Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Zendingsbewuste islam is niet eerst bedreiging, maar uitdaging

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Zendingsbewuste islam is niet eerst bedreiging, maar uitdaging

Nederlandse Zendings Raad denkt over mogelijkheden voor authentieke christelijke presentie

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het oprukken van de islam in Afrika zou niet allereerst een bedreiging, maar een uitdaging voor christenen moeten zijn. Christenen hebben de plicht, zegt dr. G. J. van Butselaar, het Evangelie zo te verkondigen, dat het Evangelie ook werkelijk Evangelie blijft. Van Butselaar weet waarover hij spreekt. Hij kent de situatie in Oost- en Centraal-Afrika vanuit zijn ervaring als docent aan de Theologische Hogeschool in Butare (Roeanda).

„Eigenlijk zijn jullie een maand te vroeg. Binnen de Nederlandse Zendings Raad (NZR) vragen we ons inderdaad af hoe we op de huidige veranderingen in de wereld van de godsdiensten kunnen ingaan. Dat is nog niet vastgelegd, maar wel is duidelijk dat van Kerk en Zending meer wordt gevraagd dan het geven van voorlichting over moslims alleen. Daarmee ben je niet van je roeping als christen af".

Dr. G. J. van Butselaar (49) is sinds oktober 1983 algemeen secretaris van de Nederlandse Zendings Raad, een overkoepelend orgaan van vijftien verschillende protestantse zendingsorganisaties. 

Ons gesprek leert dat hij in belangrijke mate zit op de lijn van de ook in Wereldraadkringen geliefde, maar toch tot de "evangelicals" gerekende anglicaanse bisschop Lesslie Newbigin. Een man met wie ook leden van de gereformeerde gezindte een heel eind kunnen meegaan. Een man echter die op het punt van de eeuwige verlorenheid niet genoeg zegt.

Van Butselaar wijst inmiddels op dingen die de laatste jaren in zendingsland nauwelijks'meer gehoord werden. „ We beraden ons op wegen en mogelijkheden voor een authentieke christelijke presentie in bij voorbeeld de islamitische omgeving".

„Dat is een nieuw nadenken. Maar niets is minder nodig. We hebben als christenen de plicht om het Evangelie zo te verkondigen, dat het Evangelie ook werkelijk Evangelie blijft. Daarvoor is in het verleden wel eens te weinig aandacht geweest".


Twee, drie jaar geleden moet het zijn geweest toen ergens in Nigeria een conferentie plaatsvond waarop vertegenwoordigers uit de moslimwereld met elkaar afspraken meer geld te steken in de voortgaande islamisering van Afrika. Al heel snel kwam toen een geruchtenstroom op gang, die leidde tot, wat dr. Van Butselaar noemt, het grootste conflict tussen moslims en christenen in de afgelopen jaren.

De moslimwereld betoogde dat de protocollen van de conferentie waren vervalst. Fundamentahstische christenen grepen de 'officiële' uitspraken aan om hun kritiek op het islamitische gevaar te ventileren. Moslimvoorlichters in de kerken zeiden: Zie je wel, de documenten zijn expres vervalst om de islam nog sterker te kunnen bekritiseren.

Dr. Van Butselaar is van het taalgebruik in de protocollen overigens niet geschrokken. Dat de conferentiegangers de islam op hoge toon aanprezen, noemt hij, godsdienst-sociologisch bezien, legitiem. „In de juridische zin dan. Je kunt van moslims niet anders verwachten. Ze verdedigen hun eigen godsdienst. Dat doen christenen ook".

Maximale inzet

Wel heeft hij het vermoeden dat, conform de eigen aard van de Arabische cultuur, de lofprijzing hier en daar een wat te hoge toon zal hebben aangeslagen. „De mensen schrikken zich een ongeluk als uiteindelijk een en ander op schrift staat. Als je de zaak op zijn merites wilt beoordelen, zul je onderscheid moeten maken tussen het gezwollen taalgebruik van de Arabische wereld en de afgeslankte stijl van Europeanen. „Wij zetten minimaal in; zij maximaal. Dat cultuurverschil moetje honoreren", zegt hij. De uitspraken van de protocollen moeten naar zijn mening dan ook minder sterk worden geïnterpreteerd dan vele westerse christenen hebben gedaan. „Je kunt er in elk geval geen wapens van smeden". 

Dr. Van Butselaar: „Allereerst zul je onderscheid moeten maken tussen de verschillende meningen van christenen en moslims met betrekking tot de verhouding tussen kerk en staat. In moslimlanden is het eigenlijk vanzelfsprekend dat de overheid de verantwoordelijkheid heeft voor het wel en wee van de religie. Dat is in het christendom anders. Zelfs artikel 36 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis is geen vergelijkingsmateriaal. Wij zeggen: Beide, kerk en staat, staan onder de wet van God". 

Twee Culturen

„Ik wil maar zeggen: Als islamitische overheden zich mengen in godsdienstige aangelegenheden is dat in hun context vanzelfsprekender dan bij ons. Dat moet je niet overplanten naar onze situatie. Mijn tweede punt is dat je over twee geheel verschillende culturen praat. Ik heb dat eigenlijk net al gezegd, maar het is nog wat anders om dingen met veel bombarie te verwoorden in protocollen dan om die later te vertalen in het kleingeld van elke dag.

Als moslims zelf zeggen dat de protocollen anders moeten worden geïnterpreteerd dan hier en daar in het Westen is gedaan, dan moet je die mensen op hun woord geloven. Ik vind een overschatting van de islam naïef. Daaraan moet je niet toegeven. Het gaat erom: Wie spreekt het hart van de mensen aan. Nu, als je deze twee argumenten, zoals ik hier heb geformuleerd, in rekening brengt, dan kun je stellen dat de islam een reële uitdaging is voor kerk en zending"

.. Waarom?

„De islam wordt steeds meer een missionaire godsdienst. Dat was ze in het recente verleden niet. In Chicago is zelfs een moslim bezig om andere moslims te vormen voor een missionaire presentatie van de islam in de Verenigde Staten. Ook wil men hen zodanig toerusten dat zij de confrontatie met de moderne westerse cultuur aankunnen, dit met het doel om conflicten in de tweede generatie te voorkomen en te doorbreken.

Mijn tweede argument is dat ik zie dat voor Afrika missionaire strategieën worden ontworpen. Landen met een moslimmeerderheid leggen zich erop toe de rechten van christenen in te perken. Landen met een moslimminderheid organiseren allerlei islamitische substituten, om daardoor meer invloed te verkrijgen. Dat heeft men 'afgekeken' van het christelijke organisatiewezen in het Westen.

In Oost-Afrika zie je momenteel een trend waarin moslims uitspreken dat ze van christenen willen leren. In Zuid-Afrika worden allerlei strategieën uitgedacht om met christenen samen te werken. Noord- en West-Afrika daarentegen leggen een agressieve vorm van islamitischmissionair bewustzijn aan de dag". 

Wat betekent dat voor het christendom?

„Ik zeg niet dat we bang moeten zijn. Een moslim die zich gelovig beroept op de koran en het erg vindt als de profeet niet geëerd wordt, doet vanuit zijn optiek niet anders dan zijn plicht. Het wordt pas gevaarlijk als hij verder gaat dan het missionaire debat en oneigenlijke middelen gaat gebruiken om zijn doelstellingen te bereiken. Dan is zending geen zending meer, dan wordt zending onderdrukking.

Verder is ook de combinatie van fundamentalisme en staatsmacht gevaarlijk. Dat geef ik grif toe. Maar ik ben niet bang voor de islam als missionaire religie. Integendeel. Ik ben ook niet bang voor hun strategieën. Als je gelooft dat Jezus de Christus is, dan hoefje toch ook niet bang te zijn. Hij is toch Heer van Zijn wereld". 

Zijn er gevallen bekend waarin het werkelijk fout ging?

„Kijk naar de situatie in Soedan. Het land wordt niet alleen door een gruwelijke burgeroorlog verscheurd, met alle gevolgen van dien, maar ook vervolgt de fundamentalistische moslimregering christenen. En niet alleen christenen, maar ook liberale moslims. Ik heb beelden gezien op de BBC. Wat daar gebeurt, is zo goddeloos, dat is niet te zeggen. Dat grenst aan genocide, zou ik zeggen. Maar je mag de islam als geheel natuurlijk nooit beoordelen op dergelijke uitwassen . 

Een uitdaging voor Kerk en Zending, zei u. Kunt u dat wat nader toelichten?

„Ten aanzien van de wereld van de islam is door het christendom nooit zozeer een missionaire strategie bedacht. We zullen nu moeten bedenken hoe we op die uitdaging ingaan. We kunnen niet volstaan met het geven van voorlichting over moslims. We zullen de Heer moeten aanprijzen, ook tegenover de islam.

In de eerste plaats zullen we goed moeten luisteren naar de stem van de christelijke kerken in de Arabische wereld. Het is buitengewoon belangrijk dat wij deze kerken in onze voorbede gedenken en wegen en middelen vinden die hun in staat stellen het eigenlijke missionaire werk te doen.

Verder zullen wij christenen moeten helpen in de toerusting voor de confrontatie met de islam. Ze zullen wat moeten weten van de islamitische gewoonten. Maar het is ook belangrijk dat ze de moslim leren zien als hun broeder, die er evenals ieder ander recht op heeft om van Jezus te horen.

Ten derde zullen de christelijke kerken veel meer dan voorheen heel duidelijke christelijke gemeenschappen moeten gaan vormen. Islamieten willen de boodschap van de Bijbel niet alleen maar horen, ze willen ook zien hoe iemand als christen leeft. Dat is in hun cultuur niet van elkaar gescheiden. Het christendom is veel individualistischer.

Er is een trend om ons geseculariseerde christendom naar het Zuiden te transporteren. Het maakt niet uit of onze boodschap christelijk is, zeggen we dan, als de boodschap uiteindelijk maar bevrijdt en vrede sticht. Dan zeg ik: Zo dien je de mensen niet met het Evangelie. Je dient ze alleen wanneer je ze in staat stelt om persoonlijk een keuze voor of tegen Jezus te maken". 

Dat lijkt op gespannen voet te staan met de bekende dialooggedachte.

„Dialpog is een nonsens-woord, als je het anders gebruikt dan wat het ze^t. Als je met elkaar in dialoog bent, vereist dat wederzijds respect en aandacht. Dan moet ik niet gelegenheidstaal gebruiken en mijn eigenlijke motieven achter de ellebogen houden. Dialoog veronderstelt eerlijkheid, van mijzelf, maar ook van mijn gesprekspartner. In een tweegesprek neem je elkaar volledig serieus. In de dialoog kun je volstrekt ongeloofwaardig worden als je iets anders zegt dan je bent. In de confrontatie met moslims gaat het erom dat christenen authentiek zijn. Pas dan heeft de verkondiging van het Evangelie voor de moslim gezag". 

Er zit natuurlijk wel een principieel verschil in de manier van de verkondiging. De leerlooier doet dat toch anders dan de apostel Paulus?

„Ik zie geen principieel verschil. Ik denk betrekkelijk laagkerkelijk". 

U ziet het ambt niet van bovenaf komen, maar opkomen vanuit de gemeente? 

„Inderdaad". 

Is de doorsnee moslim rijp voor een dergelijke dialoog? Neemt hij christenen werkelijk serieus?

„Ja, ik denk het wel. Zelf heb ik gewerkt in Roeanda. Ik herinner me dat ik soms drie dagen lang in de rij stond om benzine te krijgen. Toen heb ik bij mezelf gedacht: Hier kun je toch meer doen dan alleen maar wachten. Zo ben ik met de mensen gaan zingen. Ik ging ze christelijke liederen leren, en ze deden allemaal mee.

Nog zo'n voorbeeld. Als ik van het Theologisch Instituut naar de kerk moest, dan was dat elke keer zo'n vier, vijf kilometer lopen. Dan kwam je op een gegeven moment door een Arabische wijk. Daar loop je dan, met, naar goed gereformeerd gebruik, je koffertje met je toga in de hand.

Een moslimvriend van me stond toen op de veranda van zijn huis. Hij riep: „Je zult wel dorst hebben, kom wat Fanta drinken". „Pas maar op", zei ik, „want ik wil je natuurlijk bekeren". Ik wees ondertussen op mijn koffertje. „Ik heb mijn Bijbel bij me". „Dat is geen punt", riep mijn vriend terug. „Hier heb ik de koran".

Enkele ogenblikken later discussieerden we met elkaar over het eigene van onze godsdienst. Nu, die openheid is geen uitzondering. Ik heb dat meer meegemaakt. Zelfs van een hindoevrouw, die, toen ze hoorde dat ik predikant was, direct begon te getuigen van haar geloof. Het gaat erom datje authentiek bent, dan ontstaan zulke contacten vanzelf'. 

Heel concreet: Waar zal de moslim na dit leven zijn?

„Met zo'n vraag heb ik moeite. Ik geloof niet op die manier in "fundamentals". Zo van: ik geloof in de hemel, en: ik geloof in de hel. Ik geloof in de Heer. De geloof dat er in Hem en door Hem nieuw leven is. Nieuw leven, dat nu in voorlopigheid mag beginnen, en dat na dit leven doorgaat. Over de hemel en de hel is alleen in beelden geschreven. Daarover spreek ik me niet uit". 

Wie zegt: eeuwig zalig, zegt toch ook het tegenovergestelde: eeuwig onzalig?

„Ik maak dat soort, statements niet mee. Mijn boodschap is niet: die is verkoren en die is verworpen. Mijn boodschap is: Jezus is er voor heel de wereld. Ieder die dan van Hem hoort, heeft de plicht om een antwoord te geven en daar hangt het van af hoe zijn of haar toekomst is. Ik ben niet in staat om dat te beoordelen". 

Fundamentalistische christenen, maar ook gereformeerde christenen, wijzen dan op hun Bijbel. Daarin staat toch ook dat wie niet gelooft dat Jezus de Christus is, vervloekt is?

„Ik denk dat zulke teksten vaak worden misverstaan. Dat geldt ook voor de Dordtse Leerregels en voor de leer van de verkiezing bij Calvijn. Onze gereformeerde vaderen waren er op uit om iets te zeggen over Gods macht en Gods vrijmacht. Ze hebben willen zeggen dat Gods wegen niet na te rekenen zijn. Dat maak ik mee. Voluit! Maar verder denk ik dat de mens meer een "Gegenüber" is, hij wordt door God aangesproken op zijn verantwoordelijkheid. Ik geloof niet in "fundamentals". Dogmatiek is niet iets om mensen mee dood te slaan. Ik heb daar moeite mee, wanneer de prediking mensen bij voorbaat.veroordeelt".

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 13 maart 1993

Reformatorisch Dagblad | 28 Pagina's

Zendingsbewuste islam is niet eerst bedreiging, maar uitdaging

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 13 maart 1993

Reformatorisch Dagblad | 28 Pagina's