Dienstplichtige mag vredestaken weigeren
Ter Beek: Geen keuze voor beroepsmilitairen
DEN HAAG - Dienstplichtigen behouden de vrijheid te kiezen voor of tegen deelname aan VN-vredesmissies buiten het NAVO-verdragsgebied. In de eerste maanden van hun diensttijd krijgen zij voorlichting over het karakter van deze bijzondere taken. Daarna moet een keuze worden gemaakt, desgewenst in overleg met de ouders of de eventuele levenspartner.
Als een dienstplichtige echter eenmaal „ja" heeft gezegd, kan slechts om bijzondere redenen op deze beslissing worden teruggekomen. Dit heeft minister Ter Beek gisteren gezegd tijdens een vraaggesprek in het actualiteitenprogramma Tijdsein van de Evangehsche Omroep. De bewindsman werd geïnterviewd ter gelegenheid van een lezing die hij gisteren heeft gehouden voor de Europese organisatie van militairen (Eurofedop) in Veldhoven.
Heel anders ligt het voor Nederlandse beroepsmilitairen die geen medewerking willen verlenen aan vredesoperaties waar ook ter wereld. Minister Ter Beek voelt niets voor een speciale, kostbare afvloeiingsregeling. Hij noemde zo'n uitzonderingspositie zelfs „volstrekt onaanvaardbaar". Daarmee heeft de minister het voorstel van de Algemene Federatie van Militair Personeel afgewezen. Dit voorstel hield in dat beroepsmilitairen met bezwaren tegen participatie in vredesmissies, met een goede wachtgeldregeling zouden moeten kunnen afvloeien.
Nieuwe taken
Minister Ter Beek maakte gisteren duidelijk dat Nederlandse militairen al sinds 1979 vredestaken vervullen. Volgens hem gaat het bij vredesoperaties dus niet om nieuwe taken, al is er wel sprake van een kwantitatieve verschuiving naar deze taken. Beroepsmilitairen met bezwaren tegen vredesmissies moeten naar de mening van de minister conclusies verbinden aan hun opvatting en zelf op zoek gaan naar een andere werkgever. „Ik sluit overigens niet uit dat Defensie daarbij behulpzaam zou kunnen zijn", aldus de bewindsman.
Beroepsmilitairen kunnen er rekening mee houden dat zij gemiddeld een keer per anderhalf jaar worden uitgezonden voor vredesmissies naar het buitenland. „Nederlandse militairen zullen vaker dan vroeger met de daadwerkelijke inzet van militaire middelen en geweldsuitoefening te maken krijgen", zo zei Ter Beek.
Eenheid
De minister ziet geen mogelijkheden voor een krijgsmacht die is opgebouwd uit mensen die wel en mensen die niet bereid zijn te vertrekken naar conflictsituaties in het buitenland. Ook de bonden van miUtair personeel zijn die mening toegedaan. Wel zijn de bonden van mening dat tijdelijke weigeraars van vredestaken moeten worden gedoogd. Mannen die nu tot het beroepsleger toetreden krijgen niet de keuze wel of niet mee te werken aan vredesmissies.
Ter Beek toonde zich gisteren somber over de afvloeiingsregeling voor het overschot aan militairen dat nu nog voorhanden is. Voor 1996 moeten 20.000 functies bij Defensie verdwijnen. Naar verwachting zullen er ten minste 1500 gedwongen ontslagen vallen. Wel beloofde de minister zich tot het uiterste in te spannen om werk te vinden bij de politie of in het gevangeniswezen voor vele mensen die de krijgsmacht moeten verlaten. „Maar een goudgerande wachtgeldregeling zit er niet in. Dat is ook niet te verantwoorden ten opzichte van de samenleving", aldus minister Ter Beek.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 23 maart 1993
Reformatorisch Dagblad | 18 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 23 maart 1993
Reformatorisch Dagblad | 18 Pagina's