Opvoeden, vroeger en nu
Drs. E. Blaauwendraat over mildheid en straffen: „De teugels aantrekken is een paardemiddel"
Ouders van nu vinden zichzelf minder streng dan hun eigen ouders. Ze gaan familiairder met hun kinderen om, stellen minder regels en geven het kroost meer inspraak. Daar staat tegenover dat ze meer slaag uitdelen. Dat zijn de belangrijkste uitkomsten van een enquête die werd gehouden door het tijdschrift Groter Groeien. Begin deze maand werden de resultaten in het blad gepubliceerd. Welke waarde moet eraan worden toegekend? In hoeverre is de stijl van opvoeden afhankelijk van het heersende maatschappelijke klimaat? Is het mogelijk daarbinnen een eigen opvoedingsmilieu te handhaven? Een verkenning met de pedagoog drs. E Blaauwendraat.
De wetenschappelijke waarde van de enquête van Groter Groeien slaat Blaauwendraat, docent pedagogiek aan De Driestar in Gouda, niet hoog aan. Van de 170.000 abonnees werkten er slechts 629 aan de enquête mee. Het ligt voor de hand dat het om ouders gaat die bewuster met de opvoeding bezig zijn dan de gemiddelde abonnee van Groter Groeien. En die is op zijn beurt alweer geïnteresseerder in opvoedingsvragen dan de doorsnee Nederlander.
Belangrijker is, dat de vergelijking die gemaakt werd volgens Blaauwendraat mank gaat. „Ouders vergeleken hun eigen opvoedingsideeën en -praktijk met de opvoeding die zij zelf als kind hebben genoten. Dat betekent dat je twee perspectieven met elkaar vergelijkt.
Kinderen hebben altijd een andere waarneming van de opvoeding dan de ouders. Die wordt bovendien steeds grover naarmate de jeugd verder achter ons ligt. Een fijne jeugd wordt steeds fijner, een minder prettige jeugd wordt almaar naarder".
Globale indruk
Daar komt bij dat de beantwoording van vragen over de opvoeding snel beïnvloed wordt door de sociale wenselijkheid van een bepaald gedrag. „Iedereen weet intussen dat het belangrijk is om geregeld met je kinderen te spelen. Dan heb je al snel de neiging om te zeggen dat je dat ook daadwerkelijk doet. Vroeger deden ouders misschien even vaak een spelletje met hun kinderen, maar minder bewust.
Hetzelfde geldt voor de opvallende uitslag over het slaan. Hedendaagse ouders zouden meer slaan dan hun eigen ouders deden. Ik waag dat te betwijfelen. Ze weten nu dat het eigenlijk zonder zou moeten. Dus wanneer het toch gebeurt, blijft dat haken in het geheugen. Vroeger hoorde het uitdelen van een klap bij de opvoeding. Niemand maakte er een punt van".
Dat alles betekent niet dat de Driestar-docent geen enkele betekenis aan de uitkomsten van de enquête toekent. Ze geven naar zijn mening een globale indruk van het hedendaagse opvoedingsklimaat.
Slingerbeweging
De stijl van opvoeden wordt in belangrijke mate beheerst door de eindeloze discussie over "führen oder wachsen lassen" (leiden of laten groeien). Na jaren waarin de nadruk lag op strakke regels in de opvoeding, kwam de tijd dat een kind zich onbe emmerd moest kunnen ontplooien. Een hartelijk voorstander van deze humanistisch gekleurde visie was Benjamin Spock, een Amerikaanse pedagoog, die opvallend genoeg ook in de gereformeerde gezindte als het pedagogisch orakel van de eeuw werd beschouwd.
Halverwege de jaren tachtig bereikte de slinger volgens Blaauwendraat het omslagpunt. „Zelfs Spock heeft op hoge leeftijd z'n theorieën herroepen. Wat er in de jaren zeventig onder de jeugd fout is gegaan, ziet hij als de vrucht van zijn opvoedingsideeën. Heel concreet noemt hij het niet aankunnen en aandurven van verantwoordelijkheden, wat zich onder meer uit in het niet meer willen trouwen.
Op het ogenblik wordt weer meer nadruk gelegd op de waarde van vaste structuren, gezag, orde. Ook pedagogen geven aan dat kinderen niet alleen rechten hebben, maar ook plichten. Het resultaat daarvan begin je al te merken in de gezinnen en op de scholen".
Structuur
Blaauwendraat wil zich niet laten dwingen tot een keuze tussen beide uitersten. „Bij een jong kind zal het altijd "führen" zijn. Dat staat z'n ontwikkeling niet in de weg. Ontwikkelen'is grenzen verleggen. Een voorwaarde daarvoor is veiligheid. Vanuit het veilige, betrouwbare bastiljon gaat het kind de wereld verkennen. Daarbij doet het ongetwijfeld dingen waarvan het weet dat ze niet mogen. Maar dat wéét het dan ook.
Worden de grenzen niet duidelijk aangegeven, dan blijven kinderen ook" de' grenzen opzoeken en aftasten, maar ze vinden die nooit. Dat maakt ze geweldig onzeker. Een kind heeft behoefte aan regels. Waarbij ik aanteken: liefst zo min mogelijk, maar wel duidelijk en consequent gehandhaafd.
Als kinderen ouder worden, zullen we ze geleidelijk aan losser moeten laten en steeds meer moeten overlaten aan hun eigen verantwoordelijkheid. Bij pubers is opvoeden toch meer "wachsen lassen ", hoe moeilijk we het daar ook vaak mee hebben".
Wisselwerking
Duidelijk is, dat de heersende opvoedingsideeën niet kunnen worden losgemaakt van het algemene sociale en maatschappelijke klimaat in een samenleving. Moeilijker te beantwoorden is de vraag of de maatschappij de stijl van opvoeden bepaalt of omgekeerd. Blaauwendraat is van mening dat er sprake is van een wisselwerking, maar ziet de invloed van het maatschappelijke klimaat toch als de dominante factor.
„Economische factoren blijken heel veel invloed te hebben op opvoedingsstijlen. Je ziet dat ook in onze eigen kring. De welvaart is toegenomen. Dat betekent dat je je kinderen meer kunt geven. Dat je ook toegeeflijker kunt zijn. De vrijetijdsbesteding ziet er anders uit.
De gezinnen zijn kleiner, ook een typisch welvaartsverschijnsel. Bijna elk kind in Nederland heeft een eigen kamer. In veel gevallen werken beide ouders. De werktijden zijn minder geregeld, waardoor het minder makkelijk is om gemeenschappelijk de maaltijd te nuttigen. De mobiliteit is sterk vergroot. We verhuizen allemaal keer op keer, waardoor de sociale controle sterk is afgenomen. We zijn veel modegevoeliger geworden. Al die factoren zijn van enorme invloed op het opvoedingsklimaat".
Groot gezin
De verkleining van het gezin is volgens de Goudse pedagoog voor het kind zeker geen voordeel. „In het kleine gezin zijn er de moeder en voor een deel tegenwoordig ook de vader die een fors deel van de dag wijden aan de opvoeding van de twee kinderen die ze hebben. Ze zien alles, bemoeien zich met alles, maken zich zorgen over elk kuchje van het kind en elk sommetje dat het niet weet op te lossen. Het is nog maar de vraag of zo'n intense aandacht in het belang van kinderen is.
In een groot gezin krijgen kinderen meer verantwoordelijkheden en worden dus in zeker opzicht vrijer gelaten. Ze hebben daardoor meer een eigen leefwereld, al moeten ze die wel delen met de andere kinderen. Een voordeel is ook, dat ze leren delen en rekening houden met de ander. Je leert bovendien aanpakken en je eigen boontjes doppen. Het is niet toevallig dat kinderen uit grote gefzinnen het maatschappelijk vaak ver brengen.
De keerzijde is, dat de kans dat kinderen te weinig aandacht krijgen, groter is. Je hoort soms van mensen van middelbare leeftijd dat ze in de problemen zijn geraakt omdat ze binnen het gezin tussen wal en schip zijn geraakt".
Boeken en media
Voor meisjes in een groot gezin geldt dat ze op een natuurlijke wijze toegroeien naar het moederschap en het opvoeden van eigen kinderen. „Ouders van tegenwoordig zijn vaak heel onzeker", constateert Blaauwendraat. „Dat komt deels door de media, die vanaf de jaren zestig sterk benadrukken dat je zo veel fout kunt doen en schade kunt aanrichten. Maar ook doordat de jonge moeder van nu het handwerk vaak nauwelijks heeft kunnen afkijken.
De ervaringskennis wordt vervangen door kennis uit boeken en media. Daardoor dreigt het min of meer vanzelfsprekende en onbevangene van opvoeden te verdwijnen. En als kinderen iets nodig hebben, dan is het onbevangenheid. Ouders die niet tobben, maar zeker zijn van zichzelf. Die wel beseffen dat ze fouten maken, maar daar niet zo zwaar aan tillen".
