Zware metalen verontreinigen de heide
Luchtverontreiniging maakt het tot bruikbare compost verwerken moeilijk en duur
Het beeld van de Nederlandse heidevelden is droevig. De meeste worden nog heide genoemd, terwijl er vaak nauwelijks meer struikheide en dopheide voorkomt. Het zijn grasvelden geworden. Gras sterft elk jaar af en groeit in het voorjaar weer aan, waardoor de strooisellaag steeds dikker wordt. De hei krijgt daardoor zelfs geen kans meer om te groeien. Om de heideflora weer te herstellen, worden de laatste jaren veel heidevelden afgeplagd. Luchtverontreiniging maakt het tot bruikbare compost verwerken van de strooisellaag echter moeilijk en duur. Het afplaggen van de heide is in onze tijd een noodzakelijke beheersmaatregel. Eigenlijk is het daarvoor al veel te laat. De meeste van onze (laatste) heidevelden zijn ernstig vergrast. De hei bij Oud Reemst, in ons nationale park De Hoge Veluwe, geeft daarvan een duidelijk beeld. Het is één grote grasvlakte geworden. Ik heb daar tussen het wuivende gras in juni vaak met zeer veel genoegen geluisterd naar de veldleeuwerik. Maar ik voelde mij niet op de hei! Dit is slechts een willekeurig gekozen voorbeeld. Men kan hetzelfde in al onze heidegebieden zien.
Armoede
Bijna tien jaar geleden stond ik op een andere plaats in het park. Daar was een proefveld struikheide in 1979 afgeplagd. Drie jaar later groeide er jonge struikhei, dophei, zonnedauw, tormentil, ook wat gras en op enkele plaatsen zelfs al klokjesgentianen. Dit is de rijkdom van het ouderwetse heideveld. Tijdens een demonstratie met door het constructiebedrijf van de firma Van der Haar uit Wekerom speciaal voor het heidebeheer geconstrueerde afplagmachines, hoorde ik de uitspraak: „De rijkdom van de heide is haar armoede".
Die uitspraak is letterlijk waar. Heide gedijt uitsluitend op arme en schrale grond. Eeuwen geleden was dat zo, maar ook toen ontstond die situatie niet Het is weer egeltjestijd. Juist nu liggen er op straat van die donkere hompen: stekelbeestjes die door het snelverkeer een beslissende tik krijgen. De rubberband eist zijn tol. Toch richten dierenvrienden volgens de Stichting Egelopvang Nederland onwetend meer kwaad aan. „Het charmante miniatuurzwijntje wordt vaak nodeloos in huis gehaald. Ze gaan echter juist dood aan die goede bedoelingen". Door W. H. Smith Het valt moeilijk te becijferen hoeveel egels elk jaar door het autoverkeer worden vermorzeld. Anneke de WeertGroeneveld, voorzitter van de Stichting Egelopvang Nederland, waagt zich niet aan een schatting. Wel heeft ze de indruk dat mannetjes vaker slachtoffer zijn. „Die zijn veel mobieler dan vrouwtjes. Per nacht zwerven ze zo'n drie kilometer. De kans dat ze worden platgewalst, is dus groter".
Blindelings zigzaggen de egelkerels met hun korte pootjes in een hobbeldrafje over het zwarte asfalt. Op zoek naar wijfjes of voedsel. Het schijnt overigens dat egels 's avonds ook het warme wegdek opzoeken, omdat hun prooien dat eveneens doen. Vooral na een regenbui kan het heel druk zijn. vanzelf. Er werden in die tijd veel schapen gehouden, voornamelijk om mest voor de landbouw te verkrijgen. De schapen werden elke nacht op stal gezet. Voor strooisel werden heideplaggen gebruikt. Die werden door de dieren tot een bruikbaar mengsel van humus en mest getrapt. Dit wordt de potstalmethode genoemd.
Het geregeld met de hand afplaggen verjongde de heide steeds. Nu moet dat machinaal gebeuren. Er dient zo veel mogelijk humus te worden verwijderd. Om twee redenen mag men echter niet te diep afplaggen. Te veel zand maakt het strooisel minder geschikt om het te verwerken tot compost. Door te diep af te plaggen wordt het onmisbare zaad van de heide en de heideflora tegelijk met de bodemlaag verwijderd. Afplaggen moet dus secuur gebeuren.
