het zijn er maar liefst meer dan 1200 geweest! De Franeker Academie was een beslist gereformeerde opleiding waaraan onder meer Lubbertus en Maccovius doceerden. De universiteit is de eeuwen door tot grote zegen geweest voor de Hongaren, ook nadat zij in hun vaderland terugkwamen en hun eigen kerk gingen dienen.
Over deze relatie van Hongarije en Franeker heeft Postma verschillende publicaties op zijn naam staan. Zijn onlangs verschenen bibliografie staat afgedrukt in een “liber amicorum” dat hem vorig jaar ter gelegenheid van zijn vijftigste verjaardag werd aangeboden (onder de titel “Een boek heeft een rug”, verschenen bij uitgeverij Boekencentrum). Toen de ommekeer in “de Oostbloklanden ook zijn beslag kreeg in Hongarije en Roemenië, openden zich voor Postma talloze onderzoeksmogelijkheden. Hij maakte er dankbaar gebruik van.
Inventarisatie
Zijn proefschrift, dat hij in Boedapest verdedigde, is een inventarisatie van door Hongaarse studenten geschreven werken die in Franeker gedrukt zijn én van werken die vanuit de Franeker- universiteit zijn gepubliceerd en heden ten dage nog uitsluitend voorkomen in Hongaarse en Zevenburgse bibliotheken. Het zijn kilometers boeken, zo was de ervaring van Postma. ,i\ex is een aparte ervaring om zo’n tweeduizend kilometer van huis te stuiten op talloze boeken uit Friesland, vaak voorzien van sierlijk geschreven ‘opdrachten’ van Franeker professoren zelf’.
De inventarisatie zelf is zeer recent verschenen als onderdeel van het dikke boekwerk “Auditorium Academiae Franekerensis”, een uitgave van de Fryske Akademy, die Postma samenstelde samen met dr. J. van Sluis. Deze totaalbiografie van redevoeringen, disputaties en gelegenheidsdrukwerk van de Franeker Academie kan volgens Postma een grote dienst bewijzen aan het onderzoek naar het onderricht van de docenten, naar de onderwijsmethode, naar de zich wijzigende opvattingen en inzichten van docenten en niet in de laatste plaats naar het studieverloop van de studenten zelf.
Er is een „enorme export van boeken” geweest, zegt dr. Postma. De Hongaren waren niet alleen leergierig, maar hadden ook de opdracht, bij voorbeeld van hun vorst van Zevenburgen die hen ‘sponsorde’, zo veel mogelijk boeken mee terug te nemen. Dat gebeurde via kisten en koffers, maar soms zelfs in wijnvaten.
Visitekaartje
Postma heeft in totaal 26 bibliotheken in Hongarije en Roemenië „afgegraasd”. In Roemenië (Zevenburgen) kon hij een jaar na de Decemberrevolutie van 1989 zijn speurwerk beginnen. Hij staitte daar (nog steeds) op de grote tegenstellingen tussen Roemenen en Hongaren. Postma was kind aan huis in de bibliotheek van de Roe meense Academie van Wetenschappen (Cluj), waar in een centraal depot alle kerkelijke boekencoUectieslagen opgeslagen die geconfisqueerd („zeg maar gestolen”) waren. Hongaren hebben er nauwelijks toegang, maar Postma kon er ongestoord werken en dit visitekaartje ook gebruiken voor verder onderzoek in Roemenië.
Al dit bibliotheekonderzoek resulteerde ten slotte in de verdediging van zijn proefschrift. Dat gebeurde aan de gereformeerde Karoli Gaspar-universiteit te Boedapest. Ook die plechtigheid is een verhaal apart. „Een promotieplechtigheid lijkt op een kerk dienst”, zegt Postma. „Er wordt met
gebed, schriftlezing en psalmgezang begonnen, waarna de twee uur durende plechtigheid aanvangt. Het proefschrift was op een vrijdag verdedigd, maar ‘s maandags daarop volgde pas de laudatio (het verrichten van de promotie, KvdZ), die ook weer het karakter van een kerkdienst had. Die hele liturgische setting heb ik als iets weldadigs ervaren”.
Traditioneel
Het theologisch denken in Hongarije is sterk traditioneel, „degelijk” in de goede zin van het woord, zo is de ervaring van Postma. Nadat twee generaties buiten kerk en geloof zijn opgegroeid, is er nu een grote interesse van de kant van jongeren om antwoord op levensvragen via de kerk te vinden. De gereformeerde theologische opleidingen in Boedapest en Cluj (Roemenië) trekken momenteel beide zo’n driehonderd studenten.
De opleidingen hebben te weinig middelen om zichzelf van boeken te voorzien. De meeste (westerse) boeken krijgen zij dan ook in geschenkvorm. De Hongaarse theologen kunnen nog moeilijk hun houding bepalen ten aanzien van ‘moderne’ ontwikkelingen, „want er is zo veel en zo veel tegelijk”. Het grote gevaar is dat het eigene van hun kerk ondergesneeuwd raakt, zoals men trouwens in heel
Hongarije het Westen navolgt als hét grote voorbeeld.
Dr. Postma is als universitair docent van de Vrije Universiteit verbonden aan de werkgroep informatica van de theologische faculteit. Die werkgroep houdt zich al vele jaren bezig met verwerking van het Oude Testament in de computer. De VU is recent een samenwerkingsverband aangegaan met de Karoli Gaspar-universiteit. Postma, die van huis uit oudtestamenticus en hebraïcus is, heeft nu de taak om deze samenwerking, met name met de theologen, verder gestalte te geven.
Tökes
Aardige bijzonderheid is dat Postma ook de Zevenburgse bisschop Laszló Tökes goed kent en bij diens ouders al vele jaren over de vloer komt. Toen Postma in Boedapest promoveerde, reisden Tökes en hij naar de Hongaarse hoofdstad. TóTces was namelijk voor een bezoek in Nederland geweest.
Postma toont zich verheugd en dankbaar over de warme manier waarmee de Hongaren, ook aan de Karoli Gaspar-universiteit, zijn moeder hebben bejegend. Ferenc nam zijn moeder mee naar de verschillende plekken waar zij ooit gewoond had. Veel was verdwenen en verwoest in de laatste oorlog. Straatjes die op oude plattegronden nog waren te vinden, waren weggevaagd en hadden plaatsgemaakt voor brede alleeën.
Als kind kon zijn moeder van enkele etages hoog de zigeuners horen spelen. Maar na ruim zeventig jaar zijn ook die geluiden verstomd. De romantiek lijkt ver weg. Hongarije is sterk veranderd, en de mensen met hem.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 5 april 1996
Reformatorisch Dagblad | 28 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 5 april 1996
Reformatorisch Dagblad | 28 Pagina's