Gesloten opvoedingsmilieu
Concluderend kan worden vastgesteld dat de gereformeerde gezindte opvoedkundig gezien in een gunstige positie verkeert. De gezinnen zijn relatief groot. De sociale banden sterk. Maar daar staat tegenover dat het maatschappelijke klimaat in veel opzichten haaks staat op bijbelse normen en waarden. Dat stelt hen die hun kinderen naar het Woord van God willen opvoeden voor de vraag in hoeverre ze een beschermd opvoedingsklimaat moeten handhaven, tegen de stroom van de tijd in.
Over de mogelijkheid daarvan is Blaauwendraat niet optimistisch. „Opvoeden buiten de samenleving kan niet. De media komen ook bij ons in huis. Zit je kind van elf jaar in Rotterdam op de reformatorische school, dan is het niet denkbeeldig dat het op weg daarnaartoe langs de sekswinkel op de hoek moet. En zo kan ik nog wel even doorgaan.
Vervolgens is het de vraag of het verstandig is om een heel eigen, gesloten opvoedingsmiheu te creëren. Kies je voor een zeer beschermde opvoeding, dan maak je je kinderen op termijn niet weerbaar maar weerloos. Hoe moeilijk die opgave ook is, we zullen het moeten zoeken in het zijn in de wereld, maar niet van de wereld. In een redelijk veiüg opvoedingsmilieu binnen de eigen gezinnen en scholen zullen we het kind toch zo veel mogelijk moeten confronteren met dat wat buiten is, vooral in de puberteit".
Paardemiddel
Daarin slaagt de gereformeerde gezindte volgens de reformatorische pedagoog onvoldoende. „Ik begrijp dat sest. Ouders hebben de neiging om hun kinderen te beschermen tegen de gevaren van de wereld. Confronteren met betekent ook blootstellen aan. Maar als we kinderen grootbrengen door ze klein te houden, schuiven we de problemen vooruit.
Met name het reformatorisch onderwijs is zich te weinig bewust van het geweldige risico dat je loopt als je kinderen te weinig confronteert met de maatschappelijk werkelijkheid, waar ze wel deel van uitmaken. Onderwijs is niet alleen, en misschien zelfs niet in de eerste plaats, overdragen van kennis. Het is vooral het kind voorbereiden op het zelfstandig functioneren in de maatschappij, zodat het straks niet bij het minste of geringste onderuit gaat.
Basisonderwijs is in haar aard beschermend. Het gaat om jonge kinderen. In het voortgezet onderwijs igt dat anders. We hebben vaak de neiging om pubers extra te beschermen, omdat we weten dat de puberteit een kritieke leeftijd is. Maar de teugels aantrekken is een paardemiddel. Het leidt hooguit tot een tijdelijk onderdrukken van allerlei neigingen, die er later of in een ander milieu toch uitkomen".
Mildheid
Voorop zal moeten staan dat onze opvoeding doortrokken is van een bijbelse geest. „De Bijbel geeft geen opvoedingstheorie", zegt Blaauwendraat, „maar wel duidelijke aanwijzingen, zowel in het Oude als in het Nieuwe Testament. Die aanwijzingen hebben alles te maken met de plaats van gezag, gehoorzaamheid en liefde. Die drie horen onlosmakelijk bij elkaar".
De Goudse pedagoog rekent af met het stereotiepe beeld dat een calvinistische opvoeding gekenmerkt wordt door rechtlijnigheid, strengheid en autoritair gezag. „Opvallend is, dat het Nederlandse opvoedingsklimaat, dat sterk gestempeld is geweest door het calvinisme, in vergelijking met dat in de omringende landen altijd mild is geweest. Oudvaders als Koelman, Wittewrongel en De Swaef, de eersten die in dit land systematisch hebben nagedacht en geschreven over opvoeding, benadrukken zonder uitzondering de noodzaak van mildheid".
Tucht
„Het opschrift van Koelmans boekje over de plichten der ouders is Efeze 6 vers 4. „Gij vaders, verwekt uw kinderen niet tot toorn". Dat thema keert voortdurend terug in zijn boek, bij voorbeeld als het gaat om straffen". Koelman verbiedt het ichamelijk straffen niet, maar zegt wel dat we er uiterst voorzichtig mee moeten zijn. Hij spreekt over de goede raad die kinderen hun ouders kunnen geven en waarvoor ouders open moeten staan. Het gesprek ziet hij als een zeer belangrijk opvoedingsmiddel.
Centraal in de geschriften van deze mensen staat het bijbelse begrip tucht. Tucht is in de Bijbel niet in de eerste plaats uiterlijke discipline, maar vooral innerlijke discipline: zelftucht. De overgave aan de wil des Heeren. In onze opvoeding moet het erom gaan kinderen tot die tucht te brengen".
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 september 1991
Reformatorisch Dagblad | 26 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 september 1991
Reformatorisch Dagblad | 26 Pagina's