Duivels
Meditatie
„Toen ging een van de twaalve, genaamd Judas Iskariot, tot de overpriesters. En zeide: Wat wilt gij mij geven? en lk zal Hem u overleveren". Matthéüs26:14 en 15a
Judas gaat aan de overpriesters zijn dienst aanbieden.
Verraders willen niet bekend zijn zolang zij nog enige schaamte hebben of ongemak vrezen. Doch Judas Is buiten alle schaamte of vrees. Deze man Is zo vurig om zijn boosheid te volbrengen, dat hij uit eigen beweging gaat, zonder dat men hem aanlokt of hem laat halen.
Zo zondigden de engelen, zonder dat hen iemand daartoe aanporde. Zo te zondigen is duivels. De moedwil In het zondigen maakt de mens de duivel gelijk.
Heere, bewaar ons voor moedwil, dat die niet over ons heerse.
„Wat wilt gij mij geven?" is het woord van Judas als hij te koop aanbiedt wat voor geen geld te koop Is. En zo Is het nog met Judas' gebroed. Het zegt: Ik zal u helpen aan zo'n plaats, aan zo'n positie, maar: „Wat wilt gij mij geven?" De gierigaard is een afgodendienaar, zoals u hier ziet. Want hij kiest het geld boven alles. Judas had met al de andere apostelen gezegd: „Wij hebben geloofd en bekend, dat Gij zijt de Christus, de Zoon des levenden Gods", Johannes 6:69; en nu kiest hij het geld voor God. Het geld wil hij hebben en de Zoon van de levende God wil hij kwijt zijn. Hij wil het geld winnen, door de Zaligmaker over te leveren en te verliezen.
Ds. Jacobus Borstius (Uit De zuchtende bruid)
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 maart 1993
Reformatorisch Dagblad | 22 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 maart 1993
Reformatorisch Dagblad | 22 Pagina's