Een schoolhoofd dat publiciteit zocht
Wapenaar brak iets door van het heilgeheim dat hij door genade in Christus kende
In poëzie van
Aandacht vragen voor de christelijke dichter-criticus A. Wapenaar is vragen stil te staan bij het werk van een figuur die vrijwel vergeten is. Ook zijn tijdgenoten rekenden hem niet tot de meest vooraanstaanden; in zowel "Het Derde RéveÜ" als "Reünie" van K. Heeroma bij voorbeeld zoeken we zijn naam tevergeefs. In de Christelijke Encyclopedie is hij niet te vinden. In letterkundige overzichten waarin aandacht wordt besteed aan christelijke literatuur, wordt hij soms genoemd, maar daar blijft het bij.
Een gunstige uitzondering vormt "In drie etappen" van C. Rijnsdorp, een essay waarin in verschillende hoofdstukken ook op de positie van Wapenaar wordt ingegaan. Eveneens kan J. A. Rispens genoemd worden, die in zijn "Richtingen en figuren" slechts een enkele alinea aan Wapenaar wijdt, maar in zijn essaybundel "De geest over de wateren" een mooi opstel schrijft over Wapenaars bundel "Het komend Koninkrijk". En dan is er gelukkig de onvolprezen P. J. Risseeuw, die in "Christelijke schrijvers van dezen tijd" een belangrijk interview met zijn vriend Wapenaar opnam. Dat stuk is voor de kennis van A. Wapenaar nog steeds van groot belang, al stamt het uit 1930!
Liefde voor de zee
Arie Wapenaar werd op 13 september 1883 te Vlaardingen geboren en overleed op 28 april 1967 te Zwolle. Tussen beide jaartallen en plaatsen ligt een lang en vruchtbaar leven, waarin op bescheiden wijze ook de christelijke literatuur werd gediend.
Wapenaar was afkomstig uit een oud Vlaardings zeemansgeslacht. De liefde voor de zee is hem altijd bijgebleven. In zijn jonge jaren is hij enkele malen met zijn vader mee uitgevaren, maar vader vond het beter zijn zoon te laten doorleren. Zo kwam Wapenaar op de Normaalschool terecht om onderwijzer te kunnen worden.
Arie Wapenaar had een grote liefde voor de literatuur. Op de Normaalschool kwam men echter niet veel verder dan J. J. L. ten Kate en De Genestet. Over het merkwaardige proza van een Lodewijk van Deyssel konden zijn mede-kwekelingen alleen maar bulderend lachen. Of Wapenaar meegelachen heeft, is niet bekend, maar wel weten we dat hij zijn literaire vorming voor een groot deel te danken heeft gehad aan het Letterkundig Maandblad, dat uitgegeven werd door het Nederlandsch Jongelingsverbond. Hij reageerde eens op het verzoek mee te doen aan een letterkundige prijsvra^. Zijn A. Wapenaar, in literaire zin gevormd door de dichters van de negentiende eeuw. Foto's Letterkundig Museum bijdrage over de poëzie van Da Costa werd bekroond! In literaire zin is Wapenaar duidelijk vooral door de negentiendeeeuwse dichters gevormd. ^
Bescheidenheid
Opvallend is dat deze typische Hollander bijna zijn gehele leven als hoofdonderwijzer heeft doorgebracht in een Overijssels dorpje. Dat dorpje was Berkum, dat deel uitmaakte van de gemeente ZwoUerkerspel, en onder de rook van Zwolle lag. Het dorp is al sinds jaren geannexeerd door Zwolle. Hier heeft Wapenaar de sfeer geproefd die voor hem kennelijk heel belangrijk was om geestelijk in leven te kunnen blijven. Hij woonde en leefde in dit stille land vlak bij de Agnietenberg, waar de mystiek georiënteerde Thomas Kempis zijn leven in het klooster van de Moderne Devoten had doorgebracht en zijn beroemde boekje over de navolging van Christus had geschreven.
A. Wapenaar stond in een traditie van schoolhoofden die aan hun ftmctie niet genoeg hadden en daarom een zekere vorm van publiciteit zochten. Jarenlang was hij als literair criticus aan verschillende bladen verbonden, onder andere aan het onderwijsblad "De school met den Bijbel", waaraan hij sinds 1911 meewerkte, en aan het dagblad "De Rotterdammer", waarin hij dr. Van der Valk als letterkundig criticus opvolgde. Door zijn bescheidenheid was hij er echter niet op uit zijn kritieken te bundelen; en zijn bescheiden talent deed ook anderen niet direct aandringen op bundeling.
Overigens gebeurde dit laatste wel toen hij in 1936 vijfentwintig jaar letterkundige was. Zoiets werd toen nog gevierd! En hoe... Er werd een comité gevormd, onder anderen bestaande uit H. Diemer (van "De Rotterdammer"), Hendrika Kuyper-van Oordt, C. Rijnsdorp en P. J. Risseeuw, die zijn voornaamste kritieken tot op dat moment bundelden en een aantal van zijn gedichten verzamelden, onder de titel "Literaire overdenkingen .
Verborgen omgang
Wapenaar heeft dit ongetwijfeld ervaren als een hoogtepunt in zijn literaire bestaan. Daarna is het nooit meer tot bundeling van kritieken gekomen. Wel heeft hij zowelvoor als na 1936 verschillende gedichtenbundels gepubliceerd, onder andere "Het stille uur", "Het betere land", "Het komend Koninkrijk" en "De laatste ronde". Hij was overigens een dichter én een criticus van wie onze reformatorische gezindte zeker iets leren kan. Dat heeft vóór alles te maken met het feit dat hij een man was die wist v^ de verborgen omgang met God, en daarnaar hunkerde als hij zich hier ver vandaan wist. Daardoor brak in zijn poëzie steeds iets door van het heilgeheim dat hij door genade in Christus kende en waaruit hij leefde.
Daarom is het goed aandacht voor deze literator te vragen.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 mei 1993
Reformatorisch Dagblad | 28 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 mei 1993
Reformatorisch Dagblad | 28 Pagina's