Ds. Meeuse neemt afscheid van Rotterdam-Zuid

De scheidende predikant bediende het Woord uit 1 Korinthe 3;7: „Zo is dan noch hij, die plant, iets, noch hij, die nat maakt, maar God, Die de wasdom geeft". Ds. Meeuse sprak over "Gods werk door Zijn knechten" en bepaalde zijn gehoor bij "het werk dat Hij opdraagt", "de plaats die zij krijgen" en "de zegen die Hij geeft".

In zijn voorafspraak wees de vertrekkende predikant op Davids wens in Psalm 103 dat God de eer mag ontvangen van Zijn werk. Mensenwerk is ijdelheid. Maar wat God doet, zal in der eeuwigheid zijn. Gods Woord heeft de sterkste banden gelegd onder ons, aldus ds. Meeuse. Als wij mogen zien op Zijn werk is er ook verwachting. Zij die slechts zien op wat van mensen is, dreigen alles kwijt te raken als iemand weggaat.

In een persoonlijk woord richtte de predikant zich in het bijzonder en onderscheiden tot predikanten en ambtsdragers, vertegenwoordigers van stichtingen en deputaatschappen, de kerkeraad van Vlaardingen, tot zijn famihe en tot de kerkeraad en gemeente van Rotterdam-Zuid in al haar geledingen.

Namens de classis Rotterdam en de particuliere synode zuid-west werd ds. Meeuse toegesproken door consulent ds. F. Harinck uit Rotterdam-Zuidwijk. Ouderling W. Vijfhuizen sprak namens kerkeraad en gemeente en liet de scheidende predikant twee verzen toezingen uit Psalm 121.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen