Geen bericht niet altijd goed bericht
AI vindt dat het met de mensenrechten in Honduras hygiënischer kan
APELDOORN - Het gaat niet goed met Honduras. Door veiligheidstroepen wordt in dit land ongestraft gemarteld. Veel burgers staan bloot aan intimidatie of andere vormen van geweld. Dit meldt de mensenrechtenorganisatie Amnesty International vandaag in een verschenen rapport.
Het Amnesty-rapport is een aaneenrijging van bloedstollende handelingen die nog in veel Latijnsamerikaanse landen gemeengoed zijn. Honduras maakt hierop geen uitzondering. Zo haalde het Internationaal Hof voor de Mensenrechten in juli 1988 en januari 1989 de voorpagina's vanwege de gerechtelijke uitspraken over Honduras. Tussen 1980 en 1984 zouden meer dan 150 mensen zijn verdwenen. Met name het bataljon G-136, een onderdeel van de Hondurese veiligheidstroepen, werd beschuldigd van illegale ontvoeringen, martelingen en executies;
Sedert het aantreden van burgerregeringen verbeterde de mensenrechtensituatie in Honduras aanmerkelijk. Het aantal "verdwijningen' en politieke moorden -gepleegd door naar men zegt met het leger verbonden rechtse doodseskaders— nam af. Dit betekende echter niet dat Honduras opeens het schoolvoorbeeld werd van subtropische vriendelijkheid.
Organisaties als Amnesty International, het Comité ter Verdediging van de Mensenrechten (Codeh) en het Interamerikaanse Hof voor de Mensenrechten bleven de afgelopen jaren categorisch verklaren dat de mensenrechtensituatie in Honduras verre van hygiënisch was. In 1988 uitte Amnesty voor het laatst haar bezorgdheid over Honduras; in 1990 bracht de Codeh een rapport uit waarin stond dat de schending van de mensenrechten ondanks de regeringswisseling, nog steeds een stijgende lijn vertoonde.
Geen berichten
Op 27 januari 1990 trad in Honduras Rafael Callegas van de Nationale Partij aan als president. Frappant is dat er sedert zijn aantreden helemaal geen berichten meer over verdwijningen binnenkwamen. Amnesty besloot in augustus 1990 poolshoogte te gaan nemen in het Middenamerikaanse land.
Uit het onderzoek dat AI instelde, bleek dat in Honduras diverse mensenrechten evenwel op aanmatigende wijze worden geschonden. Amnesty praatte met slachtoffers, met ooggetuigen die bekentenissen aflegden, met Hondurese mensenrechtenorganisaties.
Het jongste rapport van Amnesty meldt een groot aantal gevallen waarbij mensen werden gemarteld of mishandeld. Dit gebeurt in Honduras met name tijdens langdurige gevangenschap en ondervragingen. Meestal zouden de openbare veiligheidstroepen zich hieraan bezondigen.
De methoden waarvan de veiligheidstroepen gebruikmaken, liegen er niet om. In het Amnesty-rapport staat een opsomming: boeien en blinddoeken van slachtoffers voor langere tijd, onthouding van voedsel en water, slaan op de voetzolen en andere lichaamsdelen, ophanging aan polsen en enkels, bijna-verstikking door een met kalk ingesmeerde capucha (hoofdkap), toedienen van elektrische schokken, psychologische intimidatie en schijnexecuties. Enzovoorts.
Onder de slachtoffers van dit soort misstanden bevinden zich politieke gedetineerden, onderwijzers, studenten, boeren die bij landtwisten zijn betrokken, èn criminelen. Drie Hondurese boeren die vorig jaar in Nederland waren, vertelden dat het nogal eens voorkomt dat landloze boeren stukken grond bezetten. Indachtig de situatie in bij voorbeeld een land als Paraguay is het niet onwaarschijnlijk dat het om enkele gevallen van braakliggende grond gaat.
ZOA
'Landicrakers' krijgen bij voorbeeld te maken met door grootgrondbezitters ingehuurde gewapende benden. De boeren worden dan op beschuldiging van het plegen van gewone misdaden in de gevangenis gezet. Vorige maand werden door militairen en mannen in burgerkleding vijf boeren vermoord die bij landtwisten waren betrokken, zo meldt AI.
Een ander geval in het Amnestyrapport betreft dat van vijf mannen die tussen 18 en 24 januari in Yoro en Saluca werden gearresteerd op beschuldiging van diefstal. Tijdens hun detentie kregen ze diverse keren een "capucha"-behandeling. „Onze handen werden op de rug vastgebonden en zo sloeg men ons herhaaldelijk met het hoofd op de vloer", zegt een ooggetuige in het Al-rapport.
Het vijftal werden op 24 en 25 januari zonder nadere opgaaf van reden vrijgelaten, nadat ze eerst de sporen van bloed uit hun kleding hadden verwijderd. „We wisten wat er met ons zou gebeuren als we dit in de openbaarheid brachten".
Annet van den Bom, die al twee jaar voor ZOA-Vluchtelingenzorg in Honduras werkt, bevestigt desgevraagd dat de rol van de media in Honduras niet mag worden onderschat. „In de kranten verschijnen breedvoerige ooggetuigeverslagen van mensen die zijn mishandeld. Dan laten ze hun blauwe plekken zien. Niet zelden hebben deze getuigen zich vrijgekocht".
Marteling en mishandeling zijn in Honduras sinds een in juni 1988 aangenomen wet verboden. De Hondurese regering laat incidenteel een veroordeling horen, maar uit de praktijk blijkt dat de autoriteiten „falen in hun pogingen de politie en militairen ter verantwoording te roepen", aldus AI. Daarom dringt AI er bij Tegucigalpa op aan een aantal specifieke maatregelen in te stellen om de mensenrechten te beschermen. Een daarvan is dat een arrestant binnen de tijdslimiet van 24 uur detentie werkelijk gerechtelijk moet worden gehoord.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 19 juni 1991
Reformatorisch Dagblad | 24 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van woensdag 19 juni 1991
Reformatorisch Dagblad | 24 Pagina's