Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De handen op elkaar als beloning

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De handen op elkaar als beloning

Universiteit Utrecht stelt strengere eisen aan de docenten

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

UTRECHT - Universitaire docenten zitten liever met hun neus in de boeken dan dat ze les geven aan studenten, bleek recent uit internationaal onderzoek. Niet verbazingwekkend, zolang universiteiten beter kunnen scoren met onderzoek en promoties dan met onderwijs. De Universiteit Utrecht wil dit taboe doorbreken.

Jonge docenten die aan de universiteit in de Domstad gaan werken, worden verplicht in maximaal twee jaar een basiskwalificatie te halen. Zonder certificaat geen vaste aanstelling. ‘Utrecht’ hield gisteren voor de derde keer zijn jaariijkse onderwijsdag, met als thema: “De docent als prof”. Dat „prof sloeg niet op professor, maar op professional. In lezingen ën workshops werd stilgestaan bij de kwaliteit van het onderwijs. Een onderwerp dat sinds enkele jaren hoog op de agenda van de Utrechtse universiteit staat.

Daar is alle reden toe. Universiteiten zijn dringend aan een inhaalmanoeuvre toe, vindt ‘Utrecht’. De instellingen richten zich te eenzijdig op wetenschappelijk onderzoek. Daar ontlenen ze hun status aan. Het gevolg is dat aandacht voor goed onderwijs aan de studenten er bij inschiet.

Universitaire docenten voelen zich hier in de regel prima bij. Verreweg de meesten van hen combineren het lesgeven met onderzoekswerk. Wie wil blijven meetellen in het wereldje van wetenschappers, kan beter van tijd tot tijd met een spraakmakend onderzoek op de proppen komen dan colleges geven die klinken als een klok.

Bedrijfsongeluk

Sinds een jaar of twee kampt de Universiteit Utrecht met een gevoel van onbehagen over deze ontwikkelingen. Een enquête en een essaywedstrijd onder studenten leverden opmerkelijke resultaten op. „We hadden verwacht dat onze studenten zouden zeggen dat we meer moesten doen aan zaken als sport, huisvesting en dergelijke. Tot onze verbazing was dat allemaal prima geregeld, maar vroegen ze wel heel nadrukkelijk om goed onderwijs”, aldus ir. E. J. Vermeulen, hoofd van de afdeling Universitair Beleid en Planning (UBP).

Kennelijk schort daar het nodige aan. Vermeulen: „We weten niet eens wie onze goede en slechte docenten zijn”. Hij heeft daar wel een verklaring voor. „Bij faculteiten als Letteren en Sociale Wetenschappen zijn de studentenaantallen de laatste jaren enorm toegenomen. Er moesten in korte tijd tientallen extra docenten worden aangetrokken. Dan gebeurt er wel eens een bedrijfsongeluk”.

De Utrechtse universiteit trok zich het signaal van de studenten aan en startte een tweesporenbeleid om het onderwijs te verbeteren. In de eerste plaats is kort geleden, in nauw overleg met de vakbonden, een andere functiestructuur voor het personeel ingevoerd. De universiteit kent nu junior-, gewone en seniordocenten. Datzelfde geldt voor onderzoekers en medewerkers die beide functies combineren. De hoogleraar blijft aan de top. „De nieuwe opzet laat meer ruimte voor differentiatie en doet recht aan de positie van zowel de docent als de onderzoeker”, aldus Vermeulen.

Videoband

Daarnaast zijn alle faculteiten begonnen met het opstellen van criteria waaraan een goede docent moet voldoen. Een nieuwkomer aan de Universiteit Utrecht wordt eerst juniordocent. Gedurende twee jaar krijgt hij de mogelijkheid om zich te bekwamen voor de basiskwalificatie. Hij wordt begeleid door een ervaren collega (de seniordocent of tutor). Daarnaast kan hij cursussen volgen om zijn lesvaardigheden bij te spijkeren en stelt hij een zogeheten onderwijsportfolio samen met materiaal over het docentschap. Dat varieert van een artikel over onderwijskunde tot een videoband van een zelfgegeven college.

Het onderwijsportfolio en de beoordelingen van de tutor worden aan het eind van de rit voorgelegd aan een examencommissie. Die bestaat uit een docent van de eigen faculteit, een collega van een andere faculteit, een decaan en een student. De commissie beoordeelt of de juniordocent voldoet aan de eisen van de basiskwalificatie. Is dat het geval, dan krijgt hij een officieel certificaat uitgereikt. Dat gebeurt door de rector magnificus in een openbare zitting, die wat ceremonie betreft te vergelijken is met een promotie.

Alleen docenten met een basiskwalificatie komen in aanmerking voor een vaste aanstelling. De kandidaten worden bij goed resultaat beloond met een salarisverhoging van twee periodieken. Voorlopig geldt het project alleen voor nieuwe docenten. Zij die al jaren lesgeven aan de Utrechtse universiteit worden niet verplicht alsnog een basiskwalificatie te halen, maar er zullen wel op „een andere manier” eisen worden gesteld aan hun bekwaamheden, aldus Vermeulen.

Beste docent

Uit een recente steekproef onder het personeel van de Universiteit Utrecht blijkt overigens dat slechts 18 procent van de ondervraagden een uitgesproken voorkeur heeft voor het docentschap; 30 procent kiest voor onderzoekswerk. Bijna de helft weigert te kiezen en vindt dat onderwijs en onderzoek bij elkaar horen.

Opmerkelijk is, dat 29 procent van de ondervraagden een compliment van de studenten de beste beloning voor hun colleges vindt. „Als studenten na je college spontaan beginnen te klappen, is dat het mooiste wat je als docent kunt meemaken”, verklaarde een van hen gisteren. Daarna volgen erkenning door vakgenoten (17 procent) en meer carrièremogelijkheden (16 procent); 10 procent vindt salarisverhoging de beste beloning.

Op de onderwijsdag gisteren werd voor het eerst een prijs uitgereikt voor de beste docent van het jaar aan de Universiteit Utrecht. Uit zes genomineerden koos de jury prof. dr. A. J. Porsius (47), hoogleraar klinische farmacie. Hij kreeg een wisseltrofee en een reisbeurs van 7500 gulden.

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 januari 1995

Reformatorisch Dagblad | 28 Pagina's

De handen op elkaar als beloning

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 januari 1995

Reformatorisch Dagblad | 28 Pagina's