KLANTTEKENINGEN
Gehakt (I)
Tussen gehakt en gehakt zit duidelijk verschil. Dat is tenminste de opvatting van het Bedrijfschap Slagersbedrijf in Rijswijk. In het Europees Parlement is men daar nog niet echt van overtuigd. Afgelopen donderdag kwam een werkgroep van het Europees Parlement uit het Brusselse voor een kort bezoek in Nederland. De groep liet zich op de hoogte stellen van de bereiding en de verwerking van gehakt in ons land. Ook het Bedrijfschap in Rijswijk werd met een bezoek vereerd. De vleesbranche organiseerde een voorlichtingsdag.
De aanleiding voor het bezoek was dat de Europese Commissie bezig is met het aanpassen van de Europese richtlijn voor het bereiden van gehakt. Op uitnodiging van de regering nam de Europese werkgroep kennis van de situatie in Nederland. De op stapel staande scherpere normen stuiten namelijk op bezwaren: de vaderlandse vleessector wordt erdoor gedupeerd.
Sandra Wewer, voorlichtster van het Bedrijfschap Slagersbedrijf, legt uit dat het bereiden van gehakt in Europa op verschillende manieren gebeurt. „In de zuidelijke landen wordt gehakt vooral rauw gegeten; in het noorden verhit men het gehakt eerst. En het probleem is dat de aangepaste Europese richtlijn uitgaat van de zuidelijke situatie. Nederlandse vleesprodukten voldoen echter al aan strenge kwaliteitseisen en de richtlijn gaat ons alleen extra geld kosten".
Het punt waar het om draait, is dat een Europese controle duurder uitvalt dan de huidige controle door (Nederlandse) laboratoria of eigen controlediensten. Sandra Wewer: „Ik verwacht dat door deze maatregel de prijs van gehakt aanzienlijk zal stijgen. Daarom proberen wij de werkgroep te laten zien hoe gehakt bij ons geproduceerd wordt. We willen aantonen dat gehakt bij ons op een verantwoorde wijze bereid wordt. Voor ons is de richtlijn onuitvoerbaar en oncontroleerbaar".
Gehakt (II)
Het vlees- en vleeswarenbesluit van de Warenwet regelt voor Nederland de samenstelling van het gehakt. In gewoon gehakt mag bij voorbeeld niet meer dan 35 procent vet zitten. Het zetmeelgehalte van paneermeel, verwerkt in gekruid gehakt, mag de 6 procent niet overschrijden. Ook zijn er beperkingen voor de hoeveelheid toegevoegde vitamine C.
Volgens Sandra Wewer is Nederland „best wel een gehaktland". Exacte cijfers zijn niet te geven, maar Nederland neemt wat dat betreft zeker een toppositie binnen Europa in. Sandra is ervan overtuigd dat gehakt „een goed en relatief goedkoop produkt" is. Het nuttigen van gehakt neemt in ons land ongeveer 40 procent van de totale vleesconsumptie voor zijn rekening. Onder "gehakt" verstaat het Bedrijfschap overigens ook aanverwante produkten als slavinken, blinde vinken en dergelijke. De traditionele gehaktbal maakt ongeveer een kwart van de vleesconsumptie uit. In absolute cijfers: als Nederlanders maken we jaarlijks een slordige 91.000 ton gehakt soldaat.
De Europese richtlijn geldt voorlopig alleen nog voor gehakt dat tussen de EG-lidstaten verhandeld wordt. Maar volgens het Bedrijfschap Slagersbedrijf zijn er plannen om de richtlijn ook op de binnenlandse handel toe te passen. Het gaat dan om de verkoop van gehakt via tussenhandelaren. En dat zal waarschijnlijk in 1996 gebeuren.
De richtlijn bevat gezondheidsvoorschriften, regels voor de inrichting van bedrijven, het merken van de produkten en de opleiding van het personeel.
GL
Verpakkingen
De Cl000-supermarkt aan het Korianderplein in Apeldoorn had afgelopen donderdag hoog bezoek. Minister Alders van milieubeheer kwam in hoogst eigen persoon in ogenschouw nemen wat er in de praktijk al terechtgekomen is van het verpakkingenconvenant dat in mei 1991 door overheid en bedrijfsleven werd ondertekend. Doel daarvan is het terugdringen van de hoeveelheid verpakkingen. Alders zei „redelijk tevreden" te zijn.
Levensmiddelenhandel en fabrikanten hebben zich op harde cijfers vast laten pinnen. Men gaat ervan uit dat, als er niet was ingegrepen, de hoeveelheid verpakkingsafval in 2000 zou zijn uitgegroeid tot 2,7 miljoen ton per jaar. Nu is afgesproken dat het in dat jaar om niet meer dan 1,9 miljoen ton mag gaan. Per saldo houdt de afspraak in dat er tussen 1991 en 2000 elk jaar 3 procent minder verpakkingsmateriaal moet worden gebruikt. Daar moet al iets van te zien zijn.
Het Centraal Bureau Levensmiddelenhandel (CBL), de organisatie waar alle grote supermarktketens bij aangesloten zijn, zet op een rijtje wat er in 1992 allemaal gebeurd is. Er werden in de winkel heel wat minder bakjes, schaaltjes, zakken en zakjes aan produkten toegevoegd (min 20 procent). Grootste winst- of verliespunt -het is maar hoe je het bekijkt- is dat er niet langer gratis plastic draagtassen worden verstrekt. De hoeveelheid is hierdoor gehalveerd.
Op de versafdelingen is er ook heel wat veranderd. Er valt volgens het CBL een sterke reductie van kaasvelletjes en groente- en vleeszakjes waar te nemen. Produkten met pvc worden nauwelijks meer gebruikt. Ook op het gebied van "blisters" is veel aan de hand. Blisters zijn kartonnen kaarten waarop een artikel wordt vastgemaakt door een kunststof omhulsel. Dit wordt gedaan om bij voorbeeld kauwgom of batterijen minder aantrekkelijk te maken voor winkeldiefstal. De hoeveelheid blisters is in een jaar tijd afgenomen. Op korte termijn zullen ze volgens het CBL helemaal van de markt verdwenen zijn. Ook de doordrukstrips voor onder andere kauwgom en keeltabletten zijn aan hun laatste drie maanden bezig.
Doosjes ter bescherming van tubes tandpasta zullen over een tijdje ook niet meer worden aangetroffen. Volgens de voorzitter van het CBL, Van den Broek, zal dat voor de consument wel even wennen zijn. „Kijk maar naar tubes mayonaise en ketchup. Die liggen nu allemaal los, terwijl ze een jaar geleden nog in dozen zaten. Dat weet de klant al niet meer". Tubes met butsen en deuken zullen we daarbij voor lief moeten nemen.
Het ministerie van VROM vindt het een hele verbetering dat voor blikjes het "ring-pull-systeem" is afgeschaft. Frisdrankblikjes worden niet langer geopend door een ring los te trekken -en achteloos weg te werpen, bij voorkeur niet in een afvalbak- maar door een systeem waarbij die ring aan het blik vast blijft zitten. Het ontstaan van zwerfvuil wordt zo tegengegaan.
Een verandering die niet zo in het oog loopt is dat verpakkingsfabrikanten hun best doen om in hun produkten minder materiaal te gebruiken. Dat is bij voorbeeld bij glazen conservenpotten gebeurd. Er wordt 14 procent minder glas gebruikt, terwijl ook het gewicht van het deksel met 12 procent is afgenomen. Melkflessen- en pakken zijn eveneens een stuk lichter geworden. Blikjes trouwens ook. En de introductie van de PET-fles was wat gewicht betreft ook bepaald een revolutie. Zo'n verpakking weegt nog maar 105 gram, terwijl hij tussen de dertig en vijftig maal te gebruiken is. (Een glazen fles laat het volgens het CBL na tien keer afweten.)
De was- en reinigingsmiddelen voldoen volgens het CBL royaal aan de doelstellingen die in het convenant gesteld zijn. Het spreekt voor zich dat de introductie van compacte varianten daar het nodige aan heeft bijgedragen. Ook navulverpakkingen spelen echter een rol bij de spectaculaire teruggang in gewicht die in deze groep produkten is bewerkstelligd. Een consument die een compact poeder koopt, bespaart 30 procent op verpakkingsmateriaal. Als daarna ook nog een navulpak wordt aangeschaft, beloopt het voordeel ongeveer 40 procent. Alders vindt dit „een gigantische ontwikkeling".
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 27 februari 1993
Reformatorisch Dagblad | 26 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 27 februari 1993
Reformatorisch Dagblad | 26 Pagina's