De VGS verliest haar gezicht
Verhage: Ik voer liever het woord bij de Raad van State dan bij de opening van een school
Het was een gewaagde onderneming. In 1976 gaf J. J. Verhage zijn baan als gemeenteambtenaar op om algemeen secretaris van de Vereniging voor Gereformeerd Schoolonderwijs (VGS) te worden. „Collega’s wezen naar hun hoofd, maar ik zag het zitten”. Verhage kon toen niet bevroeden dat hij dit werk twintig jaar zou blijven doen. Vanmiddag neemt hij in de Rotterdamse Doelen afscheid van de VGS tijdens de 75-jarige jubileumviering van ’zijn’ organisatie. „Als ik m’n leven mocht overdoen, zou ik dezelfde stap opnieuw nemen”.
Verhage. Zijn naam wordt in onderwijsland in één adem genoemd met de VGS. Twee decennia lang was de nuchtere Zeeuw hét gezicht van de reformatorische schoolbesturenorganisatie. Talloze besturen klopten bij hem aan voor advies. Hij lobbyde intensief op het ministerie in Zoetermeer om de VGS meer bekendheid te geven. Bij de Raad van State vocht hij voor de uitbouw van het reformatorisch voortgezet onderwijs. De VGS zelf groeide onder zijn leiding uit van een organisatie die dreef op een paar vrijwilligers tot een professioneel kantoor met zeven personeelsleden.
Creatieve geesten hebben de VGS al eens omgedoopt in Verhages Gereformeerd Schoolonderwijs. Verhage zelf zal de laatste zijn om zich te beroemen op zijn werk. „Ik heb gelukkig altijd een goede gezondheid gehad”, zegt hij bescheiden. „En niet te vergeten een vrouw die veel wilde accepteren. Dat laatste was hard nodig. Vooral in het begin, toen ik nog kantoor aan huis hield. Het was een enorm rommelige tijd. Mijn vrouw heeft er nooit over geklaagd”.
Geen salaris
Verhage werd in 1932 in Domburg geboren, „toen zo’n beetje het einde van de wereld”. Al snel verhuisde het gezin naar het naburige Aagtekerke. Daar ging de jonge Johannes Jan naar de door ds. R. Kok opgerichte gereformeerde-gemeenteschool. Het voortgezet onderwijs volgde hij in Middelburg. „En daarna wist ik het niet precies. Ik wilde graag bij de recherche, maar dat zagen mijn ouders niet zo zitten. Dat lag natuurlijk gevoelig. Een kennis van ons werkte op het gemeentehuis en die zei: Is een baan bij de gemeente niks voor jou?”
De vader van Verhage stapte met dat advies naar SGP-burgemeester Kodde van Zoutelande. Die had wel plaats voor Verhage junior als volontair, een inmiddels niet meer bestaande ambtenarenbaan. „Ik kreeg geen salaris. Dat was in die tijd heel normaal”. Na slechts vier maanden stapte Verhage al weer op. St. Laurens trok. Daar werd een gemeenteambtenaar gevraagd. Verhage werd benoemd. „Bij mijn vertrek uit Zoutelande kreeg ik toch nog een vergoeding. Ik meen 200 of 400 gulden”.
Na St. Laurens volgde Serooskerke. „Toen ik daar solhciteerde, zei iemand tegen me: Je hebt één gebrek: Je bent van de Gereformeerde Gemeenten. De snapte dat wel, want Serooskerke was overwegend gereformeerd en confessioneel hervormd. Niettemin kreeg ik de baan. De burgemeester zei: Lc vraag niet watje bent of wat je kunt, maar wat je wilt. Naast ambtenaar was ik daar gemeenteontvanger en ambtenaar van de burgerlijke stand”.
Boezemsingel
Op 25-jarige leeftijd zei Verhage Zeeland vaarwel om gemeenteambtenaar in Ridderkerk te worden. „Ik wilde wel eens wat anders. Bovendien hing Walcheren een gemeentelijke herindeling boven het hoofd en dat zou mij mijn baan kunnen kosten”. In mei 1958 streek Verhage met zijn vrouw in Ridderkerk neer. „We hadden nog geen kinderen, maar ik werd toch lid van de plaatselijke schoolvereniging van de ds. G. H. Kerstenschool met de gedachte: Dan krijg je wat contacten”. Die stap heeft Verhage, achteraf bekeken, geweten. Voordat hij er erg in had, werd hij tot bestuurssecretaris gebombardeerd en afgevaardigd naar de jaarvergadering van de VGS, die toen nog in het catechisatielokaal van de Boezemsingelkerk in Rotterdam werd gehouden. Verhage zou vanaf 1960 tot heden geen jaarvergadering meer missen...
Het werk bij de VGS werd in die jaren voornamelijk door secretaris mr. J. de Heer gedaan. Verhage: „Hij moest dat naast zijn drukke advocatenpraktijk in Gouda doen. Er werd binnen de VGS al wel gesproken over de mogelijkheid om een eigen kantoor op te zetten. Er was echter discussie over de vraag of zo’n kantoor er vooral voor identiteitszaken of juist voor technische zaken zou moeten zijn”.
Rommelige ujd
De benoeming van mr. De Heer tot directeur van de pedagogische academie De Driestar bracht de zaak in een stroomversnelling. De Heer had geen tijd meer om VGS-secretaris te blijven en bedankte in juni 1975. Op dat moment kwam Verhage in beeld. Eerst als tijdelijke vervanger, vanaf 16 april 1976 als de eerste fulltime algemeen secretaris van de VGS. „Mijn collega’s wezen naar hun hoofd. Ik gaf een baan als ambtenaar met vele zekerheden op voor een ongewisse toekomst. Maar ik zag het zitten”. Die begintijd staat in Verhages geheugen gegrift. „Ik hield kantoor op een slaapkamer, kocht een bureau, tikte op een kofferschrijfmachine, ging naar de ’Guido’ of de boekhandel om te kopiëren en liet m’n vrouw en twee dochters helpen met het versturen van de post”.
Behelpen dus? „Ja, maar het was een prachttijd, de mooiste tijd van m’n leven. Ik zou het weer zo doen. Het was ook rommelig hoor. Er werd ontzettend veel gebeld. Vooral ’s avonds, want dat waren die besturen gewend bij mr. De Heer. Soms kwam er een bestuursdelegatie bij me thuis. Ik ging zelf ook veel op pad. Naar Kampen, naar Goes, naar Apeldoorn en noem maar op. Mijn vrouw bleef thuis altijd op me wachten, ook al werd het half twee”.
Het beheren van de fiiianciële middelen van de VGS was een andere bezigheid. „In mijn vorige baan bij de gemeente Ridderkerk zei het me niks als er een tekort was van een miljoen. Ik merkte dat vanzelf wel in de onroerend-goedbelasting... Bij de VGS gaat het uiteraard een beetje anders. Als Zeeuw ben ik zuunig”.
Wisselgeld
Mr. De Heer werkte op het gebied van technische zaken regelmatig samen met de protestants-christelijke Besturenraad in Voorburg. „Dat had tot gevolg dat de VGS als zelfstandige organisatie bij het ministerie nauwelijks bekend was”, aldus Verhage. „De heb daar zelf contacten moeten leggen. Dat ging vrij goed, ook omdat ik de ambtenarencultuur van binnenuit kende. Ds sprak hun taal. De ene ambtenaar was natuurlijk bereidwilliger dan de ander, maar in de regel had ik over hun hulp niet te klagen. De vertelde hun soms dingen over het reformatorisch onderwijs waar zij wat aan hadden. Zo kreeg ik wisselgeld”.
Een schoolbestuurder moet tegenwoordig bijna een professioneel zijn. Decentralisatie huisvesting, lumpsumfinanciering, schaalvergroting, personeelsbeleid zijn gecompliceerde onderwerpen die de agenda beheersen. „De risico’s worden steeds groter, ook de financiële”, zegt Verhage. „Een school kan tegenwoordig faiUiet gaan. Je moet er niet aan denken van zo’n school bestuurslid te zijn”.
Slepend
Verhage heeft de indruk dat de meeste schoolbesturen in eigen kring de noodzaak van deskundigheidsbevordering wel inzien. De cursussen die de VGS voor dit doel heeft opgezet, draaien goed. Toch zijn er ook besturen waar Verhage zich zorgen over maakt. „Soms moet een vacature per se door iemand van een bepaalde kerkelijke kleur vervuld worden. Maar als er in die kerk geen deskundige kandidaat voorhanden is, loop je het gevaar dat er een niet-deskundig iemand wordt gekozen”. Op de vraag of de animo voor het schoolbestuurswerk is verminderd, antwoordt Verhage diplomatiek: „In ieder geval niet vermeerderd”.
De VGS-secretaris is in de loop der jaren een goede bekende van de Raad van State geworden. „Minstens tien keer” verdedigde hij aanvragen voor de stichting van een reformatorische school voor voortgezet onderwijs en voor subsidie voor de schoolbegeleidingsdienst BGS. Stapels brieven gingen richting Den Haag. Sommige zaken werden slepende conflicten, zoals het verzoek om een havo-afdeling in Goes te starten, de oprichting van de ’Jacobus Vrxxyliec’ in Apeldoorn en de ’Pieter Zandt’ in Kampen. Als een terriër beet Verhage zich in de materie vast. Het werk had de liefde van zijn hart. „Ik voer liever het woord bij de Raad van State dan bij de opening van een nieuw schoolgebouw”.
Zoete vruchten
Veel getouwtrek werd veroorzaakt door het niet willen erkennen van het reformatorisch onderwijs als zelfstandige denominatie. Een ander fel bekritiseerd item was de betrouwbaarheid van de leerlingprognoses die de Veenendaalse registerinformaticus K. Karels al jarenlang voor het reformatorisch onderwijs verzorgt. Over de prognosemethode hebben Karels en Verhage moeten stoeien met een van de staatssecretarissen van onderwijs, drs. K. de Jong Ozn. „Hij zei: Jullie prognoses kloppen van geen kant. We hebben er acht jaar over gedaan om de basis van onze prognoses, het aantal SGP-stemmers bij de landelijke verkiezingen, erkend te krijgen”.
Elk jaar voert het ministerie van onderwijs een aantal keren overleg met organisaties ’in het veld’ over het Plan van Scholen. De VGS mag aan dat overleg niet meedoen omdat zij te klein is. In 1977 echter mocht een delegatie van de VGS voor het eerst rechtstreeks met de toenmalige staatssecretaris van onderwijs praten over het scholenplan.
„Sommige organisaties waren best jaloers op ons”, zegt Verhage, „want dat rechtstreekse overleg heeft meerdere keren zoete vruchten opgeleverd”. Staatssecretaris Wallage maakte begin jaren negentig een einde aan die bevoorrechte positie. Hij liet zijn ambtenaren met de VGS overleggen. Mevrouw Netelenbos heeft die gewoonte van hem overgenomen.
Verhage wordt op 16 april officieel opgevolgd door de 40-jarige mr. P. Hugense, die sinds 1982 adjunct-algemeen secretaris van de VGS is. Gaat er veel veranderen? Verhage: „Iedereen die na mij komt, is anders dan ik. Anderzijds werkt Hugense al dertien jaar bij de VGS. Hij draait dus lang genoeg mee. Bovendien: We komen uit hetzelfde dorp...”
Zie ook pag. 9: ”VGS viert 75-jarig bestaan”
,,Herkenbare achterban"
Er zijn in ons land maar weinig maatschappelijke en politieke organisaties meer die kunnen bogen op een 75-jarig bestaan. Organisaties verdwijnen, bijvoorbeeld omdat er geen redelijk doel meer wordt gediend of omdat er geen draagvlak meer is. Vanaf de jaren zeventig zijn veel organisaties in elkaar opgegaan. Dat de VGS zich nu al 75 jaar kan presenteren als vertegenwoordiger van de reformatorische scholen is dan ook een feit om te gedenken. Er is in 1996 nog steeds' sprake van een homogene, herkenbare achterban die de organisatie wil dragen. Een achterban die de bestuurüjke krachten heeft gebundeld in de VGS om samen aan het eigen, confessionele karakter van de reformatorische richting inhoud te geven. Er is in 75 jaren veel werk gedaan en er is perspectief. Daarin mag de zegen van de Heere God worden ervaren. De feliciteer de VGS graag met dit jubileum en spreek de wens uit van een blijvende goede samenwerking.
