„\ferzuring kan slechts 50 procent minder"

Volgens TNO en Heidemij is een landelijke reductie van 50 procent wel mogelijk. In gebieden met veel varkens en kippen wordt ook dat echter niet gehaald. De Tweede Kamer heeft de regering in een motie gevraagd ervoor te zorgen dat de uitstoot met 70 procent wordt verminderd. Dit om de zieke bossen in Nederland voor verdere aantasting te behoeden.

Ammoniak ontsnapt uit mest die wordt blootgesteld aan de open lucht en verzuurt de omgeving. Volgens TNO en Heidemij verloopt de introductie van apparatuur die de mest direct in de grond injecteert volgens plan.

De bouw van varkens- en slachtkuikenstallen waaruit geen ammoniak ontsnapt, verloopt echter moeizaam. Voor de rundveehouderij zijn deze stallen bovendien zeer duur, aldus de onderzoekers.

Veevoer

Volgens TNO en Heidemij kan de 70 procent alleen worden gehaald als alle stallen worden vervangen en het veevoer wordt aangepast. Gezien de hoge kosten van 1,1 miljard gulden per jaar is dat niet realistisch, aldus een woordvoerder. Dinsdag lekte een brief uit van twee topambtenaren van het ministerie van landbouw aan hun bewindslieden waarin ze waarschuwen voor afzwakking van het ammoniakbeleid. Dat zou de ondergang betekenen voor grote delen bos en natuur in Nederland.

Volgens een binnenkort te verschijnen studie van het Landbouw-Economisch Instituut leidt het vasthouden aan het voorgenomen mest- en ammoniakbeleid tot een enorme sanering in de intensieve veehouderij. Meer dan de helft van de bedrijven legt in dat geval het loodje.

Het Landbouwschap in Den Haag beschouwt de LEI-studie als „niet meer dan een vingeroefening", aldus een woordvoerder. Terugdringen van de ammoniakuitstoot met 70 procent is niet aan de orde. De afspraak is dat er een reductie van 50 procent wordt gerealiseerd, aldus de woordvoerder. Het Landbouwschap overlegt volgende week woensdag met de ministers Alders (Milieubeheer) en Bukman (Landbouw) over het mestbeleid vanaf 1995. De bewindslieden werken momenteel aan de nota derde fase mesten ammoniakbeleid, die in april moet verschijnen.

Over die nota bestaan nog flinke meningsverschillen tussen het kabinet en het Landbouwschap. Het Landbouwschap wil dat het plan Mineraal Centraal tot beleid wordt verheven. Daarin wordt elke veehouder verplicht zijn mestoverschot (uitgedrukt in fosfaten) met een kwart te verminderen.

Slapende quota

Alders en Bukman vinden Mineraal Centraal echter onvoldoende. Ze achten aanvullende maatregelen nodig. Zo willen ze de normen voor het uitrijden van mest flink aanscherpen. In het jaar 2000 mag er niet meer dan 60 tot 80 kilo fosfaat op het land worden uitgereden. Nu varieert dat nog van 125 tot 200 kilo. Daarnaast willen de bewindslieden de slapende mestquota, die momenteel niet worden gebruikt, schorsen. Dit om te voorkomen dat de mestproduktie stijgt zodra de handel in mestquota in 1994 mogelijk wordt. Het Landbouwschap vindt dat allemaal veel te ver gaan. Gisteren besprak het dagelijks bestuur een tegenbod, dat volgende week bij Bukman en Alders op tafel wordt gelegd. Belangrijk punt is dat het schap bereid is in te stemmen met een voorlopige schorsing van de slapende mestquota. Minder toegeeflijk is het schap wat betreft het uitrijden van mest. Het wil niet verder gaan dan het aanscherpen van de eindnorm tot 100 kilo fosfaat voor bouwland en 125 kilogram voor grasland. Daarnaast wil het schap dat het verbod op het uitrijden van mest in de winter wordt ingetrokken. Het standpunt van het Landbouwschap wordt gesteund door de produktschappen voor zuivel, eieren, vlees en veevoer.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen