Wilma was: schrijven en dienen
„Wilma is wel uit de tijd, maar ze is springlevend en onder ons aanwezig in de geest en in haar boelien. Ze trof hetzelfde lot als haar Heer: Hij was dood en Hij leeft en heeft ons Zijn Boek nagelaten. Nee, we doen niet aan mensverheerlijking van Wilma en we moeten niet overdreven spiritueel over haar spreken. Maar zij is ons voorgegaan en achter haar aan moeten wij ook de Heer volgen. Zo heet ook haar hier vandaag te presenteren biografie: "Mijn voeten hebben Zijn spoor gevolgd", naar Job 23 vs. 11".
Zo sprak op Tweede Paasdag ds. L. J. Wolthuis uit Heemstede, voorzitter van de in 1984 opgerichte Wilmastichting, op de Wilmaherdenking in de Dorpskerk van Beekbergen. Op 20 maart een kwart eeuw geleden overleed de christelijke schrijfster Wilma Vermaat uit Oosterhuizen bij Beekbergen. Ze was bijna 94. De stichting, die ijvert voor heruitgave van Wilma's romans, presenteerde op deze druk bezochte bijeenkomst de biografie van Wilma, geschreven door stichtingsbestuurslid Niek van der Heide, en een bundel van negen verhalen, "Een mantel van liefde", beide uitgegeven door J. J. Groen & Zn.
Heiligverklaring?
Eerdere herdrukken van Wilma's romans, zoals "Als het dode hout gaat zingen", "De lichte nacht" en "God's gevangene" verschenen door toedoen van Wim Hazeu in de jaren '80 bij Bosch & Keuning, maar Hazeu's opvolger vond die uitgaven niet langer verantwoord. De bestuursleden ds. Wolthuis en ds. A. J. Jorissen -voorheen predikant te Beekbergen- bestreden zulks en maakten in hun toespraken op deze Wilmaherdenking duidelijk dat haar romans niet gedateerd zijn. Ze debuteerde als 34-jarige met proza (en op haar 90e als dichteres, met de door Sipke van der Land gekozen verzen in "De Koningsmantel") en ze schreef 45 romans en verhalenbundels en tientallen bijdragen aan bladen en bundels. Hoewel het niet de bedoeling was te komen tot een soort heiligverklaring van deze -door Muus Jacobse als „protestantse heilige" getypeerdeschrijfster kan niet ontkend worden dat haar persoon en werk op deze Paasdag meer centraal stonden dan eventuele kritiek op haar vage denkbeelden over God, geloof en kerk.
Dus toch persoonsverheerlijking? Tja, je richt nu eenmaal geen stichting op voor iemand wier denkbeelden je veracht... Dat haar biografie door Niek van derHei3ë één grote lofzang is ep'de "kluizenares van de Neumshutte" kan ook niet worden volgehouden. Uit de toespraken van Wolthuis, Jorissen en Van der Heide bleek dat het met dat kluizenaarsbestaan nog wel meeviel. Zó wereldvreemd was Wilma, die haar twee zusters in huis opnam en hen onderhield terwijl zij weer voor haar zorgden, nu ook weer niet.
Willem de Mérode
Wilma was, zo werd ook benadrukt, weliswaar nauw verbonden met het land, de streek en de mensen, maar bepaald geen auteur van streekromans. Ze was in 1873 geboren in Zetten, woonde lang in Apeldoorn nabij Het Loo en liet in 1925 in Oosterhuizen aan de glooiende rand van Beekbergen de fraaie Neumshutte bouwen, in de stijl van een Gooise boerderij. Daarbij had ze een houten werkhut, waar ze haar romans en verhalen schreef. De Neumshutte wist men wel te vinden. Niet alleen de ambteloze dichter Willem de Mérode, die in het nabije Eerbeek op de hoeve van Juffrouw Doom in ballingschap woonde na het uitzitten van zijn straf wegens pedofiele praktijken. De Mérode was meermalen te gast bij Wilma.
Zij had in haar roman "God's gevangene" de kwestie van de homofilie op een open en eerlijke wijze aan de orde gesteld en men denkt wel dat De Mérodes ervaringen hiervoor model hadden gestaan. Maar dat kon niet, want het boek verscheen ruim vóór de dichter als onderwijzer in Uithuizermeeden zijn baan verloor. Wilma kwam pas laat, tijdens een reis door Zuid-Afrika, op de hoogte van de affaire-De Mérode. Haar "God's gevangene" werd in de gereformeerde kring van de jaren twintig uiterst kritisch ontvangen, omdat ze het opnam voor hen die 'anders' zijn. Een tijdschrift waaraan ze meewerkte, besloot dit boek maar niet te recenseren. Waarom dat niet gebeurde, werd wèl in dat blad vermeld en dat was zo mogelijk nog pijnlijker dan een kritische recensie geweest was.
Geen streekauteur
Geen streekromans schreef ze, aldus ds. Jorissen. Maar ze hield erg van de mensen hier, die haar en haar zusters -op oude foto's inderdaad nogal een merkwaardig stel- op den duur toch leerden waarderen. Over wie ze wèl schreef? Vaak over randfiguren, verschoppelingen, ongehuwde moeders, „gevangenen van God", mensen die door de officiële kerkleden vaak werden genegeerd. Wilma was lid van de Ned. Hervorm-, de Kerk, maar ze trof er vaak te weinig warmte en medeleven aan. Meer steun vond ze bij de piëtistisch getinte Möttlinger beweging van de Blumhardts in Duitsland en bij de Christengemeenschap.
Voor geheide dogmatici was haar christelijk geloof vaak wat te wazig. Maar ze vond veel steun voor haar christen-pacifisme en andere denkbeelden bij haar neef ds. J. H. Gerretsen in Den Haag. Ze zou op Goede Vrijdag 1967 ook vanuit de hervormde gemeente van Beekbergen worden begraven door ds. J. Veen (hoewel ze sinds 1966 in Blaricum werd verzorgd door haar nicht Gera Harting-Vermaat).
Veel van haar opvattingen zijn nu ook in kerkelijk kring gemeengoed, maar dat waren ze een halve eeuw en langer geleden nog niet. In haar romans was ze zich sterk bewust van het mens-zijn op Gods aarde, van het leven tussen paradijs en verloren paradijs. In haar werk neemt de natuur een grote plaats is: ze tekende de mensen in de context van het land en men kan haar werk wel typeren met "psychische ecologie". Ze wilde de navolging van Christus centraal plaatsen. De titel van haar biografie "Mijn voeten hebben Zijn spoor gevolgd" geeft dat goed aan. Al in 1953 had ze haar eigen leven beschreven: "Het heilig wonder van mijn leven". Maar een echte biograaf is vaak terecht huiverig voor zulke ego-documenten. Van der Heide ook?
(Auto)biografie
Hij heeft erg dankbaar van haar autobiografie gebruik gemaakt. Zijn boek zou aanvankelijk een biografische schets worden, maar het werk dijde uit tot een pil van 318 pagina's. Is daarmee nu dè biografie van Wilma een feit? Toegegeven, in de jaren die Van der Heide sinds 1988 aan onderzoek en schrijven van dit boek wijdde, bracht hij veel feiten bijeen. Maar niet echt schokkende of nieuwe ontdekkingen. Zijn boek laat, naast alles wat het wèl biedt, ook veel te wensen over. Al te vaak komt hijzelf op verkeerde plaatsen aan het woord en dan plaatst hij zich tussen de beschreven figuur en de lezer in.
Wie zijn biografie vergelijkt met die van Werkman over De Mérode en die van Hazeu over Gerrit Achterberg moet vaststellen: van zó'n kwaliteit is dit boek over Wilma niet. De opzet is vrij helder: het boek telt drie delen die met haar woonplaatsen samenhangen. De Zettense periode duurde van 1873 tot 1900, de Apeldoomse tot 1925 en de Beekbergse tot haar overlijden in 1967. In totaal telt het boek 52 hoofdstukjes, waaronder er diverse zijn die gemakkelijk gemist konden worden of met andere samengevoegd tot één stuk. Wat het lezen vermoeit is het vele citeren dat Van der Heide doet. Aan de bladspiegel zie je al dat hier niet steeds een doorlopend en strak geordend verhaal wordt geboden, maar een aaneenrijging van aanhalingen, noten, titelverwij zingen en zo meer.
Geen rode draad?
Waar men een kritisch oordeel van de biograaf verwacht-bij voorbeeld over Wilma's contacten met de als Aristo-fascist bekend geworden pater Wouter Lutkie, met wie ook De Mérode correspondeerde- blijft dat menigmaal achterwege. En waar niemand zat te wachten op de privémening van Van der Heide ventileert hij die wèl volop, zelfs over de omstreden marxistische theoloog G. H. ter Schegget. Als hij lijnen wil trekken van Wilma naar Ter Schegget breekt toch bijna mijn klomp! Ondanks alle speurwerk zijn ook wat feitelijke onjuistheden en slordigheidjes onvermijdelijk.
Bovendien was er haast bij het werk: het moest immers nu met Pasen gepresenteerd worden, 25 jaar na Wilma' s heengaan. Maar dat is niet mijn hoofdbezwaar. Ik mis in het boek een consequente, duidelijke lijn, een rode draad waardoor Wilma getypeerd wordt. Zo verklaart Van der Heide naar mijn smaak ook niet hoe het kan dat juist in kringen die vroeger niets van Wilma's ideeën moesten hebben de schrijfster nu juist gelezen wordt; door hen die ook Jan Overduin en tijdgenoten waarderen, terwijl de verschillen tussen Wilma en die gereformeerde auteurs toch groot zijn.
Het boek draagt veel materiaal aan en bevat overzichtelijke bijlagen, maar het is niet het laatste woord over Wilma in christelijk lezend Nederland. "Mijn voeten hebben Zijn spoor gevolgd" is een genaaid gebrocheerde uitgave van J. J. Groen & Zn., telt 318 blz. met enkele zwartwit-foto's en kost 34,95 gld.
Verhalenbundel
De negen gebundelde verhalen in "Een mantel van liefde" van dezelfde uitgever beslaan 183 blz. Dat boek kost 29,95 gld. en bevat boeiende en mooie stukken als "Zijn dag", "Willem de Mérode en zijn Eerbeekse land", "Het stenen hart", het in Opwaartsche Wegen verschenen "Mens!" en het Paasverhaal "Ontmoeting". Hoewel qua taalgebruik soms gedateerd bleven ze levendig, fris en genietbaar.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van maandag 27 april 1992
Reformatorisch Dagblad | 24 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van maandag 27 april 1992
Reformatorisch Dagblad | 24 Pagina's