Heideflora
In de potstaltijd werd de hei ook gemaaid voor veevoer en voor het maken van bezems. Wanneer de struikhei te oud werd voor de schapen, werd ze ook wel plaatselijk afgebrand. Maar vooral het geregeld afplaggen was het behoud van de heide. Dat werd in die tijd uiteraard handmatig gedaan. Dit was de beste methode. Ook in oneffen terreinen werd steeds gelijkmatig de strooisellaag afgestoken. Machinale bewerking gaat niet zo precies en doeltreffend als handmatig afplaggen. Dit kan echter niet meer; het zou te tijdrovend en te duur worden. De machinale methode is de laatste jaren echter zeer verbeterd.
Heidevelden bleven door de kleinschalige landbouw en schapenteelt eeuwenlang hun karakter behouden. De op het eigenbelang gerichte verschillende bewerkingen van de heide hadden tot gevolg dat de grond arm en schraal bleef. De vegetatielaag werd van tijd tot tijd verwijderd tot op de kale zandbodem. Die arme grond is de ideale groeiplaats voor de heideflora. Variatie daarin ontstond vooral door het verschil van hoge en lage, droge en vochtige gedeelten. Bij de heideflora behoort ook een aantal fraaie grassoorten. Die kregen echter op de stikstofarme grond nimmer de kans om te gaan overheersen. Dit is nu wel het geval, doordat de strooisellaag zo vruchtbaar wordt. De luchtverontreiniging doet er nog een schepje bovenop. Daardoor wordt overmatig veel stikstof aangevoerd. Die vergrassing doet zich ook in andere landen voor. In Engeland is ongeveer een miljoen hectare heide vergrast. In Duitsland is daardoor de oorspronkelijke schoonheid van de Luneburgerheide verdwenen.
Grassteppen
Het verdwijnen van de heide heeft een aantal oorzaken. Het gebruik van kunstmest, dat omstreeks 1900 begon, was de eerste aanleiding. Door deze moderne manier van bemesten veranderden de kleinschalige landbouwmethoden. De moeizaam te verkrijgen potstalmest werd overbodig. Er werd dus minder heide afgeplagd en gemaaid. Een andere oorzaak was dat de waarde van de wol en het vlees van de schapen door sterke concurrentie vanuit Australië drastisch daalde. De schapenteelt werd minder lonend. De belangrijkste functies van de heide behoorden daardoor al gauw tot het verleden.
Sinds die tijd begon het heidelandschap te verdwijnen. Allereerst door instanties die zich nu inspannen het te behouden. De Heidemij ging de „"waardeloze" heidevelden grootscheeps ontginnen; Staatsbosbeheer begon met het aanleggen van bossen. In 1833 was er in ons land nog ongeveer 600.000 hectare heide; het areaal is daarna snel ingekrompen. Sinds het begin van de vorige eeuw is 90 procent ervan omgezet in landbouwgrond of cultuurbos.
Nu is er in ons land nog ongeveer 40.000 hectare natuurgebied dat heide wordt genoemd. Orn die vergraste heidevelden weer aan hun naam te doen beantwoorden, moet de strooisellaag worden verwijderd. Daarmee is men reeds meer dan tien jaar bezig. Dit werk is door de grote omvang van de te bewerken terreinen zeer tijdrovend en duur. De tot compost verwerkte plaggenlaag levert nog enige baten op. Dat wordt echter steeds moeilijker.
Onbruikbare compost
Van het begin af heeft men getracht de strooisellaag te gebruiken. Men heeft meteen geëxperimenteerd met het verwerken tot compost. Tien jaar geleden kon de Heidemij reeds twee soorten heidecompost leveren: grascompost van sterk vergraste velden; heidecompost van minder vergraste percelen. In Boskoop werd die compost toen reeds gebruikt in de sierteelt. De heer Geers zei daarvan: „Mijn perceel was wat te zwaar en in heidecompost heb ik alle vertrouwen dat ik daarmee de problemen oplos". De Heidemij had dat vertrouwen ook: „Als er een markt voor komt, kan men op ruime schaal gaan afplaggen". Een moderne afplagmachine aan het werk in een zwaar vergrast heideveld. Foto A. Schouten van der Velden
Nu komt er echter nieuwe narigheid aan de orde. Natuurmonumenten verstuurde eind oktober een persbericht met de kop: "Zware metalen in de hei". De verontreiniging van de hei met lood en cadmium is zeer ernstig. Ook wordt te veel zink en nikkel aangetroffen. Die concentratie van zware metalen, niet alleen in de hei, maar in alle terreinen, vormt geen direct gevaar voor de volksgezondheid.
