Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

„Oprukkende geest van secularisatie geeft zorg"!

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

„Oprukkende geest van secularisatie geeft zorg"!

Ds. P. Roos te Utrecht-N vijfentwintig jaar in het ambt

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

OUD-ZUILEN - „Er is een gevaar in het ambtelijke leven dat je een zekere verambtelijking krijgt. Als predikant moet je ook denken aan je eigen geestelijke leven. Een goede voorbereiding voor de prediking is nodig. Waarbij ik mag ervaren dat door de bediening van Gods Geest het Woord vaak echt opengaat op de kansel. Na vijfentwintig jaar mag ik zeggen, bij al het zwakke en al het menselijke, dat er zegen is geweest. Het jeugdig enthousiasme is weg. Het is gelukkig niet zo dat de kracht van het Woord verminderde. Ik ben nog niet uitgepreekt, dat was miin vrees wel eens".

Aan het woord is ds. P. Roos, predikant van de christelijke gereformeerde kerk van Utrecht-Noord, die zaterdag vijfentwintig jaar geleden door zijn vader, ds. M. S. Roos, tot predikant werd bevestigd. De jonge ds. P. Roos bevestigde in 1965 zijri vader in Elburg. „Dat is toch iets bijzonders, als je als jonge zoon je vader mag bevestigen". Vader Roos bevestigde zijn zoon op 19 januari 1967 weer in Middelharnis. Een broer van vader Roos was predikant van de oud gereformeerde gemeente te Schiedam. De jongste broer van de jubilaris, ds. W. Roos, is hervormd predikant te Leerbroek. Een zuster is getrouwd met ds. J. Brons te Urk en een broer van mevrouw Roos is ds. R. van Beek te Veenendaal. 

Gezelschapsleven

"Een gezegend geslacht, m'n vader kwam uit de Gereformeerde Gemeenten en moeder uit de Gereformeerde Bond". Samen zijn ze christelijke gereformeerd geworden, dat kom je meer tegen". Ds. Roos denkt met dankbaarheid terug aan zijn jeugdjaren, waarin hij in de goede zin des wgords in zijn ouderlijk huis kennis maakte met het gezelschapsleven en godvrezende mensen ontmoette. 

„Het is opmerkelijk dat in de gemeente Utrecht mijn vader voor het eerst, volgens artikel 3, een stichtelijk woord is gaan spreken. Hij heeft aan de wieg gestaan van de gemeente van Utrecht-Noord, die op 8 mei 1948 geïnstitueerd is, de gemeente die ik na mag dienen. De ouderen spreken nog wel over het interkerkelijke gezelschapsleven uit het verleden".
De jonge kandidaat werd op 28 oktober 1964 bevestigd als eerste predikant van de in 1958 geïnstitueerde gemeente te Nijkerk. Het was een kleine gemeente zonder traditie. „De gemeente heeft op een buitengewone wijze meegeleefd en mij bijgestuurd. Ilgwas immers nog jong. Het werk in de gemeente vroeg niet veel tijd. Hoewel ik vrij duidelijk wist dat ik hel beroep als kandidaat naar Nijkerk moest aannemen, had ik toch vrijmoedigheid om het beroep naar Middelharnis aan te nemen. Een totaal andere gemeente, met een geschiedenis, een fundament.
De ge
meente leefde in een bepaald opzicht vooral vanuit de verkiezing. Ik geloof dat ik nergens zo sterk tot de taak van de evangelieprediking gebracht ben als daar". 

Eerlijke prediking
Ds. Roos, die de gemeente diende van 1967-1973, vertelt dat in Middelharnis nog het gezelschapsleven functioneerde. „Ik ontmoette daar een kring van kinderen Gods, met wie ik goede contacten had. Ik kan wel zeg-, gen dat ik daar ben gevormd. Er was een zekere spanning tussen verkiezing en verantwoordelijkheid, met een klankbodem voor het Woord. Ik constateerde daar een honger, ook bij de jongeren". Na Middelharnis volgde Harderwijk van 1973-1981. „Er waren zorgen in de gemeente. Toch zag ik het als een roeping om er heen te gaan. Ik geloof dat ik mag zeggen dat de prediking beslag gelegd heeft. Niet dank zij mijn werk, maar in de acht jaar dat ik er was, is er toch een bepaalde koers uitgezet. Ik denk met dankbaarheid terug aan deze gemeente, waar een van mijn voorgangers ds. J. Tamminga was, die een sterk schriftuurlijk stempel op de gemeente heeft gezet. 
Ten slotte volgde de gemeente van Utrecht-Noord, van 3 september 1981 tot heden.
Terugblikkend op de achterliggende ambtsperiode constateert de predikant dankbaar de vele contacten die hij met de ouderen had in de gemeenten. „Van hen heb ik veel geleerd. We zijn tegenwoordig geneigd om te veel op de jeugd te schuiven. Ik moet constateren dat onze jeugd vandaag te veel de identificatiefiguren mist. Ouderen moeten meer een voorbeeld zijn voor de jongeren. De generatie van zo'n dertig jaar geleden sprak met meer vrijmoedigheid over de zaken van het geestelijk leven dan onze generatie van rond de vijftig jaar. Ik denk dat een oorzaak kan zijn, dat onze generatie na dé armoede van de naoorlogse tijd nu in de weelde van deze tijd is gekomen".
„Ik heb hoop voor jonge mensen, ik ontmoet in veel gemeenten een hang naar de zuivere prediking. Ik kom een ernst en serieuze belangstelling tegen van de jongeren, waar ik verbaasd over ben. U weet dat het jeugdwerk uitgebreid aandacht kreeg op onze synode. Het bleek dat er veel bezwaren zijn tegen de moderne vorm van jeugdwerk. De discussie is in. Groningen gevoerd op hoog niveau, van alle kanten". Ds. Roos ziet als een probleem met de Christelijke Gereformeerde Jongeren Organisatie (CGJO) dat men door de subsidie die ontvangen wordt, zich onafhankelijk op wil stellen. „Ik denk dat daar jarenlang te weinig aan gedaan is. De synode van Groningen heeft terecht gezien dat het jeugdwerk niet los van de kerken kan bestaan".

Verduidelijking

Ds. Roos zegt dat de Landelijke Commissie Jeugdcontacten (LCJ) de algemene sympathie heeft. We zien de LCJ groeien, ook in gemeenten die niet een uitgesproken "Bewaar het Pand"-signatuur hebben. „Ik ben van mening dat al 'deze dingen er op wijzen dat er een verduidelijking in onze kerken gaat komen. Ik wil aan de andere kant ook niet zeggen dat er nu zoveel meer geestelijk leven gekomen is dan in vroeger jaren. Jonge mensen moeten oppassen dat ze het ook niet in vormen gaan zoeken. Ik heb de vroomheid van Gods kinderen gezien, we moeten constateren dat die vorm van vroomheid uitsterft. Ik hoop dat de jongeren in kunnen treden in het geslacht van de ouderen en dat de geestelijke diepte een niet te kleine plaats zal krijgen".
Tijdens het gesprek bleek regelmatig dat de Christelijke Gereformeerde Kerken een verband vormen met accentverschillen en vleugels. Op onze vraag hoe zoiets nu kan groeien, zegt ds. Roos: „Een kerk kan zich in zijn voortbestaan verwijderen van z'n beginsel. De kracht van het eerste uur, noem het de eerste liefde, is er niet meer. De geschiedenis van de Afscheiding had al tegenstellingen in zich. Onze kerken hebben ook altijd een evenwicht gezocht tussen enerzijds het denken vanuit het verbond en anderzijds het zich uitsluitend bepaald weten door de verkiezing". 

Compromissen


De Roos denkt dat er in zijn kerk, die hij van harte lief zegt te hebben, te veel compromissen gesloten zijn. Ik ben bang dat men bij elkaar wilde houden wat er niet bij hoort. Ik meen dat er een zoeken van een verkeerde eenheid geweest is. 

Onze gezindheid was breed, er kon en mocht veel. Jongelui en ook onze jongere predikanten zijn vandaag veel duidelijker. Door een verkeerde koers in onze kerken is "Bewaar het Pand" ontstaan, waar ik dichtbij en eigenlijk in sta.
De synode van de Christelijke Gereformeerde Kerken houdt zich bezig met veel zaken en zoekt eenheid met anderen. Wordt de interne problematiek dan niet teveel vergeten? De predikant vindt dat een moeilijk punt. Hij bevestigt de problematiek en is bezorgd voor de geest van verwereldlijking die opkomt. Hij ziet zo op het eerste oog geen oplossing, maar is wel van mening dat het werk van Gods Geest wonderen kan doen en dat er meer met elkaar gesproken dient te worden.

Hoogkerkelijk

Ds. Roos, die lid is van de synodecommissie die het rapport voorbereidde over de samenspreking met de Nederlands gereformeerden, is van mening dat een samengaan met hen de eigen kerk uit haar evenwicht zal brengen. Hij vindt dat men toch wat eenzijdig bezig is en ziet liever een samenwerking tot stand komen met de Gereformeerde Bond. Hij is van mening dat men soms te hoogkerkelijk bezig is, waardoor je op plaatselijk niveau vaak .te gebonden bent en met machteloosheid geslagen. Ds. Roos constateert dat het feit dat de Gereformeerde Bond opereert binnen de Hervormde Kerk, in zijn kerken bezwaren op blijft roepen.

De jubilaris is tweede voorzitter van de stichting Schuilplaats, waar veel werk wordt verzet. Hij benadrukt dat het fijn is om in dat bestuur met mensen met een verschillende kerkelijke achtergrond zo goed samen te kunnen werken. Zaken als euthanasie en hospice zorgen bij de stichting Schuilplaats voor een toename van verantwoordelijkheden. Tenslotte is ds. Roos ook een van de organisatoren van de zogenaamde Haamstede-conferenties, waar veel jonge predikanten komen. 

„Het is jammer dat de oudere predikanten het daar veelal af laten weten", zo zegt ds. Roos.

Zondagavond hoopt de predikant tijdens de dienst in de gemeente van Utrecht-Noord bij zijn ambtsjubileum stil te staan.

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 26 oktober 1989

Reformatorisch Dagblad | 22 Pagina's

„Oprukkende geest van secularisatie geeft zorg"!

Bekijk de hele uitgave van donderdag 26 oktober 1989

Reformatorisch Dagblad | 22 Pagina's