Een Duitser springt in dezelfde greppel
„In jeugdig enthousiasme help je mee, maar op zo'n moment voel je grote angst"
Vervolg van voorpagina
De 24-jarige vrijwilliger Jansen, wiens 'verzetsactiviteiten' zich tot dit moment beperkt hebben tot het wegbrengen van wat bonnen die zijn vader op het distributiekantoor achterover gedrukt had, staat nu opeens met een oranje armband om als bewaker aan de rand van een landingsterrein bij Wolfheze. „Als de Duitsers dat hadden gezien, was het natuurlijk brandhout geweest. Geallieerde soldaten werden krijgsgevangen gemaakt, maar voor burgers was er geen par
's Maandagsmiddags volgt de tweede drop)ing. „En daar twamen de Duitsers op af Opeens lagen we onder vuur. Ik dacht in een greppel dekking te vinden, maar er sprong een Duitser naast me in de geul. Ik heb op hem gevuurd en ben ervandoor gegaan. Nog altijd vraag ik me af of hij het heeft kunnen naverte len. In jeugdig enthousiasme help je mee, maar op zo'n moment voel je grote angst".
Oranjebataljon
De parachutisten hergroeperen zich en Jansen trekt met een groep Britten via het natuurgebied Laag Wolfheze naar de weg Oosterbeek-Heelsum. Bij papierfabriek Schut belanden ze in een tweede vuurgevecht, 's Avonds komt de groep para's in Oosterbeek terecht. Buiten brengen ze de nacht door. Het is bitter koud en de Britten wrijven eikaars rug om warm te blijven.
Op dinsdagmorgen wordt Jansen afgeleverd op hotel Hartenstein, het geallieerde hoofdkwartier, de latere locatie van het Airborne Museum. Met andere vrijwilligers wordt hij onder commando van marine-officier Douwe van de Krap gesteld. Dit "Oranjebataljon", dat amper vijftien man telt, verricht hand- en spandiensten. Ze proberen gedropte containers op te halen en brengen gewonden naar de hotels Schoonoord en De Tafelberg.
John Frost
Van de zes Britse bataljons die geland zijn, moeten er drie achterblijven op de landingsterreinen. Van de andere drie Dereikt alleen het 2e bataljon van John Frost de brug. Het groepje houdt er dagenlang stand, ondanks de vele slachtoffers die vallen en ondanks het feit dat de buizen door de Duitsers in brand zijn geschoten. Eten en drinken hebben ze nauwelijks en van slapen komt al helemaal niets, maar toch blijven de Britten als leeuwen vech.ten. Als hun munitie op is, moeten ze de strijd staken. Hulp is uitgebleven. Frost ;eeft de weinige mannen die het overleefd lebben opdracht om te vluchten.
Het groepje bij de Rijnbrug heeft al dagen geen contact meer gehad met het hoofdkwartier van generaal Urquhart in Oosterbeek. „Er werd beweerd dat de batterijen in de radio's slecht waren", zegt Jansen nu. Zes vrijwilligers uit het Oranjebataljon doen daarom een poging om de brug te bereiken. Gerrit van Ginkel en Gerrit Versteegh kiezen een noordelijke route, de gebroeders Vellinga proberen aan de zuidkant Arnhem binnen te dringen, en Jansen kiest met zijn broer Henk de middenroute. Geen van hen bereikt de brug. „We kwamen tot het Kema-terrein, maar dorsten niet verder, omdat er in Arnhem hevig geschoten werd".
De mannen van het Oranjebataljon moeten onverrichterzake terug naar Oosterbeek. Daar komt voor Jansen onverwachts het einde van zijn oorlogsactiviteiten. Bij het huis van zijn verloofde aan het Zaaiersplein stuit hij op een Duitse patrouille. Die laat hem na ondervraging gaan, maar terug naar het Engelse gebied kan Jansen niet meer.
Terugtocht
Op donderdag 21 september landen Poolse parachutisten bij Driel. Ze proberen de Rijn over te steken richting Oosterbeek, maar inmiddels hebben de Duitsers Westerbouwing heroverd. Vanaf die heuvel kunnen ze een groot deel van de rivier bestrijken. Slechts 250 Polen slagen erin om 's nachts het water over te steken.
In Oosterbeek wordt ondertussen verbitterd gevochten om het laatste gebied dat nog in Britse handen is. Op 24 september wordt duidelijk dat de noordelijke Rijnoever niet meer te houden is. Het besluit valt dat de schamele restanten van de geallieerde parachutisten zich in de nacht van 25 op 26 september over de rivier moeten terugtrekken naar de Betuwe.
Duisternis, regen en harde wind vormen die nacht de omlijsting van de barre aftocht. Urenlang vaart de Canadese en Engelse genie heen en weer om de strijders over te zetten. Velen sneuvelen in het Duitse vuur. Degenen die bij het aanbreken van de dag nog staan te wachten, worden door de Duitsers krijgsgevangen gemaakt.
Van de ruim 10.000 man van de Britse ledivisiezijner 1200 gesneuveld en meer dan 6000 gevangen genomen. Zo'n 2400 mannen slagen erin naar het zuiden te ontkomen. Vijfhonderd Britten worden door Veluwenaren verborgen. Onder leiding van "Bill" Wildeboer zet het Veluwse verzet in de nacht van 22 op 23 oktober bij Renkum nog 123 Tommies over de Rijn. De militairen worden vergezeld door drie Russische deserteurs en een aantal Nederlanders. Anderen ontsnappen via de Biesbosch.
Jongbloed
Het gebied bij Oosterbeek waar de overtocnt plaatsvond, liever nu nog onveranderd bij. De oude kerk aan de Benedendorpseweg, die grotendeels verwoest werd, is weer opgebouwd. Ernaast staat een gedenkteken voor de gevallenen: „Not one shall be forgotten".
Diverse huizen rond de kerk bleven wonderlijk gespaard. Op Benedendorpseweg 141 zijn de sporen van scherfinslagen nog in de voorgevel te zien. Hier eindigde de Slag om Arnhem.
Via een smal pad daalden de vermoeide strijders af naar de uiterwaarden. Door de weilanden slopen ze naar de rivier. Een deel van de geweren en munitie lieten ze achter in een sloot, waar het een paar aar geleden bij baggerwerkzaamheden naar boven kwam. Slechts een deel van de para's bereikte de overkant. Anderen kwamen om in de golven nadat hun rubberboten waren lekgeschoten. Op de valreep vloeide nog jong bloed.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 september 1994
Reformatorisch Dagblad | 27 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 september 1994
Reformatorisch Dagblad | 27 Pagina's