Het grote probleem voor de beheerders is, dat de afgeplagde strooisellaag niet meer kan worden verwerkt tot bruikbare compost voor tuindersbedrijven. Dit heeft als gevolg dat het afplaggen van de heide geen baten meer oplevert, dus nog duurder wordt. Er wordt nu gezocht naar methoden om het plagsel alsnog tot compost te verwerken. Alternatieve verwerkingsmethoden zullen de kosten van het afplaggen echter sterk doen stijgen. Zonder extra subsidie van het Rijk komt het heidebeheer daardoor in het gedrang. Want om onze laatste heidevelden te herstellen en te behouden is afplaggen absoluut noodzakelijk.
Unieke vondst
Op Ameland deed de eilander Natuurwerkgroep onlangs een voor Nederland unieke vondst. Op het terrein van Staatsbosbeheer werd een tiental exemplaren van de oranje spateltrilzwam (Geupinia helvelloi(fes) gevonden. Deze soort, die van nature voorkomt in gebergten, werd nooit eerder in ons land aangetroffen. De circa acht centimeter grote paddestoel is onmiskenbaar door zijn donker oranje-rode kleur en zijn vorm. De sporeplant lijkt net een aan één zijde opengesneden trechter.
Zoogdierenatlas
In februari 1992 verschijnt de "Atlas van de Nederlandse zoogdieren". Het boek, waarnaar al lange tijd wordt uitgezien, bevat de historische en actuele verspreidingskaarten èn soortbesprekingen van alle Nederlandse zoogdieren. De auteurs leggen een relatie tussen het milieu en de eventuele voor- of achteruitgang van de soort. Aan het verzamelen van de gegevens is totaal zo'n tien jaar gewerkt door verschillende organisaties, waaronder de Koninklijke Nederlandse Natuurhistorische Vereniging. De KNNV, die in december 90 jaar actief is, geeft het boek uit. Geïnteresseerden kunnen er nu extra voordelig op intekenen. Normaal kost het boek 49,50 gulden; de voorintekenprijs tot 15 december is echter voor KNNV-leden 32,50 gulden en voor niet-leden 44,50 gulden. Bij deze bedragen komt 4,50 gulden verzendkosten. Het totale bedrag dient overgemaakt te worden op giro 13028 o.v.v. NB 56, Stg. Uitgeverij KNNV te Eindhoven. Na verschijning wordt het boek automatisch toegestuurd.
Grasduinen-cassette
Natuurmensen met een leeshandicap kunnen inmiddels het tijdschrift Grasduinen in gesproken vorm beluisteren. Het blad verschijnt nu maandelijks ook op twee cassettes van 90 minuten elk. Belangstellenden kunnen bij het Centrum voor Gesproken Lektuur een gratis proefnummer aanvragen of direct een abonnement (25 gulden per jaar) nemen: telefoon 08860-71234.
Haring beschermenf
Vier Afrikaanse landen hebben een voorstel ingediend om haring te plaatsen op de internationale lijst van beschermde diersoorten. Ze vinden dat deze vissoort in de Noordzee en de Atlantische Oceaan wordt overbevist en daardoor net zo bedreigd is als bij voorbeeld de neushoorn. Volgens Zimbabwe, Namibië, Botswana en Malawi stelt de wettelijke vangstbeperking op haring niets voor. Op de achtergrond van het verzoek van het viertal speelt volgens een woordvoerder van het bureau Traffic van het Wereld Natuur Fonds een groeiende irritatie over het gedrag van westerse landen. „Zuidamerikaanse landen krijgen van het Noorden te horen dat zij zuinig moeten zijn op het tropisch regenwoud, terwijl wij hier volop tropisch hardhout gebruiken. En in Afrika mag geen jacht meer gemaakt worden op olifanten, en dat terwijl een land als Zimbabwe bij voorbeeld een goede populatie van deze dikhuiden heeft". De voorstellen van de Afrikaanse landen zullen volgend jaar in maart in Japan worden behandeld tijdens de tweejaarlijkse herziening van de lijsten met beschermde plante- of diersoorten.
Dierenverzorger
"Een hoofd vol zorg...". Zo heet het boekje dat een boeiend beeld schetst van het afwisselende werk van hoofddierenverzorger Rieks Scheve in het Noorder Dierenpark te Emmen. Want wie heeft een vak waarin je de ene dag bewusteloze tijgers versleept, de volgende dag de nagels vijlt van een giraffe, 's middags de tand van een olifant behandelt en 's avonds een jonge ooievaar van nog geen ons, met veel geduld vispap voert? Niet-abonnementhouders kunnen het boekje bestellen door 10 gulden over te maken op giro 927586 t.n.v. het Noorder Dierenpark, o.v.v. de titel.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 november 1991
Reformatorisch Dagblad | 28 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 november 1991
Reformatorisch Dagblad | 28 Pagina's