De enige solide basis voor 'n veranderend Europa
VAN HET KERKELIJK ERF
Communicatie is het overbrengen van ideeën, gedachten en gevoelens van de ene mens of groep op de andere mens of groep. Spreken met elkaar over "communicatie in een veranderend Europa" kan heel goed zijn. Ik woonde vorige week een congres bij in Berlijn, waar dat gebeurde. Jammer is, dat daarbij vrijwel gezwegen werd over communicatie tussen God en mensen. Uiteindelijk is communicatie tussen mensen onderling, na de paradijszonde, alleen nog mogelijk, omdat God met de moederbelofte kwam: Ik zal vijandschap zetten...
Communicatie immers vanuit dàt perspectief -God deelt Zijn verkiezende liefde uit onder zondige mensen en maakt zó alle dingen nieuw- is de beste garantie voor werkelijk menselijk samenleven in Europa. Daarop heeft men in Berlijn grote nadruk gelegd: Democratie, mensenrechten en zo voorts. Als wij door de communicatie van God met de mens de liefde van Christus mochten leren kennen, leren wij behalve God ook onze naaste liefhebben. Zelfs onze vijanden. En hadden wij dáár in Berlijn niet méér de wezenlijke oplossing moeten zoeken voor Europa met al zijn etnische conflicten?
Van deze communicatie -contact tussen God en de mens, door de Middelaar Jezus Christus- hangt trouwens veel meer af dan de toekomst van Europa: het eeuwige einde, hemel of hel. En de in onze maatschappij gebruikelijke omschrijving van communicatie -met componenten als "zender", "boodschap" en "ontvanger"- is, ook voor christenen en met het oog op Europa, zeker bruikbaar. Al is er sprake van beperkingen.
Bruikbaar
De boodschap is het naakte Woord van God, gezonden via zijn predikers. Door de zondeval is weliswaar de menselijke 'antenne' voor het verticale zo goed als verdwenen. Maar toch brengt God die mens tot wezenlijke vernieuwing in dienst aan Hem en aan de medemens. Wezenlijk in deze communicatie is de werking van de Heilige Geest.
De maatschappij en de wetenschap verwachten veel van de zogenoemde communicatietechniek. Van allerlei trucs en logisch voorspelbare effecten. Ook de verkondiging van Gods Woord, in de gemeenten, in zending en evangelisatie, is het bewust beïnvloeden van het gedrag van anderen. Maar de inhoud van de over te dragen boodschap -ontwaakt, gij die slaapt en staat op uit de doden en Christus zal over u lichten- heeft kracht in zichzelf. Het Woord van God is levend en krachtig en scherper dan een tweesnijdend zwaard...
Deze kracht gaat alle communicatielogica en -techniek te boven. De communicatiewetenschap in zichzelf is niet bij machte om een zondig, stenen hart te breken. Het was de Heilige Geest Die de eerste gelovigen met Pinksteren verslagen deed worden in het hart, vanwege hun zonden. Het Woord en de predikers vormen het gereedschap van de Heilige Geest. Het gereedschap moet zuiver en goed zijn. Maar de kracht is van de Heilige Geest.
Tongentaal
Een groot aantal mensen gelooft dat ook anno 1993 de bijzondere gaven van de Heilige Geest uit het kinderlijke stadium van de kerk, tekenen van vuur en van vreemde talen, de communicatie van het Evangelie zeer bevorderen. Ik geloof daar niet aan.
De apostel Paulus zegt dat het geloof uit het gehoor is. De apostel Petrus schrijft: En wij hebben het profetisch Woord, dat zeer vast is, en gij doet wel dat gij daarop acht hebt. De rijke man riep uit de hel tot vader Abraham. Hij wilde Lazarus naar zijn broers toesturen om hen te overtuigen van het belang van de zaligheid. Abraham zei echter: Zij hebben Mozes en de Profeten; dat zij die horen... Indien zij Mozes en de Profeten niet horen, zo zullen zij ook, al ware het dat er iemand uit de doden opstond, zich niet laten gezeggen.
Tongentaal, spectaculaire gebedsgenezing en allerlei tekenen en wonderen bieden in de communicatie tussen God en mensen in de twintigste eeuw geen wezenlijke vooruitgang. God bindt ons aan het naakte Woord. Dat is het gereedschap van de Heilige Geest: Hij gebruikt dat in de gemeente, de werkplaats van die Geest.
Maar in meer opzichten zijn de gebruikelijke opvattingen over communicatie aan beperking onderhevig. Denk aan de kwestie van de kunst. Vorig jaar las ik in de NRC een essay met als titel "kunst als troost". Het ging in op schilderwerk van de pas overleden Francis Bacon. Eén schilderij liet zich typeren als „een bundel radeloze ledematen". Het essay toonde de nauwe banden tussen kunst en religieuze ervaringen. Die komt -maar dan in' 'positieve' zin- ook sterk naar voren in bij voorbeeld de vele liturgische activiteiten in de diverse (Oosteuropese) Orthodoxe Kerken. Kerken waar Gods Woord niet meer centraal staat.
Ik ben de eerste om toe te geven, dat wij vanuit de natuur onder de indruk kunnen komen van Gods prachtige schepping. Ook kunst kan een bepaalde emotionaliteit en religieuze gevoelens oproepen. Schepping en kunst kunnen ons iets als een Godsbesef bijbrengen. Maar kunst en schepping zonder meer brengen niet die communicatie tot stand die nodig is om welgetroost te leven en zalig te sterven. De zaligmakende commmunicatie tussen God en mensen geschiedt door het Woord.
Randvoorwaarden/dialoog
Er zijn nog meer beperkingen. Het is in de communicatie in de maatschappij gebruikelijk om zoveel mogelijk positieve randvoorwaarden te scheppen. Zo kan men via een bepaalde sfeer, via geluid en muziek de gevoelens van mensen beïnvloeden. Om hen vervolgens op te zwepen tot een ondoordachte en onvoldoende overwogen "keuze voor Jezus".
Het gevolg is, dat er een oppervlakkig christendom ontstaat, waarvan het beeld herkenbaar is in het zaad dat viel op steenachtige plaatsen, waar het niet veel aarde had.
En wat te denken van de dialoog? De moderne communicatietheorie ruimt een grote plaats in voor de dialoog. Ook in de moderne theologie communiceert men graag via de dialoog. Er is daarbij sprake van meerzijdige communicatie. Ieder fungeert als zender. Ieder fungeert als ontvanger. De inbreng van een islamiet, een communist of een boeddhist is -althans in deze gedachtengang- evenveel waard als de inbreng van een christen. Voor één waarheid is in de dialooggedachte geen plaats.
Vanuit Gods Woord hebben wij fel te protesteren tegen de gedachte dat Gods Woord en de christelijke dogma's een vrijblijvend karakter hebben. De apostel Paulus schrijft dat „indien u iemand een Evangelie verkondigt buiten hetgeen gij ontvangen hebt, die zij vervloekt".
Massacommunicatie
Ik wijs nog op één ding. Op de zogenoemde massacommunicatie. In de Bijbel is de zorg voor de enkeling zeer essentieel. Jezus sprak wel grote mensenmenigten toe. Maar Zijn bijzondere zorg richtte zich op de enkeling. Het werk van de Heilige Geest in de wedergeboorte is geen confectiewerk, maar strikt persoonlijk. Daarom koester ik -als het gaat over de communicatie tussen God en mensen- grote reserves tegen wat men noemt massacommunicatie.
In Nederland worden kerkdiensten uitgezonden via de televisie. In de Verenigde Staten kennen wij zelfs de "electronic church". Mensen die nooit naar een kerkgebouw gaan. Zij voeden hun 'geloof bij de beeldbuis of de radio. Dat kan niet. Communicatie betekent ook "gemeenschap". Er ontstaat via deze "electronic church" geen wezenlijke gemeenschap der heiligen, zoals beschreven in Handelingen 2: 42: „En zij waren volhardende in de leer der apostelen, en in de gemeenschap, en in de breking des broods, en in de gebeden... en allen die geloofden, waren bijeen en hadden alle dingen gemeen".
Anne van der Meiden schreef ooit, dat wij zo veel communicatiemiddelen hebben ontwikkeld, omdat er gebrek is aan communicatie. Hij veronderstelt zelfs, dat communicatiemiddelen een negatieve invloed uitoefenen op onze wezenlijke communicatie, die toch ontmoeting tussen God en mensen of tussen mensen en mensen betekent.
Voordeel
Toch kunnen wij ons voordeel doen met sommige elementen uit de 'wereldse' communicatiewetenschap. Wie wil communiceren, moet steeds proberen de boodschap in zo'n vorm te gieten, te 'vertalen', dat deze 'verstaanbaar' is. De boodschap moet zoveel mogelijk 'afgestemd' zijn op de ontvanger. Wie wil communiceren, moet leren 'ruis' of 'storing' in het proces op te sporen. De vorm van de boodschap kan negatief werken. Maar ook het tijdstip waarop die boodschap gebracht wordt. En de plaats waar die boodschap klinkt. Ook de toon waarop de boodschap uitgesproken wordt. In dit alles kunnen wij ons voordeel doen met de verworvenheden van de communicatiewetenschap.
'Vaktaal' bevat een aantal uitdrukkingen en termen die voor mensen buiten een bepaalde groep niet duidelijk zijn. Het is onverstandig om 'vaktaal', jargon, weg te honen. Het is van groot belang, dat artsen, wiskundigen, elektrotechnici, partijgenoten, havenarbeiders, chauffeurs, journalisten en dergelijke zich in vaktaal tegenover elkaar verstaanbaar kunnen maken. Deze vaktaal wordt echter een probleem wanneer de ene groep gaat praten met de andere categorie mensen.
Dat gebeurt met de communicatie van het Evangelie naar buitenkerkelijken. Van christenen -in het bijzonder van voorgangers- wordt verwacht dat zij worstelen om bijbelse begrippen uit te drukken in algemene en voor ieder begrijpelijke taal. Dat is heel moeilijk. Omdat de morele waarden en bijbelse begrippen die wij duidelijk willen maken, in de zondige wereld om ons heen vaak eenvoudig niet aanwezig zijn.
Ik gaf zomaar wat gedachten rond communicatie tussen God en mensen. Ik vind het jammer dat een discussie over dat onderwerp niet een grotere plaats had in Berlijn. Want ik denk dat pas als het Evangelie van God in de wereld gestalte krijgt er een werkelijk solide basis is voor het veranderend Europa. Alleen het Evangelie is in staat alle conflicten en tegenstellingen te overbruggen.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 27 maart 1993
Reformatorisch Dagblad | 32 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 27 maart 1993
Reformatorisch Dagblad | 32 Pagina's