"^thouder Henderson in Rotterdam treedt af

De Gemeentelijke Sociale Dienst (GSD) van Rotterdam rapporteerde in 1989 dat zeker 72 procent van de ver- . strekte bijstandsuitkeringen in Beverwaard ten- onrechte was uitbetaald. Henderson heeft verzuimd dit rapport in de commissie sociale zaken te bespreken.

Tijdens het door D66 aangevraagde interpellatiedebat kreeg de wethouder alleen steun van zijn eigen fractie. Woordvoerder J. Janse vond dat de raad bezig was „met een kanon op een mug te schieten". Hij vroeg zich af of de raad een ander beleid gevoerd zou hebben als dê resultaten uit het rapport bekend geweest zouden zijn.

De kritiek op Henderson beschouwde Janse als kritiek op de PvdA zelf. Daardoor dreigde een breuk in het programcollege van CDA, PvdA en VVD te ontstaan. CDA en VVD verklaarden echter nadrukkelijk dat er geen wantrouwen richting de overige collegeleden bestond. Tegen het beleid als zodanig hadden zij geen onoverkomelijke bezwaren. AvrOgUtltlB

Wethouder Henderson gaf toe fouten gemaakt te hebben. „Ik ben vergeten de commissie te raadplegen". Hij benadrukte echter dat het ging om een intern stuk. „Zoiets maak je niet bekend. Het was ook geen wetenschappelijk opgezet onderzoek, de gegevens zijn op een onwettige manier verkregen. Het was geen goed rapport". De wethouder betreurde het dat de raad een politieke discussie blijkbaar belangrijker vond dan de inhoud van zijn beleid. Hij voerde aan dat hij al jaren geleden een duidelijk fraudebeleid had ingezet.

De fracties van CDA, D66, VVD en Groen Links namen het de wethouder vooral kwalijk dat hij de raad buitenspel gezet heeft. Fractievoorzitter D. C. Dekker van het CDA noemde het optreden van de wethouder „een vorm van arrogantie die onacceptabel is". Mevrouw F. Ravestein (D66) vond dat een wethouder die de raad geen informatie toevertrouwt geen vertrouwen van de raad kan verwachten. Zij diende een motie van wantrouwen in.

Rode roos

Henderson had na de dinerpauze de hoofden geteld. Zichtbaar aangedaan verscheen hij na de schorsing, getooid met een rode roos, in de vergaderzaal. „Ik vind zelf dat ik redelijk gefunctioneerd heb. Vier jaar lang heb ik deze coalitie meegemaakt. Er waren wethouders die apert discutabel functioneerden. Toch heb ik me altijd coöperatief opgesteld om de coalitie in staat te stellen de taak af te maken. Nu brengt u mij in de problemen nadat ik eenmaal uitbundig vergeten ben iets in een commissie te bespreken. Een meerderheid van de raad vindt dat ik moet opstappen. En dat doe ik ook". D66 trok na deze mededeling de motie tegen de wethouder in.

PvdA-fractievoorzitter Janse toonde zich „zeer teleurgesteld" over de uitslag van het debat. „Het valt ons uitermate zwaar te moeten accepteren wat we niet kunnen aanvaarden. De coalitie heeft een forse dreun opgelopen. We zullen het collegeprogram, dat we ondertekend hebben, blijven steunen, maar waar dat mogelijk is ons zeer zakelijk opstellen. Het program biedt een zekere beleids- en interpretatieruimte. Dat geeft ons de gelegenheid op bepaalde punten een eigen inzet te claimen. Als de andere coalitiepartijen dan niet mee willen, zoeken we een andere partij".

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen