K. Bokma neemt afscheid van RD en Erdee-holding

Directeur Bokma ontving uit handen van burgemeester A. J. Hubers van Apeldoorn een koninklijke onderscheiding. Hij was benoemd tot ridder in de orde van Oranje-Nassau. Bijna duizend mensen kwamen afscheid nemen van de RD-directeur.

De scheidende directeur zei in zijn dankwoord onder andere te mogen weten dat —naast persoonlijke zonde en ongerechtigheid— ook zijn „RD-zonden verzoend zijn door de opgestane Levensvorst". Hij dankte de verschillende bestuurscolleges voor het vertrouwen dat hij altijd van hen ontving. Hij betrok daarbij het personeel van de Erdee-holding en noemde met name „mijn rechterhanden" adjunct-directeur J. D. Heijkamp en mevr. G. A. Wilbrink. De verschillende werkmaatschappijen —het RD, KRB en Terdege— riep hij op vast te houden aan een bijbelse, zakelijke, nuchtere koers.

Geloofsovertuiging

Burgemeester Hubers memoreerde de carrière van directeur Bokma en noemde „zijn enorme inzet, zijn vermogen over nieuwe horizons heen te kijken en gedrevenheid op basis van zijn geloofsovertuiging". Hij noemde hem een echte pionier en schetste de vele activiteiten die onder zijn leiding tot stand kwamen: de werkmaatschappijen naast het RD, de stichting Shaare Zedek, de Stichting Schuilplaats en andere maatschappelijke organisaties.

Ds. L. H. Oosten, voorzitter van de Stichting Reformatorische Publikatie (SRP), opende de afscheidsbijeenkomst met het lezen van 1 Korinthe 3:5-15. Hij sprak namens de SRP en de raad van toezicht en memoreerde de start van het RD. Hij noemde de sollicitatie van K. Bokma —die een maatschappelijk goede positie prijsgaf— menselijk gezien een waagstuk.

„Maar wat ons aansprak, was dat u alles te traag vond gaan. U was van mening dat de aanpak frisser moest... En U had gelijk. U zette er vaart achter. Niet in eigen kracht, maar met Gods hulp. We mogen zeggen dat ook in dezen de Heere de wasdom gaf'.

Ontvangen gaven

Ds. Oosten wees erop dat het de scheidende directeur vooral ook ging om de verbreiding van Gods Woord. Met de woorden trouw, kracht en wijsheid omschreef hij Bokma's twintig actieve jaren voor het Erdee als van God ontvangen gaven. Hij noemde de afgelopen tijd voor de Erdee-holding een bijzonder gezegende periode. „Wie zal peilen de diepere zegen die het RD voor ons volk mocht betekenen door het licht van het Woord te laten schijnen. Maar het einde van alles moet zijn: Soli Deo Gloria".

J. H. Koppelaar, president van de raad van bestuur van de holding, legde in een toespraak nadruk op gevoelens van dankbaarheid en van waardering. Hij zei dat het optreden van de heer Bokma bewondering had geoogst. Over de samenwerking zei hij dat ook meningsverschillen nooit geleid hebben tot kloven. „Integendeel, het heeft ons nauwer bijeengebracht en de geesten gescherpt". Hij noemde de scheidende directeur een vader voor het personeel, die bezielend wist op te treden. De heer Koppelaar overhandigde Bokma de gouden RD-speld.

Ook hij sprak over het begin van de carrière van Bokma: „Wie zo'n toekomst in de waagschaal stelt, heeft wel moed en vertrouwen nodig". Hij noemde het RD een levenswerk van Bokma en betrok daarbij mevr. Bokma-Tamminga. Hij gaf het echtpaar Bokma onder andere een Rembrandtbijbel, „want in het Woord is het grootste geluk op aarde te vinden".

Leermeester

Dr. C. S. L. Janse, hoofdreacteur van het RD, zei dat er altijd sprake was van verstrengeling van K. Bokma en het RD, „die nu weliswaar niet helemaal wordt verbroken, maar wel losser zal worden". Dr. Janse zei dat hij veel van de scheidende directeur geleerd heeft en daar nog steeds gebruik van maakt.

Adjunct-directeur J. D. Heijkamp tekende de veelzijdigheid van de scheidende directeur en merkte op dat het personeel veel aan hem verschuldigd is en dat het adagium "Bidt en werkt" voor Bokma praktijk was.

B. van der Ros, oud-chefredacteur van het RD, bood Bokma een studiebundel aan over het christelijk dagblad in de samenleving. Hij wilde niet spreken van een RD-gedenkbundel, maar van een afscheidscadeau van alle lezers, die vertegenwoordigd zijn door auteurs uit de hele breedte van de gereformeerde gezindte. Aan de bij Groen in Leiden uitgegeven bundel werkten mensen mee als ir. J. van der Graaf, prof. dr. W. H. Velema, dr. C. S. L. Janse, ds. C. J. Meeuse, drs. N. C. van Velzen, drs. J. P. de Vries.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen