Een teken dat verplichtingen schept

De predikant van de gereformeerde gemeente van Hardinxveld-Giessendam weet zich van oudsher op de jongeren betrokken. De oudschoolmeester en oud-hoofdonderwijzer was voor zijn theologische studie directeur van het schippersinternaat in Dordrecht Niet lang na zijn bevestiging tot predikant werd hij bestuurslid van de Jeugdbond van de Gereformeerde Gemeenten. Een aantal jaren gaf hij als voorzitter leiding aan het werk van deze bond. Ds. Van der Heiden vindt het moeilijk te zeggen hoeveel tijd hij als gemeentepredikant aan het werk onder de jongeren besteedt. „Ik bezoek jaarlijks de jeugdverenigingen, waar ik dan een onderwerp houd. In mijn vorige gemeente, Woerden, hield ik een paar keer per jaar tevens een preekbespreking”.

U voert ook persoonlijke gesprekkeen met jongeren

„Ja, gelukkig wel. Het gaat daarin over wezenlijke dingen, over bekering en wedergeboorte, maar ook over levensstijl en verkering. Opmerkelijk de laatste tijd was dat jonggehuwden nogal eens wilden praten over zorgen rondom het uitblijven van de kinderzegen”.

Goede verhouding

„Ik heb voor m’n gevoel een vrij goede verhouding met de jongeren. Op de catechisatie probeer ik, vooral bij de oudere jeugd, voor hun vragen open te staan. Daar maak ik dan tijd voor vrij, waarbij we de stof naar een volgende keer doorschuiven. „Jongens, als je vragen hebt over school of over je persoonlijk leven en ze zijn nuttig voor de hele groep, breng ze naar voren”, zeg ik elk jaar aan het begin.

Hardinxveld is een gemeente met veel jonge mensen en kinderen. In de prediking probeer ik altijd naar de jongeren toe een woord te hebben. Wanneer ik vanuit meer bevindelijke teksten preek, zoek ik altijd naar een aspect waarmee ik hen erbij betrek”.

Hoe omschrijft u de kerkelijke jongeren van onze tijd?

„Het zijn in de eerste plaats kinderen van Adam; het zijn kinderen die midden in deze tijd met haar geweldige verlokkingen en verleidingen staan. De jeugd heeft het moeilijker dan in vroeger jaren. De wereldgelijkvormigheid is meer doorgedrongen”.

Kritisch

„Of de jongeren wereldser zijn, durf ik niet te zeggen. Ook nu is er bij een aantal van hen een luisterend oor. Het doel van de catechisatie is niet het vertellen hoe de Heere een mens bekeert -de jeugd moet immers ook toegerust worden- maar als er ruimte is voor een persoonlijke toepassing, luisteren ze aandachtig. De vragen: Hoe word ik zalig? Hoe krijg ik God tot mijn deel? zijn er gelukkig net zo goed.

In de uitleving is er wellicht een verschil met vroeger. Neem de house- muziek, waardoor jongeren geestelijk en lichamelijk te gronde gaan. Maar was het in de disco anders? Het is het mensenhart dat naar de zonde en de wereld trekt Er zijn er onder onze jongeren die de tegenwoordige wereld liever hebben dan een leven naar Gods wet.

Ik durf niet beweren dat de jongeren ik-gerichter zijn. Ik vind wel dat het consumptiegedrag in kerk en gemeente toeneemt Men wordt kittelachtig. Je moet je steeds meer gaan waarmaken. Het is een zorgelijke ontwikkeling als mensen, onder wie ambtsdragers, sneller afgeschreven worden. Ook de jongeren hebben we trouw aan de gemeente te leren”.

Voorzienigheid

Welke houding mag de gemeente van de jongeren verwachten?

„Ik probeer op de catechisatie en met name in doopdiensten te benadrukken dat de jeugd van de gemeente gedoopt is, dat God hen apart heeft gezet Dat teken van Zijn verbond is niet vrijblijvend, maar schept verplichtingen met betrekking tot de manier van leven en denken, de levensstijl. We mogen de jongeren aanspreken op wat ze uit Gods hand ontvangen hebben. Ik mag van de jeugd eerlijkheid verwachten. Ook ik ga met hen eerlijk om. Ik verwacht van hen liefde tot de ambten, tot de ambtsdragers, geduld met hen. Het behaagt de Heere immers door hun dienst ook de jongeren te regeren. Jongeren moeten wéten dat het door de voorzienigheid van God is dat ze binnen deze gemeente gebracht zijn.

Wat de prediking betreft ga ik ervan uit dat de jeugd de diensten in elk geval bijwoont Ze komen in de werkplaats van de Heilige Geest Ik hoop hen in alle diensten te gedenken in het gebed, want ze staan in de branding van deze tijd. Maar ze moeten er wél zijn. Als je bekeerd wilt worden, moet je in de kerk wezen, zei Smytegelt In de tekstkeuze zoek ik naar een evenwicht tussen geschiedenissen en meer bevindelijke teksten. Het zou niet zo moeilijk zijn van week tot week uit de profeten te preken, maar ik doe dat niet vanwege de jongeren”.

Keuze

„Ik mag doordeweeks van mijn jongeren verwachten dat ze herkenbaar zijn. Het is een gedoopte jeugd, aan wie de Woorden Gods zijn toebetrouwd. De naam van de drieënige God is over hun leven uitgeroepen. Dan vraagt de Heere een leven naar Zijn inzettingen. Dat moet zichtbaar zijn in de levensstijl, dan kun je bepaalde plaatsen niet bezoeken. Het vraagt steeds een keuze en heeft een uitstraling in het omgaan met elkaar, in kleding, in je werk en je levenshouding op school, in militaire dienst in de verpleging. Dat vraagt getrouw te zijn, hoe onmogelijk dat in deze tijd ook is. Daarom is het zo nodig dat de ouderen de jongeren voortdurend meenemen in het gebed.

In het openbaar vervoer worden onze meisjes nogal eens belachelijk gemaakt Ik denk dat we onderschatten wat het voor hen betekent altijd een uitzondering te zijn. Juist vandaag is het nodig dat de liefde Gods ons hart vervult Anders is het slechts een last in Zijn weg te gaan en vol te houden”.

Zon en maan

„Als het gaat om de taak van de jongeren in de gemeente, denk ik aan de zorg voor ouderen en gehandicapten, aan oppassen in gezinnen waar een extra hand nodig is. Ik heb er weinig zicht op of er in de praktijk veel meer bijkomt

We proberen een jongere wel eens in te schakelen als een andere jongere dreigt af te haken. Dan vraag je op hem of haar te letten, eens een gesprekje te beginnen, iemand uit te nodigen voor de bondsdag. Dit gebeurt echter incidenteel”.

Bent u hoopvol gestemd voor de jongeren?

„Zolang de zon en de maan er zullen zijn, gaat God door met Zijn kerkvergaderend werk. Het huis des Heeren is nog niet vol en de prediking mag voortgaan. Jongeren moeten niet anders bekeerd worden dan in het verleden, al zijn de gevaren in hun leven groter. Misschien was er vroeger meer automatisme in de kerkgang. Hoe dan ook, de waarachtige bekering blijft nodig. En dat werk gaat door. Ja, dat gaat door. Het zaad zal Hem dienen. Het zal de Heere worden aangeschreven tot in duizend geslachten”.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen