Geen militairen meer te vinden voor Bosnië

Kooijmans verklaarde gisteren in de Tweede Kamer dat Nederland in principe bereid is een militaire bijdrage te leveren aan de internationale vredesmacht voor Bosnië-Hercegovina na aanvaarding van het vredesplan dat in Washington besproken wordt.

Kooijmans heeft gisteren met Ter Beek doorgenomen welke militaire middelen Nederland nog ter beschikking heeft. Ter Beek erkende na afloop dat de mogelijkheden wat betreft het sturen van gevechtseenheden heel beperkt zijn doordat dienstplichtigen alleen op vrijwillige basis uitgezonden mogen worden.

Dit onderstreept nog eens, aldus Ter Beek, de noodzaak van de omvorming van de Nederlandse krijgsmacht tot een vrijwilhgersleger.

Bekende weg

In feite vraagt de Tweede Kamer met het aandringen op de inzet van Nederlandse grondtroepen in BosniëHercegovina naar de bekende weg.

De daarvoor in aanmerking komende onderdelen, zoals de pantserinfanterie, worden grotendeels bemand door dienstplichtigen en die kun je niet zomaar buiten het NAVO-gebied inzetten, aldus luitenant-kolonel M. van den Doel, die als militair deskundige is verbonden aan het Instituut Clingendael in Den Haag. Hij ziet „eigenlijk geen mogelijkheden" om aan de dinsdagavond zo zwaar aangezette wens van de Kamer te voldoen.

Van den Doel doelt op de motieFrinking die in 1987 door de Kamer werd aangenomen en die zegt dat Nederlandse dienstplichtigen alleen op basis van vrijwilligheid buiten het grondgebied van de NAVO mogen worden ingezet.

De werving is volgens Van den Doel een tijdrovende zaak, waarbij het nog maar de vraag is of er onder dienstplichtigen voldoende animo voor een Bosnisch avontuur zal bestaan. Is die animo er wel, dan moet er bovendien eerst nog het een en ander worden geoefend, omdat het aldus samengestelde gezelschap onvermijdelijk uit militairen van diverse bataljons zal bestaan.

Ook andere mogelijkheden, zoals die dinsdagavond door een aantal kamerleden werden gesuggereerd, zijn problematisch. De luchtmobiele brigade is nog in opbouw. Weliswaar hebben zo'n 150 militairen inmiddels hun „rode baret" in ontvangst mogen nemen, wat betreft materieeluitrusting is dit nieuwe op crisisbeheersing en -interventie gerichte paradepaardje van de Landmacht nog allerminst operationeel.

Cambodja

Het „overplaatsen" van de bijna 800 Nederlandse mariniers in Cambodja naar de Balkan is ook niet op stel en sprong te verwezenlijken. Op zich kan Nederland deze mariniers aan de VNtaken aldaar onttrekken maar daarvoor gelden opzegtermijnen, nog afgezien van de tijdrovende logistieke inspanning die dat vergt. Bovendien heeft Ter Beek meermalen laten weten weinig voor hun terugtrekking te voelen, omdat daarmee de weinig coöperatieve houding van de Rode Khmers in het Cambodjaanse vredesproces zou worden beloond.

Ook de defensiespeciaUsten in de Tweede Kamer voelen niets voor een dergelijke maatregel, zo bleek gisteravond, toen een delegatie van de vaste kamercommissie van defensie terugkeerde van een zesdaags bezoek aan de mariniers in Cambodja.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen