Kritiek op deeltijdse lerarenopleiding

Dat schrijft de commissie die de kwaliteit van deze deeltijdse opleidingen heeft onderzocht. De commissie was ingesteld door de vereniging van hogescholen, de HBO-raad, en heeft vandaag haar rapport uitgebracht. De deeltijdse opleidingen zijn bestemd voor leraren met een zogenoemde tweedegraads-bevoegdheid (voor de laagste klassen van het voortgezet onderwijs) die promotie willen. Zij volgen de opleiding naast hun werk.

De opleidingen hebben te kampen met een dalende belangstelling van studenten en daardoor met een afnemende subsidie. Daardoor is er te weinig geld om aandacht te besteden aan verbetering van de kwaliteit van de docenten en de leermiddelen.

De weinige docenten (die ook bijna allemaal beperkte aanstellingen hebben) bepalen vooral zelf wat zij de studenten willen leren, zonder dat daar een brede onderwijsvisie achter steekt. Volgens de commissie zijn sommige opleidingen, zoals aan de christelijke hogeschool Windesheim in Zwolle, eigenlijk te klein om te blijven bestaan.

Samenhang

Inhoudelijk vindt de commissie het gebrek aan aandacht voor de beroepseisen het grootste probleem. Aan het vak dat de studenten moeten gaan geven (zoals de moderne talen, aardrijkskunde, geschiedenis of biologie) wordt veel tijd besteed, maar veel te weinig aan vaardigheden als begrijpelijk lesgeven of begeleiding van leerlingen met problemen. Datzelfde gebrek blijkt ook uit het ontbreken van samenhang tussen de stage en de theorielessen. De studenten volgen wel stages, maar die staan volkomen los van hun studieprogramma.

Ook blijkt nergens dat de opleidingen nauw contact houden met scholen of de ontwikkelingen daar goed bijhouden. Bij voorbeeld op de invoering van de basisvorming zou een lerarenopleiding zich toch ook moeten richten, schrijft de commissie.

Betreurenswaardig vindt de commissie het verder dat de weinige studenten (zo'n 1700 per jaar voor alle studies bij elkaar) de opleiding vaak niet afmaken. Zo'n 42 procent haakt voortijdig af en wie wel doorstudeert, doet er meestal veel langer over dan de voorgeschreven drie jaar.

Hard

De commissie schrijft in het voorwoord bij haar rapport dat ze zich kan voorstellen dat veel opleidingen haar oordeel erg hard vinden. De inzet van de docenten is hoog; het ligt niet aan hen dat er zo veel problemen zijn. Het rapport moet vooral gezien worden als een aanzet om over vernieuwing van de opleiding na te denken, vindt de commissie.

De HBO-raad, opdrachtgever van het onderzoek, zal de resultaten met de betrokken hogescholen bespreken. Over dit onderzoek en andere studies naar de kwaliteit van lerarenopleidingen bereidt de HBO-raad een brede reactie voor. Die moet leiden tot een algemene visie op waar het met de lerarenopleiding naar toe moet.

Onlangs verscheen immers ook al een negatief oordeel over de kwaliteit van de pabo's. De universitaire lerarenopleidingen kampen overigens eveneens met problemen - niet zozeer door gebrek aan kwaliteit, maar door zeer geringe belangstelling van de studenten.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen