„In Rusland deed de Heere grote dingen"
Ds. Vinogradsky bedankt voor hulp
GOUDA — „Als de Heere de gevangenen Sions wederbracht, waren wij gelijk degenen die dromen". Met deze woorden uit Psalm 126 maakte ds. Vinogradsky uit Rusland duidelijk dat „de Heere grote dingen gedaan heeft in de Sowjet-Unie". De Russische baptistenpredikant is op uitnodiging van de stichting Kom Over en Help (KOEH), een interkerkelijke Oost-Europa-organisatie, in ons land en bedankte gisteravond in de kerk van de gereformeerde gemeente in Gouda voor de hulp die vanuit Nederland ontvangen is in de achterliggende tijd.
Ds. Vinogradsky zat zelf tweemaal een periode van ruim tweeëneenhalf jaar gevangen omdat hij zich niet hield aan de toenmalige godsdienstwetten in de Sowjet-Unie. Daardoor was het verboden kinderen kerkdiensten bij te laten wonen; iets wat hij wel stimuleerde.
De 61-jarige predikant uit de Oekraïne heeft altijd een volledige baan bij de spoorwegen gehad. Sinds kort is hij met pensioen en kan zijn gemeente volledig dienen. Dit gegeven ontlokte zijn Nederlandse collega ds. A. Moerkerken —hij opende de avond door onder andere stil te staan bij het thema "Het Woord Gods niet gebonden"— de opmerking „dat wij een bijzonder bevoorrechte positie hebben".
Bijzondere zegen
Ds. Vinogradsky had zijn ogen uitgekeken in ons land en ervoer het kerkelijk leven —voor zover hij dat gezien had- als een bijzondere zegen. Hij zei dat het communisme gepoogd had het paradijs te bouwen op aarde maar dat dit faliekant mislukt was. Iets van de ware christelijke liefde meende hij geproefd te hebben „in uw kerkelijk leven".
Eerst stond de Russische pastor stil bij het verschrikkelijke stalinistische verleden en de immense vervolging van de kerk in de jaren dertig. Na de Tweede Wereldoorlog werd de druk op de kerk minder tot in 1960 nieuwe vervolgingen losbraken en nieuwe godsdienstwetten van kracht werden die het kerkelijk leven inperkten. In die periode zat hij ook twee keer gevangen. Hij beschuldigde de kerk die zich toen liet registreren en gemene zaak maakte met de regering ervan de kerk gedood te hebben. „In de gevangenis echter preekten we Gods Woord en thuis werd voor ons gebeden". Op een zeker moment zaten er wel 300 predikanten gevangen. De Russische predikant roemde het werk van de Verwantenraad van gevangenen, die gezinnen ondersteunde.
Aan de hand van Psalm 137 (de klacht van de joden in Babel) trok hij een vergelijking tussen de zeventig jaren ballingschap van de joden en de zeventig jaren communistische overheersing in zijn land. Over de huidige situatie zei de voorganger dat er nu gelegenheid is mensen van Jezus te vertellen, „op straat, via grote campagnes en via onze bibliotheek waar mensen gemakkelijker binnenstappen dan in de kerk". Hij vertelde dat onlangs tien leden van de Komsomol, de rode jeugdbrigade, tot bekering gekomen waren na het lezen van geestelijke lectuur in de bibliotheek.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 11 september 1991
Reformatorisch Dagblad | 20 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van woensdag 11 september 1991
Reformatorisch Dagblad | 20 Pagina's