S. J. C. Cnossen, directeur Landelijk Verband van Gereformeerde Schoolverenigingen.
,,Sympathiek en principeel"
De Besturenraad protestants-christelijk onderwijs en de Vereniging voor Gereformeerd Schoolonderwijs (VGS) hebben een al vele jaren omvattende relatie. Ik heb de VGS leren kennen en waarderen als een sympathieke en principiële organisatie waarmee het prettig samenwerken is. Onze relatie wordt naar mijn beleving bepaald door het samen staan voor christelijk onderwijs. De VGS heeft in het Nederlands onderwijsbestel een heel bijzondere plaats gekregen en behouden. En dat zal ook zeker zo blijven gezien de levensbeschouwelijke/godsdienstige differentiatie van de Nederlandse samenleving. Ouders kiezen voor een soort, een richting. Dat geldt zeker voor de keuze voor reformatorisch onderwijs. Die eigenheid als aanbod aan de samenleving zal behouden blijven en is goed voor de samenleving. Voor de VGS is het daarbij een uitdaging de algemeen bestuurlijke problemen op te pakken en adequaat te ondersteunen volgens de eisen van de tijd.
Drs. G. H. Voortman, algemeen directeur Besturenraad Protestants-Christelijk Onderwijs.
„Grote vasthoudendheid"
De jubilerende VGS ken ik als een organisatie die steeds met grote vasthoudendheid staat voor haar opdracht en dit doet met een geheel eigen en duidelijk herkenbaar geluid. Ik waardeer dit; dat het geluid nogal eens kritisch is, doet hieraan niets af. Wel ben ik van mening dat de dialoog met de rijksoverheid niet bemoeilijkt moet worden door wat wel koudwatervrees ten opzichte van het paarse beleid wordt genoemd. (...) Ter afsluiting wil ik de Vereniging voor Gereformeerd Schoolonderwijs mijn gelukwensen aanbieden met haar 75-jarige bestaan. De hoop dat de VGS haar eigen en duidelijk herkenbare rol binnen het bijzonder onderwijs nog lang met voldoening mag vervullen.
Mevrouw T. Netelenbos, staatssecretaris van onderwijs, in haar bijdrage aan het jubileumboek van de VGS.
,,Juist nu werk blijven doen"
Bij een jubileum als dat van de VGS moet je je afvragen of deze organisatie zichzelf niet heeft overleefd. Het is niet verkeerd om je bij een op zich bijzonder heugelijke gebeurtenis als een jubileum af te vragen of de organisatie nog bestaansrecht heeft. De belangrijkste reden om eventueel te besluiten de organisatie niet op te heffen, heeft naar onze mening rechtstreeks te maken met de identiteit. En als we dan bezien wat dp oprichters van de VGS destijds heeft bewogen om de wacht te betrekken bij het onderwijs op gereformeerde grondslag en in dat kader krachten te bundelen, is het antwoord op de gestelde vraag niet zo moeilijk. Zeker onder de huidige tijdsomstandigheden, waarin de positie van het bijzonder onderwijs met name inhoudelijk onder grote druk staat, is het (niet alleen) voor de VGS zaak om, vanuit hetgeen de oprichters bewoog, het werk te blijven doen. En dat in het besef dat het mensenwerk is en, kon het zijn, met de bede of de Heere Zelf het werk zou willen zegenen. We wensen het de VGS van harte voor de toekomst toe.
Mr. L. Bolier, secretaris van de Vereniging tot Bevordering van Schoolonderwijs op gereformeerde grondslag.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 13 januari 1996
Reformatorisch Dagblad | 30 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 13 januari 1996
Reformatorisch Dagblad | 30 Pagina's