Gods geboden zijn goed; ook in huwelijk en gezin
Ds. Steensma promoveert in Apeldoorn
APELDOORN - Voor andere samenlevingsvormen gelden dezelfde normen als voor het huwelijk. Maar direct dient daarbij de kanttekening te worden gemaakt dat het fundament van bijvoorbeeld het samenlevingscontract niet deugt „Dat is individualistisch van aard en op bijbelse gronden niet te aanvaarden”.
Dat antwoordde gisteren de christelijke gereformeerde ds. D. J. Steensma uit Veenwouden op een vraag van psychogeriater J. Trommel naar nieuwe samenlevingsvormen. Ds. Steensma verdedigde in de aula van de Apeldoornse universiteit zijn proefschrift: een theologisch-ethische bezinning op de verhouding tussen ouders en kinderen en de betekenis van het christelijk geloof voor de opvoeding. „Steeds weer werd ik erdoor getroffen dat Gods geboden, ook omtrent huwelijk en gezin, goed zijn”.
Gastopponent Trommel vroeg zich verder af of een paragraaf over de verhouding tussen kinderen en hun dementerende ouder(s) -een verhouding die vaak onthutsend is- meerwaarde aan Steensma’s studie zou hebben gegeven. De promovendus vond dat deze specifieke situatie bij de behandeling van het vijfde gebod impliciet aan de orde kwam, als gesproken werd over eerbied en de hulp aan behoeftige ouders. Overigens somde hij nog diverse andere onderwerpen op, die dan evenveel recht hadden op een plaats in de nu al omvangrijke studie.
Definitie gezin
Prof. dr. W. H. Velema blééf moeite houden met Steensma’s definitie van het gezin, waarbij het gezin ophield gezin te zijn als de kinderen volwassen waren geworden. Te formeel en te temporeel bepaald, vond de hoogleraar. Met name raakte het hem dat een kinderloos echtpaar dat op andere wijze gestalte geeft aan zorg en opvang, niet de omschrijving van gezin zou ‘verdienen’. Drs. Steensma kon met het pastorale motief van de hoogleraar niet goed uit de voeten. Hij had aansluiting gezocht bij de traditie.
Prof. De Vuyst ontlokte de promovendus de bekentenis een tekstverwijzing naar Hebreeën 2:13 „al te vlot te hebben opgenomen”. De hoogleraar Van ‘t Spijker waagde zich niet aan een wetenschappelijke discussie over het gezin. Liever sprak hij nog eens met de promovendus „als vaders over onze kinderen”. Triomf behaalde de hoogleraar bij een stelling over Zwingli waar twee zijns inziens cruciale Latijnse woorden ontbraken. Verder opponeerden de hoogleraren Maris en Van Genderen. Een stelling over het „sociaal-ethisch niet verantwoord” zijn van roken in de nabijheid van kinderen kreeg meermalen aandacht. Rector Peels vroeg zich af wanneer het dan wél verantwoord was om te roken in nabijheid van kinderen.
Promotor W. H. Velema prees dr. Steensma om zijn stugge doorwerken, zijn vasthouden aan eenmaal ingenomen standpunten en om zijn verdediging van het bijbelse huwelijk en gezin. Hij wees erop hoe de promovendus al in het begin van het „voluit theologisch-ethische boek verantwoording wilde afleggen over hoe u ethiek bedrijft en ziet”.
Prof. Velema zei ervan overtuigd te zijn dat het „mijn vriend Johan Heyns geweldig goed zou hebben gedaan in een Nederlands proefschrift zo uitgebreid te worden behandeld”. In sommige opzichten leunde de promovendus zijns inziens wel erg sterk op deze Zuidafrikaanse theoloog, die vorig jaar in zijn woning werd vermoord.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 27 mei 1995
Reformatorisch Dagblad | 28 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 27 mei 1995
Reformatorisch Dagblad | 28 Pagina's