Spiritualiteit ligt niet in innerlijk, maar in geloof
Prof. Maris inaugureert in Apeldoorn
APELDOORN - Spiritualiteit is niet te bouwen op ons innerlijk, maar de spil ervan ligt in het geloof. De hele spiritualiteit is te vinden in Jezus Christus en Die gekruisigd. Dat stelde prof. dr. J. W. Maris gisteren in Apeldoorn tijdens zijn aanvaarding van het hoogleraarschap dogmatiek aan de Theologische Universiteit van de Christelijke Gereformeerde Kerken. Dr. Maris is de opvolger van prof. dr. J. van Genderen, die dinsdag zijn afscheidscollege gaf.
Prof. Maris sprak over "Schepping en verlossing. Het kader van een bijbelse spiritualiteit". Hij schetste de moderne theologie als een poging om schepping en verlossing te vereenzelvigen en om als vertrekpunt de menselijkheid en ervaring te nemen. De moderne theologie is sterk gericht op de schepping en de scheppingsspiritualiteit. Dat hebben de moderne en de charismatische theologie gemeenschappelijk.
Bij Karl Barth is er al een vervlechting van schepping en verlossing, in die zin dat de mens als schepsel deel heeft aan de verlossing. Ook voor iemand als Hans Küng is de ware godsdienst vervolmaking van de ware menselijkheid. Godsdienst moet de ware menselijkheid dienen. In de theologie na Barth is de ineenschuiving van schepping en verlossing haast een axioma", zo concludeerde prof. Maris. Zijn bezwaar was dat hiermee de ernst van de zonde bij voorbaat al vanuit de verlossing wordt gerelativeerd. Bij Jürgen Moltmann zag hij de opvatting dat God in alle dingen is en alle dingen in God zijn. De Geest is dan te vinden in het innerlijk van de mens en niet verbonden met kerk, Woord en sacrament. De noodzaak van de kennis van Christus als Verlosser valt dan weg.
Toegang tot schepping
Ook bij iemand als Wolfhart Pannenberg is er een continuïteit van menselijke ervaring en geloof, wordt de dynamiek van de Geest Gods zichtbaar in de schepping. Er is sprake van verlossing op grond van het geschapen-zijn, zonder de kennis van Christus. Verlossing is niet verlossing uit de verlorenheid, maar de ware toegang tot de schepping. Pannenberg keert zich tegen de algemeenheid van de zonde en de erfzonde. De betekenis van zonde en kennis van Christus wordt pas vastgesteld nadat het belang van ervaring en spiritualiteit is vastgelegd.
Dr. Maris nam tegenover de 'paradigma' van de moderne theologie zijn uitgangspunt in het bijbelse gegeven dat God de Schepper is Die Zich aan zondaren bekendmaakt. In Christus is Hij de Verlosser, en daarvoor is het geloof nodig. Aangewezen op Gods openbaring in de Heilige Schrift wordt de spiritualiteit behoed voor zowel activistische als emotionele, geestelijke versmalling. De christen kan alleen roemen in genade en geloof, aldus prof. Maris.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 2 september 1993
Reformatorisch Dagblad | 22 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 2 september 1993
Reformatorisch Dagblad | 22 Pagina's