„Bucer was pastoraal en bewogen theoloog"
Catechese raakt, naast gemeente, gehele maatschappij
STRAATSBURG - „De reformator Martin Bucer was een pastoraal en zeer bewogen theoloog". Tot deze conclusie kwam dr. Hartmut Rudolph uit Munster gisteren in Straatsburg tijdens het vierdaagse Bucer-congres, dat vanmiddag afgesloten wordt en door ongeveer zestig wetenschappers uit de gehele wereld wordt bijgewoond.
Dr. Rudolph is verbonden aan het Bucer-onderzoeksinstituut van de Heidelberger Academie van wetenschappen aan de Universiteit van Munster. Zijn lezing ging over Bucer en de catechese. „Woord, sacrament en tucht zijn de kerk bij Bucer", zo zei hij. Hij ging in op Bucers pogingen tot christianisering van het onderwijs, waarbij de Straatsburger reformator wees op de noodzaak van het hebben van vrome en godzalige 'schoolmeesters', „tot Gods eer en nut van de staat". Catechese was voor Bucer niet alleen een zaak van afzonderlijke personen maar raakte volgens hem de gemeente en daardoor ook de gehele maatschappij.
Boetes
Omdat catechisaties ook toen niet door iedereen bezocht werden, stelde Bucer zelfs voor om ouders boetes op te leggen als hun kinderen niet het onderricht volgden. De gemeenteraad van Straatsburg stak daar echter een stokje voor.
Bucer wilde graag een solide ondergrond via de catechese bijbrengen, maar besefte als reformator dat het geloof uit het gehoor is en legde daarom ook sterke nadruk op de Woordverkondiging.
Dr. Rudolph betrok bij zijn lezing vooral het boekje van Bucer over de ware zielszorg, dat door de christelijke gereformeerde predikant drs. H. J. Selderhuis in het Nederlands vertaald is en binnenkort zal verschijnen.
Vermanende gesprekken
Juist in dat geschrift komt de pastorale toonzetting van Bucer naar voren, zo zei Rudolph. Bucer was er beducht voor dat preken veelal door de hoorders op anderen toegepast werden en zelden op zichzelf. Daarom bepleitte de reformator het van huis tot huis trekken door voorgangers om direct en van hart tot hart met hun gehoor te kunnen spreken. Dit om te bezien wat wel en wat niet begrepen was van de preek. Bij Bucer is ook sprake van „huiselijke, vriendelijke en vermanende gesprekken": „zij brachten eenvoudigen meer vrucht dan vele en lange preken", zo citeerde hij Bucer. Bucer formuleerde het zelf zo: „De catechese brengt de preek in de praktijk".
Levenslang proces
Verder bepleitte Bucer (in het kader van de voorbereiding op de confirmatie, de belijdenis) toelating als men de Twaalf Artikelen, het Onze Vader, de Tien Geboden en de samenvattende antwoorden van de catechismus voor ongeveer de helft goed kon beantwoorden. „Maar het is wenselijk dat vóór toelating tot het belijdenis doen de catechisanten een zichtbaar bewijs leveren van hun wedergeboorte, door hun leven in dienst van God te stellen. Kerkelijke onderwijzing is voor Bucer niet slechts op de doop wijzend onderricht als mededeling, maar ze blijft veel meer wezenlijk onderdeel van het kerkelijk geheel en als zodanig onderdeel van de trits catechese. Woordbediening en sacramentsbediening, dit alles tot opbouw van de gemeente", aldus de wetenschapper uit Munster. „Bucer zag catechese dan ook als een levenslang proces. Uiteindelijk doel van de catechese was voor Bucer dan ook „het recht christelijke leven te bevorderen".
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 31 augustus 1991
Reformatorisch Dagblad | 26 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 31 augustus 1991
Reformatorisch Dagblad | 26 Pagina's