Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Tussen godsdienst en psychiatrie

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Tussen godsdienst en psychiatrie

Vakvereniging voor psychotherapeuten over twee gezichten van het geloof

14 minuten leestijd Arcering uitzetten

Hoe zit het met de religieuze beleving in de geestelijke gezondheidszorg? En hoe indringend is de verbinding tussen geloof en psychiatrie? Hoe toegankelijk is de psychische hulpverlening voor christenen in nood? Vragen waar de laatste jaren veel aandacht voor is. Men kan denken aan prof. dr. P. C. Kuiper. Aan Aleid Schilder, dr. Van Scheyen of het GPZ. Ook aan de nieuwe christelijke vakvereniging voor psychiaters, psychologen en psychotherapeuten. Daar staat de verhouding tussen een christelijk geloofsleven en het psychisch functioneren van de mens ook centraal.

De recent in Amersfoort opgerichte wetenschappelijke vakvereniging heeft ook als doel het vanuit christelijke uitgangspunten reageren op theorieën en onderzoek in psychiatrie en psychologie. Tevens was er behoefte aan een ontmoetingselement tussen christelijke vakgenoten. Gedachten over religie en psychisch ontspoorde christenen worden gebundeld, zonder dat men met de verworven kennis direct de barricaden op wil.  We spraken met twee bestuursleden: voorzitter drs. R. J. Filius, in het dagelijks leven psycholoog aan de christelijke hogeschool Windesheim te Zwolle, met een eigen praktijk te Uithoorn, en drs. G. Glas, als psychiater verbonden aan het Academisch Ziekenhuis Utrecht.

Kern

Even over de basis onder uw vereniging. U noemt uw vereniging christelijk. Dat is een weids begrip geworden. 

Glas: „We hebben opzettelijk gekozen voor de breedte. Wij zijn geen kerk, maar een vereniging".

U noemt in de statuten ook de Bijbel als het door de Heilige Geest geïnspireerde Woord van God. Was het met het oog op uw vakgebied niet van belang dat aan te vullen met „...en de Drie Formulieren van Enigheid"

Filius: „Daar is wel discussie over geweest, maar uiteindelijk vonden we dat die toevoeging een belemmering zou zijn voor de breedte van de vereniging. We hebben elkaar hard nodig. Ik denk dat er collega's zijn, die wij graag bij onze vereniging aangesloten zien, die niet weten wat die Drie Formulieren inhouden. En in die Drie Formulieren staat niet zoveel anders dan in de Bijbel".

Wat is de binding tussen godsdienst en psychiatrie, waarin raken religie en psychische hulpverlening elkaar? 

Glas: „De hamvraag. Als je als psychiater mensen in je spreekkamer hebt, dan zit daar de totale mens, met alles wat hij heeft, met alles wat hem dierbaar is. Je kunt je dan niet richten op een enkel stukje van die mens. In het psychisch functioneren van de mens speelt zijn hele hebben en houden een rol. Dat is niet te scheiden. Je kunt iemands godsdienstige leven niet buiten de spreekkamer houden, want psychiatrie gaat over zingevingsvragen. Wat is de zin van het leven? Daarmee loop je al aan tegen iemands geloof. De psychiatrie heeft in het verleden misschien wel eens te veel gedaan alsof psychiatrie iets neutraals was, waarin godsdienstige aspecten geen plaats hadden. Een psychiater bedreef bijna een beroepszonde als hij iemands geloofsbeleving mee liet spelen in de behandeling. Maar dat raakt uit de tijd".

De Nederlandse psychiatrie droeg zelfs sterk het idee uit dat geloven schadelijk zou zijn voor iemands psychisch welbevinden.

Glas: „Dat is te stellig. Er zijn wel mensen die dat gezegd hebben, maar dat mag je niet loslaten op de hele psychiatrie. Wat misschien wel waar is, is dat de meeste psychiaters niet op de hoogte waren van hoe iemand met geloof omgaat. Geloof en godsdienst is een volstrekt verwaarloosde combinatie in ons vakgebied, met als onvermijdelijk gevolg dat er geen aandacht was voor kerkelijke culturen en het menselijk beleven daarvan".

Die verwaarlozing is niet gevolg van een stuk vijandigheid? Een aantal Riagg-directies heeft onlangs erkend te veel gewerkt te hebben vanuit een anti-godsdienstige houding.

Glas: „Misschien, voor een deel. Uit publikaties over deze materie blijkt soms vijandigheid. Maar andere vakgenoten dachten genuanceerder, minder zwart/- wit". Filius: „Vooral oudere collega's vinden dat een heel bespreekbaar onderwerp. Tijdens mijn studie aan de VU heb ik gemerkt dat professoren veel gemakkelijker over geloofszaken spreken dan de jongere wetenschappelijke medewerkers. Die moesten daar soms niets van hebben".

Toch wordt veel gesteld dat religie en psychiatrie elkaar niet verdragen. Psychiatrie is toch een sterk humanistisch getoonzet vakgebied? 

Glas: „Dat is weer te sterk gezegd. Christenen ervaren het meer dan eens als heel bedreigend als een psychiater over hun geloof begint. Men is bang voor adviezen in de richting van wat wij beschouwen als een zelfverlossingsleer. De patiënt wil houden wat hij heen. Zeker zijn geloof". 

Filius: „Religie en psychiatrie hebben ook veel raakvlakken. Kijk, als het gaat om de waarde van het gezin, dan heeft de psychiatrie daar een antwoord op. Maar de Bijbel zegt daar ook iets over. Dat geldt ook voor seksualiteit en voor agressiviteit. Daarbij: Wat bedoel je met "humanist". Iemand die weloverwogen humanist is in zijn levensbeschouwing? Of iemand die minder uitgesproken meningen heeft, maar meer denkt vanuit het mens-zijn? Daartussen zit nogal verschil. Tussen de gedachtenwereld van de weloverwogen humanist en de weloverwogen christen botst het. Dat kan niemand ontkennen".  Glas: „Psychotherapie is vooral methodisch bezig zijn. Het is heel wat anders dan een gesprekje met je buurvrouw. Je bent bezig met de voorwaarden om psychisch goed te functioneren. Als dat niet goed zit, bestaat de kans dat de geloofsbeleving ook problemen geeft. Voordat je in een behandeling bij het echte geloof bent aangeland, moet je eerst puin ruimen. Pas aan het einde van de therapie komt het echte geloof ter sprake".  Filius: „Ja, maar er zijn ook therapeuten die veel sneller adviezen geven. Dat zijn vaak kortere behandelingen en dan kan het sneller botsen". Zwart/wit bezien staan de antwoorden van de disciplines geloof en psychotherapie vaak haaks op elkaar.  Glas: „De psychiatrie wil mensen leren met hun eigen gevoelens van agressie en seksualiteit om te gaan, zodanig dat men er zonder schade mee leven kan. Het is al te simplistisch, wanneer gesteld wordt dat de psychiatrie uit is op mensen die al hun gevoelens en verlangens maar boven laten komen. Men zou pas ge lukkig zijn als die gevoelens bevrediging vinden. Het ligt genuanceerder. Ik weet wel, de ene psychiater is de andere niet, maar de gemiddelde psychiater zal toch proberen om structuur en lijn aan te brengen in menselijke gevoelens".

Niet haaks

Filius: „De Bijbel leert toch ook niet om alles op te potten. „Laat de zon niet over uw kwaadheid ondergaan". Toch? De Bijbel verbiedt niet om kwaad te worden, maar wil ook leren om te gaan met die gevoelens, wil daar ook structuur in aanbrengen. En staat in dit opzicht dus niet echt haaks op psychiatrie of psychotherapie".

Toch kijkt een christen nogal argwanend naar een psychiater. Men is toch benauwd dat geadviseerd wordt eerst dat christelijke geloof maar te laten varen.

Glas: „Dat wordt zelfs als reden genoemd om een Gereformeerd Psychiatrisch Ziekenhuis te starten. Als dat het enige uitgangspunt zou zijn, zou ik dat onjuist vinden. Ik kan me wel voorstellen dat het voor mensen die in de problemen zitten, bedreigend is om over hun geloof te praten met iemand die niet gelooft. Zeker als je zelf weet in je geloof niet sterk te staan. Het ter discussie stellen van je geloof, van iets wat je graag vasthoudt, is voor niemand aantrekkelijk. Kerkmensen vinden het vaak moeilijk om heel open te praten over datgene wat hen ten diepste bezighoudt. Het is ook logisch. Want het gaat om de meest tere dingen uit iemands bestaan. Als de psychiater niet de juiste instelling daarin heeft, dan kan het mis gaan. Dan hoeft er nog niet eens sprake zijn van vijandigheid".

Niet ontkend kan worden dat de psychiatrie een sterk humanistisch specialisme is. En een psychiatrische stoornis heeft vaak raakvlakken met religie. Dat moet toch wel spanning geven? 

Glas: „In de psychiatrie spelen inderdaad zingevingsvragen: Wat is de zin van je leven, de zin van deze wereld? Dat is waar. En om door een bepaalde crisis heen te komen, kan het wel eens nodig zijn om daar samen over door te praten: Wat is de zin van dit alles?"

Frappant

En dan heeft een christen een ander antwoord dan de humanist. 

