Shell Chemie zwaar in de rode cijfers
Olieconcern getroffen door enorme sorop bij bedrijfin Japan
DEN HAAG - De winst van de Koninklijke/Shell Groep is vorig jaar gestegen, ondanks een zwaar verlies in de chemiesector. President-directeur C. A. J. Herkströter sprak gisteren in een toelichting van „sterke resultaten" wat betreft de kernactiviteiten (olie en gas), maar voegde hieraan toe dat het totaalbeeld „geen aanleiding geeft de vlag uit te steken".
De Nederlands-Britse multinational verdiende 3064 miljoen pond sterling, 28 procent meer dan de 2403 miljoen over 1991. Omgerekend tegen de huidige wisselkoers stemt eerstgenoemd bedrag overeen met bijna 8 miljard gulden. Vooral het vierde kwartaal pakte gunstig uit voor het concern. In vergelijking met de laatste drie maanden van het voorafgaande jaar vertoonde de netto uitkomst meer dan een verdubbeling (van 454 naar 928 miljoen pond sterling). Per aandeel Koninklijke steeg de winst over geheel 1992 van 5,23 tot 6,36 gulden. Het dividend wordt verhoogd van 8,20 tot 8,45 gulden.
In bovenvermelde cijfers zijn ook de wijzigingen in de waarde van de voorraden meegenomen. Die houden verband met schommelingen in de noteringen van ruwe olie op de wereldmarkt. Twee jaren achtereen trad er per saldo een prijsdaling op. In 1992 was die kleiner dan in 1991; derhalve bleef het voorraadverlies eveneens beperkter van omvang. Als we deze effecten buiten beschouwing laten, krijgen we een beter inzicht in het feitelijke exploitatieresultaat. Het aldus geschoonde saldo vermeerderde van 2893 tot 3122 miljoen pond sterling (plus 8 procent). Over het vierde kwartaal realiseerde de oliemaatschappij op deze basis een verbetering van 492 tot 945 miljoen (plus 92 procent).
Wisselkoersen
Bij de toename van de nettowinst valt aan te tekenen dat die volledig is toe te schrijven aan een voor Shell gunstige ontwikkeling van de wisselkoersen en een aanzienlijk geringere afdracht aan de fiscus. Het bedrijfsresultaat (de winst voor aftrek van financiële lasten en baten en van belastingen) daalde dan ook, met 3 procent. De gang van zaken aan het valutafront bezorgde de onderneming een meevaller van 412 miljoen pond, tegen 79 miljoen in 1991. Aan belastingen behoefde in de diverse landen in totaal ruim 800 miljoen pond minder te worden overgemaakt.
De opbrengst van de verkopen van de multinational zakte met 2 procent tot ruim 73 miljard pond. Het resultaat van de sector upstream (opsporing en winning) klom van 1439 tot 1862 miljoen pond. Het onderdeel downstream (verwerking, zeetransport en verkoop) kampte met een terugslag van 1621 tot 1284 miljoen. De activiteiten op het gebied van metalen en steenkool confronteerden het concern met een verlies van 63 miljoen. De chemie zit nog dieper in de rode cijfers. Die sector sloot de boeken met -voor het eerst sinds 1982- een verlies en wel van 223 miljoen pond (bijna 600 miljoen gulden).
Overcapaciteit
Vooral in de laatste maanden tekende zich een dramatische verslechtering af van de situatie in de petrochemie. De internationale stagnatie van de industriële produktie drukt de vraag. Er is wereldwijd sprake van overcapaciteit en die zal de komende tijd waarschijnlijk alleen maar toenemen. In uitvoering zijnde investeringensplannen leiden binnen twee jaar tot een verdere capaciteitsuitbreiding, van 10 procent. „Het wordt er dus niet beter op", concludeerde Herkströter. Een keer ten goede ligt op korte termijn niet in het verschiet. Inmiddels werkt KoFoto ANP ninklijke/Shell aan reorganisaties die een kostenreductie moeten opleveren. Naar verwachting zullen bij de vestigingen in Moerdijk en Pemis zo'n 800 banen verdwijnen. Het personeelsbestand in de chemiesector buiten Noord-Amerika wordt tussen 1992 en 1995 met bijna een vijfde teruggebracht.
Alles overziende merkte Herkströter op: „1992 was wederom een moeilijk jaar. Het economisch klimaat verbeterde niet en de olieprijzen daalden licht. Onder zulke omstandigheden zal het geen verbazing wekken dat alle oliemaatschappijen spreken over zaken als kostenbesparingen, herstructureringen en rationalisatie". Hij liet zich niet concreet uit over de vooruitzichten voor de Groep in 1993.
Voorziening
Een enorme financiële strop vloeit voort uit grote verliezen op valutatermijncontracten die het Japanse Showa Shell afsloot. Herkströter zei „geschokt en teleurgesteld" te zijn over de gang van zaken bij die aan de beurs in Tokio genoteerde firma. Koninklijke/Shell, dat in dat bedrijf een belang bezit van 50 procent, heeft inmiddels ten laste van de winst over 1992 een voorziening getroffen van 131 miljoen pond. Dit jaar zal het concern opdraaien voor nog eens 65 miljoen. Herkströter deelde mee dat het management bij Showa wordt vervangen.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 februari 1993
Reformatorisch Dagblad | 28 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 februari 1993
Reformatorisch Dagblad | 28 Pagina's