Binnen het verzet was iedereen gelijk
Dr. Schuiten geeft overzicht onderscheiden verzetsstrijders
Februari 1945. In het concentatiekamp Dachau sterft de politicus en journalist dr. H. B. Wiardi Beekman. Een van zijn medegevangenen schrijft later in een In memoriam: „Toen schoof hij zacht zijn arm onder de mijne door. Zeg mij -zijn stem werd warm- aan wien ik toebehoor".
Aan Wiardi Beekman werd postuum het Verzetskruis toegekend, een onderscheiding voor mensen die zich niet neerlegden bij de nazi-onderdrukking. Hij is een van de 94 verzetsstrijders aan wie deze op een na hoogste dapperheidsonderscheiding die Nederland kent, werd verleend. In "Zeg mij aan wien ik toebehoor" besteedt dr. C. M. Schuiten, directeur van het Rijksinstimut voor Oorlogsdocumentatie (RIOD), aandacht aan hen. Uit de bijlagen bij het boek blijkt dat 25 van de onderscheidde verzetsstrijders in een concentatiekamp om het leven kwamen.
Omstreden
De toekenning van onderscheidingen was de eerste jaren na de oorlog zeer omstreden. Binnen het voormalige verzet was een sterke stroming tegen persoonsverheerlijking, omdat men vond dat iedereen dezelfde risico's had gelopen. „Binnen het verzet was men allemaal gelijk geweest en na de bevrijding mocht geen onderscheid worden gemaakt".
De regering besloot uiteindelijk toch een onderscheiding in te stellen. De zwaargewonde, blind geworden verzetsman Gerard Tieman mocht als enige de decoratie bij leven ontvangen, de overige werden aan nabestaanden uitgereikt. Dat lag in de lijn van het standpunt van de Grote Adviescommissie der Illegaliteit. Deze bepleitte in november 1945 geen onderscheidingen toe te kennen aan nog levende verzetslieden. Wel werd de mogelijkheid opengehouden voor postume uitreiking aan nabestaanden, terwijl ook zwaargewonde strijders in aanmerking konden komen.
Volgens Schuiten werd het Verzetskruis toegekend „na alles behalve doorzichtige procedures". Een exacte reconstructie van de gang van zaken is volgens hem „jammer genoeg niet meer mogelijk". Over de lijst van personen aan wie de onderscheiding werd toegekend, schrijft hij: „Deze weerspiegelt de diverse vormen van het gepleegde verzet en de geestelijke en politieke stromingen waaruit de deelnemers aan het verzet zijn voortgekomen".
Geuzen
Het Verzetskruis werd voor het laatst toegekend in 1955, aan Bernard IJzerdraat. Hij was zo verontwaardigd over de Duitse inval dat hij kort daarna een kettingbrief verspreidde waarin hij fel protesteerde tegen de bezetting en opriep tot verzet. Hieruit ontstond later de verzetsgroep de "Geuzen", die in november 1940 werd opgerold. In maart 1941 werden vijftien leden van deze verzetsbeweging op de Waalsdorpervlakte bij Scheveningen gefusilleerd.
Het boek van dr. Schuiten houdt de herinnering aan IJzerdraat en alle overige onderscheiden personen levend. In ruim 120 pagina's zet de auteur hun bibliografische gegevens op een rij. Een van hen is de bekende verzetsstrijder Johannes Post. Voor velen gold echter dat het "Zeg mij aan wie ik toebehoor" een open vraag bleef In die leemte wil het boek voorzien.
N.a.v. "Zeg mij aan wien ik toebehoor. Het verzetskruis 1940-1945", door dr. C. M. Schuiten, SDU Uitgeverij Koninginnegracht, 1993,203 pa@ prijs 35 gulden.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 januari 1994
Reformatorisch Dagblad | 32 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 januari 1994
Reformatorisch Dagblad | 32 Pagina's