Glas: „U bent op zoek naar conflicten. Nou, tussen de christen en de humanist botst het misschien als je als behandelaar gevraagd wordt naar je mening over zaken als echtscheiding of homoseksualiteit. Maar wat mij nu frappeert, is dat je zelden voor die vraag gesteld wordt. Mensen hebben er geen behoefte aan dat je het met hen eens bent, maar daaraan, dat ze geaccepteerd worden. Inclusief hun godsdienstig leven. Van mij mogen patiënten al aan het begin van de therapie weten dat ik gereformeerd vrijgemaakt ben, want ze hebben er recht op te weten welk vlees ze in de kuip hebben. Maar verder zit je als twee volwassenen met elkaar aan tafel. Desondanks vraag ik me af of de behandelaar en de cliënt elkaar altijd goed verstaan. Als iemand komt over huwelijksmoeilijkheden, zou een psychiater bij voorbeeld kunnen zeggen: Dan moet u maar scheiden. Een christen denkt dan: Zie je wel, daar hebt je 't al. Terwijl de psychiater mogelijk alleen maar aan het prikken was, aan het testen, wachtend totdat de cliënt zou gaan zeggen: Scheiden? Nee hoor, dat doen we niet! Kijk, dan had de behandelaar een stuk duidelijkheid geschapen dat zinvol is in de behandeling. Hij wordt echter op hetzelfde moment verdacht van oneerbare bedoelingen".

Magisch

Glas: „De psychiatrie ziet geloof en godsdienst eep beetje als randverschijnsel, als iets wat er bij hangt. Iets wat ligt in de sfeer van magisch denken uit de kinderjaren". 

Filius: „Veel therapeuten hebben in hun kinderjaren wel iets van het geloof meegekregen. Als dat alles is, bestaat de kans dat ze het geloof intuïtief als iets magisch of kinderlijks zien. Bovendien, sommige gelovigen zijn ook heel kinderlijk in hun geloof. Die ontdekking doe je met name in ons vak".

Dat laatste lijkt op de actuele stelling dat geloven depressief zou maken. 

Filius: „Dat wordt wel gezegd, maar het is mijns inziens nogal overdreven. Mensen komen door allerlei oorzaken in de psychiatrie terecht. Maar vaak is het zo, dat men is vastgelopen in bepaalde emoties en dat heeft onder meer consequenties voor je groei in het geloof". Glas: „Een verkeerd opgevatte gereformeerde leer of een verkeerd gebrachte gereformeerde leer kan er toe bijdragen dat een psychische stoornis die er in aanleg al is, zich verder in negatieve richting ontwikkelt". 

Leefklimaat

Filius: „Toch vind ik het bezwaarlijk om te zeggen dat het in de gereformeerde leer zit. Vaak is het veel meer het leefklimaat van een bepaalde kerkelijke gemeenschap die mensen somber maakt".  Glas: „Aleid Schilder heeft naar mijn idee de boodschap van de gereformeerde leer niet goed gevat. Zij begint bij de eis en komt dan pas tot de belofte. Geloof zou een voorwaarde zijn voordat men iets van God mag verwachten. Terwijl de kern andersom is: God komt als eerste naar de mens toe. Daarbij komt nog dat er best kritiek valt uit te oefenen op haar opvattingen over depressiviteit. Overigens ben ik het met Filius eens als hij het accent meer legt op het kerkelijke leefklimaat dan op de kerkelijke leer. Als er een erg neerdrukkende, zwaarmoedige sfeer rond het geloof hangt, zo van: Wil je ooit zalig worden, dan moet je toch heel verschrikkelijk je best doen, dat soort prestatiegeloof kan ertoe bijdragen dat mensen in een crisis raken. Daarmee begint Schilder haar boekje ook: „Ik heb geleerd dat ik geen fouten mag maken". Een zin die je patiënten letterlijk hoort gebruiken. De leer kan dan wel heel blijmoedig zijn, maar als hij heel zwaarmoedig wordt verkondigd, dan kan het mis gaan. Kleine kinderen pikken al die begrippen niet op, maar zien heel goed als pa en ma blij kijken als ze naar de kerk gaan, of dat hun schouders gaan hangen".

Veilig honk

Filius: „Daarom is de sfeer thuis ook zo belangrijk. Hoe wordt God voorgesteld? Als Vader? Of als de grote Bestraffer? In dat laatste geval is er geen plekje op de hele wereld waar een kind zich veilig kan voelen. Want God is overal".

Terwijl juist in die kringen de kerk ervaren wordt als een veilig honk, als een basis die vertrouwen geeft, zekerheid en vaste grond onder de voeten. 

Filius: „Zo kan de kerk naar twee kanten toe werken".  Glas: „In de psychiatrie kun je aan het aantal kaarten dat de patiënten ontvangt, weten uit welke hoek de kerkelijke wind waait. Krijgt iemand vier, vijf, zes kaarten per dag, dan weet je dat hij of zij naar de kerk gaat. Dat is mooi, maar sommigen ervaren al die kaarten met al die teksten erop soms ook als heel beklemmend. „God is goed", „God is liefde". Dat staat er dan op. Maar als je zelf in het duister loopt, dan kan dat heel akelig werken. Er is echter een groot verschil tussen ziekelijke twijfelzucht en geloofstwijfel, om maar eens een voorbeeld te noemen. Als psychiater heb je meer met het eerste dan met het tweede te maken. Je bent als psychotherapeut meer met de voorwaarden bezig dan met het geloof zelf".

Gereformeerde psychiatrie

Proefde ik zoëven wat aversie tegen het Gereformeerd Psychiatrisch Ziekenhuis?

Glas: „Ik zou daarover liever niets zeggen. Veel te ingewikkeld".

Maar we hebben wel even de tijd! 

Glas: „Ik zit hier nu voor de vakvereniging. En dat is het niet goed om hierover opmerkingen te gaan maken".

Maar een van de doelstellingen van uw vereniging is het bestuderen van een gezonde verhouding tussen christelijk geloof en het psychisch funtioneren van de mens. Je zou dat bijna ook van het GPZ kunnen zeggen. 

Filius: „Moeten wij als vakvereniging commentaar geven op het GPZ? Ik vind van niet. Dat past ons niet".

U zou in elk geval niet tot de initiatiefnemers van het GPZ hebben behoord? 

Filius: „Ik ben baptist. Alleen daarom al niet". 

Glas: „Wat zijn de motieven voor mensen om voor het GPZ te kiezen? Ik vraag me af: Het kan ook zijn dat men niet met de billen bloot hoeft. Een geestverwante organisatie heeft dan iets geruststellends. En of dat nou altijd zo verstandig is? Ik zie voor- en nadelen bij het GPZ. Als het om verzuiling gaat, dan zie ik vooral nadelen. Ik zie voordelen als we door het GPZ meer kennis krijgen over de band tussen religie en psychiatrie". 

Moslims

Filius: „Het GPZ kan een mooie functie vervullen als het gaat om de studie van de verschillen tussen godsdienst en psychopathologie. Honderd jaar geleden leidde iets dergelijks tot de door Lindeboom opgerichte "Vereniging tot christelijke verzorging van krankzinnigen en zenuwlijders". Toen speelden dezelfde vragen, waar de vereniging met veel daadkracht mee omging. In een tijdsbestek van twintig jaar deden toen de „kleine luyden" zeven geweldig grote psychiatrische inrichtingen verrijzen.

In die tijd heel modern. Later is die daadkracht weggevloeid. De vraag hoe je gereformeerde psychiatrie bedrijft, verzandde in allerlei bestuurlijke toestanden. Mogelijk dat het GPZ die lijn van Lindeboom weer op zou kunnen pakken.'

Maakt het voor iemand in psychische nood nog wat uit of hij christen is of moslim? De vragen betreffende dit tijdelijke leven zijn voor beiden gelijk, zou je kunnen zeggen.

Filius: „Dat maakt wel degelijk uit. De genade van God is voor een christen een enorme bron van troost en kracht. Ook al ben je als het ware geknakt door je eigen gevoelige aanleg, of door je leefomstandigheden, al heb je door dit leven een zware gang te gaan, dan nog biedt de Bijbel altijd houvast. Het kan met je christelijke geloof echter ook de andere kant op gaan. Je zult maar zitten, midden in een depressie, en dan denken: Hoe zat dat ook al weer met dat geloof van mij? Was dat dan echt of alleen maar schijn? Hoe kan het nou dat een kind van God door zo'n diep dal heen moet gaan? Christen zijn kan gunstig werken, maar je moet ook oppassen dat het niet in het tegendeel verkeert. Dat betekent niet dat het geloof wankelt, maar er zijn narigheden met de geloofsbeleving".

Glas: „Je zou kunnen zeggen dat je psychisch redelijk moet functioneren, wil je kunnen geloven. En dan bedoel ik met geloof iets anders dan religie, want ook iemand in coma is religieus. Ik bedoel dan de innerlijke betrokkenheid op de God van het leven. Om dat geloof echt als een kracht te beleven, moet de psyche van de mens gezond zijn. Dat is voorde mens bijna een voorwaarde".

Desondanks blijft geloven wel een gave van God.

Glas: „Zeker. Maar de beleving van het geloof gaat nu eenmaal door de mens heen".















Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 april 1990

Reformatorisch Dagblad | 28 Pagina's

Tussen godsdienst en psychiatrie

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 april 1990

Reformatorisch Dagblad | 28 Pagina's