.. .dat ze Afrika in hun hart sluiten
Maar het is een botsing geweest. Wij weten niet om te gaan met een orale cultuur. We weten precies hoe je een Chinees een hand moet schudden, we hebben dikke boeken over de omgang met de oosterling, maar hoe je met een Afrikaan om moet gaan, weten we eigenlijk niet. Ik vind dat de kerk bescheidenheid past waar het Afrika betreft. Ze moet de materiële nood helpen lenigen, op het geestelijke gebied moet je dat pas doen als je tegenpartij daar in volle vrijheid om vraagt. Je moet de mensen niet binnenhalen.
Om die paters kun je lachen, maar hun kracht was dat ze eigenlijk lieten zien dat je het in zo'n land alleen volhoudt als je een zeker besef van traditie hebt. En dat was voor hen nog de Hollandse traditie. Gekookte aardappelen, Flipje Tiel. En daarom konden ze het volhouden. En waarom is Mozambique nou ingestort? Omdat alles wat er was, was weggenomen, hun familieverband, dat je mekaar nog kon opzoeken. Het land is niet meer begaanbaar, uit elkaar gerafeld". U was bijna in het harnas gestorven. In de trein naar Ressano Garcia scheelde het althans niet veel... met een goed verhaal thuis te komen, zoveel mogelijk mee te maken, naar die gebieden te gaan waar de anderen niet komen. Veel angst zit in het beleven van tevoren omdat het aangepraat wordt dat het zou kunnen gebeuren; dus ben je extra alert. Maar de kans dat ik hier van mijn stoof val is groter dan dat ik in Mozambique een kogel door m'n kop krijg". U was niet bang in de trein, wel in dat vliegtuigje waar de piloot voor het opstijgen een gebed deed... „Als ik voor ik op de fiets zou stappen eerst een ernstig gebed zou moeten doen om een zegen uit te roepen over m'n fietstocht, dan word ik me meer bewust van m'n vergankelijkheid dan wanneer ik in m'n argeloosheid fiets. Het was ook een beetje een kwezelachtige piloot, eerlijk gezegd. Afrika trekt veel wonderlijke witte broeders aan. Je kunt er natuurhjk van alles beginnen. Neem nou dat echtpaar dat in het noorden van Mozambique een videoprogramma "social communication" of zo wilde gaan doen... Je zou die mensen er het liefst uit willen ranselen. Als tollenaars uit de tempel hè. O nee, wisselaars. Maar wat dóen die mensen daar? „Op de Franse autowegen sterven duizenden mensen per jaar. En veel van het gevaar in Mozambique heeft te maken met de angst. Zo'n aanval gebeurt misschien twintig keer per jaar, ja, vele mensen maken die reis en zijn nog nooit aangevallen en ik zit er voor het eerst in en het gebeurt wél. Ik heb mij zeer plat gemaakt en maar gehoopt dat er niets zou gebeuren. En er gebeurde niks, maar het had ook anders kunnen zijn. Maar daar denk je op dat moment niet
Ik heb, toen ik bij de ambassadeur was, een keer gesproken met hoge functionarissen van het ministerie van financiën, en die zeiden: tachtig procent van de ontwikkelingshulp, van de know-how die ons wordt aangeboden, hebben we helemaal niet nodig. Daar zitten we niet op te wachten, maar wat we wel nodig hebben is het geld dat ze meebrengen en dat ze genereren door hun aankopen en door de enorme huur die ze betalen. En daarom zijn ze welkom. Dus als er weer aan. Je hebt jezelf de opdracht gegeven een Amerikaan komt voor een videoprogramma over de honger dan denken ze: kom maar. .
Veel ontwikkelingshulp is veel te grootschalig en het moet allemaal op de korte termijn. Als Nederland besluit om mee te helpen aan de aanleg van riolering in Maputo, dan moet dat in vijfjaar af. Dus waar haal je je buizen vandaan? Uit Zuid-Afrika. Waar haal je je schoenen voor de werkers vandaan? Uit ZuidAfrika. Als na vijf jaar iedereen de wc kan doortrekken en je hebt een nieuwe buis nodig, dan is er geen nieuwe buizenfabriek. Er is geen behoorlijke werkschoenenfabriek. Terwijl je zou moeten denken: misschien hebben we over vijftig jaar de riolering af. Wanneer hadden ze in Londen eigenlijk allemaal riolering? Da's ook nog maar zestig, zeventig jaar geleden. Dus misschien moet Afrika nog maar een beetje langer in een open riool... Toen u eind 1989 —het was één en al Oost-Europa wat de klok sloeg— terugkwam in Nederland, kon u noch letterlijk noch figuurlijk uw verhaal kwijt. Typerend voor de houding tegenover Afrika? „Er wordt altijd erg veel over Afrika geschreven in de zomer, wanneer de mensen de krant niet vol kunnen krijgen, en dan hebben ze daar toevallig ook honger, dus da's mooi meegenomen. En dat is het dan. Ik weet wel, verder weg is minder erg, maar we moeten niet met twee maten gaan meten. Als we in staat zijn voor 580 miljoen dollar per dag de vrijheid van Koeweit te heroveren, onze oliebronnen veilig te stellen bedoel ik, dan is het raar dat je kennelijk wel een miljoen mensen mag laten verhongeren. Ik ben ervan overtuigd dat er iets gaat gebeuren, dat het zo beslist niet langer de kerk past bescheidenheid kan, maar misschien gebeurt het pas na een enorm signaal. Ik zeg niet dat het goed is, maar misschien komt er wel eens een Afrikaan die een bom gooit in een salpetermijn, een soort milieuterrorisme. Afrikanen zinnen wel op middelen om ons te laten luisteren. Zoals de Palestijnen met de vliegtuigkapingen aan het touw hebben getrokken, zodat je in' ieder geval weet: ze zijn er, zo zoekt Afrika ook naar een middel om te zeggen: Luister, er gebeurt hier iets verschrikkelijks!"
Roepende
Van Dis krijgt inmiddels verzoeken van allerlei stichtingen om zich in te zetten voor lepra, zwerfkinderen, de indianen in het Amazonegebied. „Dat moet ik niet gaan doen. want dan slaat het ook weer dood. Ik wil schrijven, dat is mijn eerste wens en verlangen. Dat kan ook over iets anders gaan de volgende keer. De pen moet scherp blijven en ik moet niet een voortdurend roepende worden die niet meer gehoord wordt".
Het is trouwens niet alleen de ellende ver weg die hem meer dan voorheen' raakt. „Er wonen in Nederland Marokkaanse meisjes van 11 die het leven leiden van een stokoud vrouwtje, die altijd binnen moeten blijven. Misschien moet ik helemaal niet naar Afrika, maar een maand in een volksbuurt in Den Haag gaan wonen en daar 'es uit m'n doppen kijken".
Zelfs het milieu mag zich in een grotere belangstelling van de heer Van Dis verheugen. Tot zijn eigen verrassing constateert hij voorzichtige signalen van een grotere bezorgdheid. „Ik doe de kranten tegenwoordig apart in een doos, ga voor het eerst naar de glasbak. Het begint met hele kleine dingen. Zo gaat het ook met de verhouding tot andere culturen".
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 12 oktober 1991
Reformatorisch Dagblad | 26 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 12 oktober 1991
Reformatorisch Dagblad | 26 Pagina's