Lubbers: Orde en discipline op school
Nelly en Laurence: „Strengere regels werken misschien wel averechts"
ALMERE/ROTTERDAM - Het gezicht van de premier stond strenger dan ooit. Op een CDA-manifestatie vorige week in Almere kondigde Lubbers aan dat Neêrlands jeugd steviger aangepakt moet vforden.
„We moeten harder worden", was de boodschap van de minister-president. „Nederland kan nu niet trots zijn wat de criminaliteit betreft". Jongeren die veroordeeld zijn, moeten aan het werk gezet worden, want alleen een gevangenisstraf helpt niet, is Lubbers' mening. „Dat moet kunnen in organisaties, inrichtingen of kampementen". Exmilitairen zouden de kampementen kunnen bewaken.
Het waren niet de enige noten op Lubbers' zang. Hij sprak ook over de taken van de school. „Wat is het belangrijkste vak op school?" zo vroeg hij zich af. „Misschien moet dat wel orde en discipline zijn". Hij hoopt dat op deze wijze de jeugdcriminaliteit teruggedrongen kan worden.
Kranige uitspraken
De opmerkingen van de premier werden het gesprek van de dag. Diverse belangrijke mensen en instellingen reageerden. Zo gaf drs. B. Janssen van de katholieke schoolraad NKSR te kennen dat de school geen drilinstituut is. „Lubbers moet zelf maar eens een kijkje op school nemen om te zien hoe de leraren zich inspannen om de leerlingen normen en waarden bij te brengen. Dan zou hij zulke goedkope uitspraken niet doen".
Minister Ritzen van onderwijs is eveneens niet zo gelukkig met de „wel erg kranige uitspraken" van Lubbers over het aanleren van orde en disciphne bij jongeren. „Ik vind namelijk helemaal niet dat het zo slecht gaat in Nederland. Maar het kan altijd beter".
Ritzen vindt wel dat scholen wat meer moeten nadenken over de vraag op welke manier zij leerlingen vormen, opvoeden en voorbeelden geven. De overheid kan daarbij de scholen aansporen, maar meer niet. Het kader is daarbij de grondwet en de daarin verwoorde normen en waarden.
Laurence Braal en Nelly van Trigt, derdeklassers van de Udemansscholengemeenschap in Hoevelaken, zijn het met Lubbers eens dat er meer gezag moet komen. Nelly: „Op sommige scholen mogen leerhngen hun docent bij de voornaam noemen. Dat kan, denk ik, niet". „Op de reformatorische scholen valt het wel mee met orde en discipline", denkt Laurence. „Gezag is binnen onze gezindte heel belangrijk. Maar als ik naar andere scholen kijk, dan is het best goed dat er meer orde en discipline komt".
De scholieren vragen zich echter af of het bijbrengen van nonnen en waarden de criminaUteit tegen zal gaan. „Misschien werkt het wel averechts. De leerlingen zijn veel vrijheid gewend en als er dan strakkere regels komen, keren ze er zich wellicht tegen. Dan ben je nog verder van huis", stellen Laurence en Nelly.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van maandag 22 maart 1993
Reformatorisch Dagblad | 14 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van maandag 22 maart 1993
Reformatorisch Dagblad | 14 Pagina's