Zeeland haalt lage ratten-norm nooit
Miljoenenschade door te weinig vangers in Zeeuwsch-Vlaanderen
MIDDELBURG - Muskusratten. Het stikt er van in het waterrijke Nederland. Honderduizenden exemplaren voelen zich er als een vis In het water. Zeeland doet wat dat betreft niet onder voor de rest van het land. En ook hier roepen de provinciale politici om het hardst dat het ongedierte uitgeroeid dient te worden. Het blijft echter bij woorden. Met het huidige aantal rattenvangers zal het probleem in het Zeeuwse Deltagebied nooit beheersbaar worden.
Tot die laatste conclusie komt M. C. Geuze, coördinator van de muskusrattenbestrijding in de provincie. Zijn uitspraken worden ondersteund door de beide rayonambtenaren H. de Vree en J. J. Meijll. Met name ZeeuwschVlaanderen met z'n moeilijk bereikbare meren en kreken kost de rattenvangers veel tijd. In die regio worden echter ook de meeste 'gravers' gevangen. Vorig jaar waren dat er tussen de negen- en tienduizend stuks, op een vangsttotaal voor Zeeland van rond de vijftienduizend.
Op dit moment telt Zeeland elf vangers in vaste dienst. Tijdelijk is daar één helper aan toegevoegd. „Dat zijn er te weinig", vindt Geuze. „Vooral in Zeeuwsch-Vlaanderen is er sprake van onderbezetting. In 1995 moet de populatie volgens de Rijksoverheid tot een aanvaardbaar niveau worden teruggebracht. Op een vierkante kilometer houdt dat een vangst in van 0,25 per uur. De politiek heeft zich daarmee akkoord verklaard. Maar dat halen we op deze manier nooit".
De Vree en Meijll bevestigen dat de gebieden in Zeeland waar dit streefgetal zal worden bereikt nauwelijks aanwezig zijn. „Voor de hele provincie lag dat percentage vorig jaar op 0,89 en in het rayon Zuid (ZeeuwschVlaanderen) zelfs op 1,37. We zitten dus nog steeds fors boven de landelijke norm.
De werkdruk per gebied kan in Zeeland net zo hoog of zelfs hoger liggen dan in provincies waar het aantal ratten de honderdduizend overschrijdt, zoals bijvoorbeeld Utrecht en Zuid-Holland. Die laatste twee provincies zijn echter bereid daar ook daadwerkelijk forse bedragen voor uit te trekken. Volgens Geuze ligt het aantal vangers in Zuid-Holland rond de zeventig: een gigantisch contrast met de elf van Zeeland. Totaal werken er in Nederland vierhonderd. Om Zeeland onder controle te krijgen zijn er minstens vijftien vangers nodig. „Als het goed is, is de politiek daarvan op de hoogte".
Miljoenenschade
Geuze verwacht „grote schade" aan dijken, taluds en gewassen, als de Deltaprovincie er niet snel vangers bij krijgt . „Landbouwschade is vrijwel altijd direct te constateren. Echter, graafschade komt pas één a twee jaar later aan het licht. Dat betekent dat er pas achteraf gereageert kan worden. Bovendien wordt dan vaak niet het verband gelegd met de muskusrat".
De beide rayonambtenaren schatten dat de totale vernielingen in Zeeland per jaar de miljoen gulden overschrijden. Dat is dan wel inclusief de schade aan -verzakte- landbouwmachines en aan gewassen. Dat laatste is ook moeilijk te bewijzen. „Boeren klagen hierover niet zo snel. Dat heeft met de Zeeuwse mentaliteit te maken. Ze denken: we krijgen er toch geen vergoeding voor. Pas bij persoonlijke gesprekken blijkt dat er wel degelijk iets aan de hand is".
Toename
De problemen voor de Zeeuwse vangers nemen de komende tijd alleen maar toe, verwacht Geuze. „Dank zij de diverse natuurbeleidsplannen stijgt het aantal kilometers waterjopen nog steeds. Voor ons is dat niet meer bij te houden. Daar bij komt dat de meeste natuurgebieden worden afgesloten voor het publiek; dus ook geen meldingen dat er muskusratten zitten. Over enkele jaren staan ons daar rare verrassingen te wachten. We zouden er eigenlijk zelf regelmatig moeten kijken, maar daar is geen tijd voor. Natuurgebieden zijn bovendien erg arbeidsintensief'. Dat de huidige rattenproblemen in Zeeland in ieder geval niet aan de inzet van het personeel ligt, maakt Geuze duidelijk met enkele cijfers. „Het landelijke normenrapport houdt rekening met 1300 effectieve (veld)uren per man per jaar. Wij zitten daar boven. Onze mensen hebben dus een redelijk positieve instelling. Ze zijn weinig ziek en werken flink. Er zijn provincies die de 1300 niet eens halen".
Ondanks dat de muskusratten makkelijk gangen kunnen graven van zo'n 30 meter, verwachten De Vree en Meijll niet dat de Zeeuwse dijken geEen aangevreten suikerbiet. Het
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 februari 1993
Reformatorisch Dagblad | 28 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 februari 1993
Reformatorisch Dagblad | 28 Pagina's