Nieuwe ‘heilige oorlog’ in zicht
Westerse kerken moeten meer moed tonen tegenover Servisch-Orthodoxe Kerk
Meer moed tonen om voor je mening uit te komen en minder de rol van slachtoffer spelen. Deze houding moeten de kerken uit het Westen aannemen tegenover de vertegenwoordigers van de Servisch-Orthodoxe Kerk met het oog op de geweldsuitbarstingen op de Balkan.
Het Belgradose patriarchaat rept bij ieder verzet van Kroatisch-Bosnische zijde tegen het Servische geweld, van „uitroeiing van het Servendom”. Maar het hult zich in een veelzeggend stilzwijgen waar het gaat om de meervoudige rituele stedenmoord in de beschermde VN-gebieden, de massale verdrijvingen alsook de zeer vele moorden op moslim-mannen.
Het Westen is zeer slecht op de hoogte van de culturele achtergrond van de huidige samenleving in Bosnië-Hercegovina. Het is niet in de laatste plaats hieraan te wijten dat de diplomatieke gesprekken die tot nu toe gevoerd zijn met de erfgenamen van ex-Joegoslavië, op niets zijn uitgelopen. Omdat er van begin af aan geen economische belangen in het spel waren, omschreef de internationale gemeenschap de oorlog in Bosnië als „een probleem dat niet zozeer de veiligheid in gevaar brengt, maar meer een humanitair probleem is”. Op deze wijze wil ze haar verkeerde gedrag verbloemen.
Er bestond een enorme tegenstrijdigheid tussen enerzijds de efficiënte hulpacties voor de bevolking en anderzijds de diplomatie, die op een verkeerd spoor werd gezet. Al snel werd dan ook het mechanisme van het Balkanconflict zichtbaar: het verwerpelijke concept van een etnisch zuivere nationale staat greep vanuit Servië als een epidemie om zich heen en stak alle partijen in het conflict aan. Hierdoor ketst nog steeds iedere bemiddelingspoging af.
Groot-Servië
Nadat de poging van Servië om onder de dekmantel van “joegoslavisme” Slovenië en Kroatië in te lijven, mislukt was, toverde men het reeds lang voorbereide program van het verenigde „Groot-Servië” uit de hoed. Een van de wegbereiders van deze ideologie, die Tito destijds in zijn veelvolkerenstaat wist te neutraliseren, is de Servische orthodoxie. Deze verkondigt de zelfverheerlijkende mythe van het „hemelse en kerkelijke volk van God”, dat door zijn „martelaarschap voor het orthodoxe geloof” ten tijde van de Turkse overheersing de rang van „bijzonder uitverkoren volk van God” voor zich opeist.
De Servisch-Orthodoxe Kerk wil haar aanhangers ook doen geloven dat ze blootstaan aan een genocide door moslims en rooms-katholieken. Het is déze kerk die met bepaalde intellectuelen uit de Servische Academie van Wetenschappen een alliantie aanging en sindsdien in talloze oproepen en interne dossiers de „heilige, oorlog” voor een „Groot-Servië” in haar program heeft staan.
Weliswaar distantieert de Servisch-Orthodoxe Kerk zich van gewelddaden, maar tegen de koude, administratieve etnische zuivering brengt men niets in. Ophitsende brochures die de Servisch-Orthodoxe Kerk onder haar leden in West-Slavonië en de Krajina verspreidde -en in Bosnië nog steeds verspreidt- zetten aan het denken.
Daarin komen zowel uitvallen naar voren tegen het protestantisme, „het legale kind van het papisme”, als tegen de joden; en verder tegen iedere vorm van cultureel samenleven.
Kosovo
Toen het te voorzien was dat de tacticus Milosevic, de grote man van Servië, zich ging distantiëren van de gewelddaden van de Bosnische Serven, gingen belangrijke delen van de Servische Kerk aan Bosnisch-Servische kant staan. Men ziet zelfs de oorlogsmisdadigers Karadjiz en Mladic als de laatste pijlers van het Servische nationalisme, dat door de „communist Milosevic” verraden zou zijn. Op dit punt weet de Servisch-Orthodoxe Kerk zich één met de nationalistische oppositie in Servië.
Onlangs is een deel van de leidende clerus tot de vorming van een soort actiecomité gekomen. Drie bisschoppen van de Orthodoxe Kerk richtten op 20 mei in een klooster, samen met vijftig vertegenwoordigers van de extreem rechtse vleugel, de Nationale raad voor de belangenbehartiging van Kosovo-Serven op. Ook van de partij zijn Radovan Karadjic, de leider van de Krajina-Serven Milan Martic en de chef van de Servische Radicale Partij Vojislav Seselj. Hun doel: verdrijving van alle niet in Kosovo geboren Albanezen alsook de afschaffing van de laatste nog bestaande autonomierechten van de plaatselijke Albanezen. Want Kosovo zou Servies „heilige aarde” zijn en „de wieg van het Orthodoxe Servië”.
Voor dit volgende strijdtoneel bestaat reeds het draaiboek. Bisschop Atanasije Jevtic publiceerde het onder de titel ”Dossier Kosovo”. Het is een verzameling documenten die de motieven en aanleiding aangeven voor de orthodoxe heilige oorlog van de Orthodoxe Serven op de Balkan.
Duizendjarig rijk
De speciale VN-gezant Akashi heeft het mechanisme doorgehad toen hij vorig jaar november verklaarde: „Als de religieuze leiders niet in staat zijn actief deel te nemen aan het zoeken naar vrede op te treden tegen de chauvinistische leiders, dan blijft de situatie in Bosnië zoals die nu is”. Maar wat echter als de orthodoxe leiders zélf bij de chauvinisten horen? Als ze van een duizendjarig rijk in Bosnië dromen en het sterven voor kerk en natie goedkeuren? De Servische bisschoppensynode van 3 maart jongstleden over „het bloed van onze kinderen, dat in het verleden voor geloof en vaderland, voor graven heiligdommen werd vergoten nog steeds vergoten wordt”.
Met het oog op deze medeplichtigheid aan de ‘homogenisering’ van de Servische natie zou het voor de vertegenwoordigers van de westerse kerken noodlottig kunnen zijn als ze in radeloze machteloosheid zich slechts in meditatie zouden verliezen. In plaats van sussende, irenische formuleringen zou juist het moedige verlangen op zijn plaats zijn een heldere uitspraak over de bewijzen van een verstokt messianisme binnen de Servisch-Orthodoxe Kerk. Gesprekspartners hiervoor zijn er: de Servische bisschop van Sabac-Valjevo, Lavrentije (Trifunovic), of Hildesheimse bisschop van Serven in Midden-Europa, Konstantin (Djokic). Verder blijft enige oplossing alleen nog een langdurig, intensief protectoraat van de Verenigde Naties over de Balkan. Zoals ook de grote, oude man van het Joegoslavische verzet, Milovan Djilas, kort zijn dood berustend voorspelde.
De auteur is medewerkster van Glaube in der 2. Welt, een onderzoeksinstituut dat de toestand van kerken Oost-Europa onderzoekt.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 31 augustus 1995
Reformatorisch Dagblad | 24 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 31 augustus 1995
Reformatorisch Dagblad | 24 Pagina's