Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Moederkorenvergiftiging mogelijke oplosssing voor Gorinchemse beroeringen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Moederkorenvergiftiging mogelijke oplosssing voor Gorinchemse beroeringen

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

GORINCHEM - In de jaren 1749-1752 vonden er in Nederland diverse religieuze beroeringen plaats, die in de geschiedenis bekend staan onder de naam "De Nijkerkse beroeringen" of "Het Nieuwkerkse werk". De beroeringen spoelden in twee golven over Nederland. De eerste golf ging in de periode november 1749augustus 1750 globaal over de Veluwe en de Achterhoek. De tweede golf spoelde in de periode september 1751- juli 1752 over het Hollandse rivierengebied, met name de Alblasserwaard.

De beroeringen uitten zich in hevige gemoedsaandoeningen die gepaard gingen met allerlei lichamelijke verschijnselen. De gemoedsaandoeningen waren van religieuze aard en bestonden uit het luidkeels klagen over de zonden en het roepen om verlossing. De lichamelijke verschijnselen bestonden uit benauwdheid en zogenaamde "trekkingen van het lichaam". In maart 1752 waren ook in Gorinchem beroeringen waar te nemen. Uit een resolutie van de drossaerd van Gorinchem blijkt dat er beroeringen waren „... evenals in verscheijde nabuurige dorpen meer..."

De eerste keer dat de beroeringen in Gorinchem officieel besproken werden, was in een resolutie van de diakenen aan de grote kerkeraad. In deze resolutie, gedateerd 14 maart 1752. verzochten de diakenen de kerkeraad om toestemming voor het oprichten van een armenhuis. Men wilde hiertoe overgaan vanwege de beroeringen onder de "armkinderen" en met name de kinderen die bij gezinnen uitbesteed waren. Deze beroeringen waren zo hevig, dat men geen adressen kon vinden om deze kinderen voor het volgende jaar uit te besteden.

Afvaardiging

Op 19 maart werd de resolutie besproken in de grote kerkeraad. Er werd besloten om in een volgende vergadering op het probleem terug te komen zodat men enige bedenktijd kreeg. Die volgende vergadering werd belegd op 23 maart 1752. De vorige dag was de jaarlijkse dank-, vast- en bededag gehouden. Uit de notulen van de kerkeraadsvergadering blijkt dat deze dank-, vast- en bededag „... in sonderheydt des avondts door beroerde Kinderen en persoonen die de lichaamsbeweegingen met Stuyptreckkinge onderworpen zijn of overkomen, groote disorder is veroorzaakt tot stooringe van den godsdienst, die men niet behoorlyck heeft kunnen eindigen..." Tijdens deze vergadering werd besloten een afvaardiging van de kerkeraad naar de drossaerd en burgemeesteren te sturen.

Het vervolg was dat de afvaardiging van de kerkeraad op 24 maart en op 30 maart 1752 verslag deed over het bezoek, dat op 28 maart aan de drossaerd en burgemeesteren gebracht werd (de notulist ws hier niet zo helder in de datering van het verhaal). Later, namelijk op 21 april 1752, werd er door de kerkeraad toestemming gegeven aan de diakonie voor de aankoop van een armenhuis. Verder werd er niets meer over de beroeringen vermeld in de notulen van de kerkeraad. Bij de resoluties van de drossaerd De grote kerk te Gorinchem. en burgemeesteren is op 23 maart 1752 een besluit beschreven over het ingrijpen bij de beroeringen. De drossaerd en burgemeesteren hadden bemerkt dat de kerkdienst van 22 maart 1752 ernstig verstoord werd. Als maatregel tegen verstoringen van deze aard is besloten om twee van de drie ingangen van de kerk dicht te houden tijdens de dienst. De koster van de kerk zou nog enige assistenten krijgen om op te letten dat de kerkdienst niet verstoord zou worden.

Op 28 maart 1752 werd beschreven dat er een afvaardiging van de kerkeraad gekomen was bij de drossaerd en de burgemeesteren. Aan deze afvaardiging werd bekend gemaakt, welke besluiten op 23 maart genomen waren. In verdere resoluties of notulen van de burgerlijke overheid werd geen aandacht geschonken aan de beroeringen. Hoewel in Gorinchem niet vermeld werd of de beroeringen religieus van aard waren, zijn er voldoende aanwijzingen om te veronderstellen dat de Gorinchemse beroeringen pasten in de reeks van beroeringen elders m het land:

1. De mensen die beroerd waren trokken naar de kerk of kregen in de kerk last van hun beroeringen.

2. De kerkeraad oordeelde het noodzakelijk dat de predikanten samen met een ouderling, ieder in zijn wijk, ging spreken en bidden met de beroerde kinderen en ouderen.

3. In Gorinchem waren oefenaren betrokken bij de beroeringen. De kerkeraad besloot namelijk in antwoord op de beroeringen dat de armkinderen, „... geen permissie zal gegeven worden om de oeffeningen buyten den Openbaaren Godsdienst, in deze Stadt gehouden wordende, bij te woonen..."

De beroeringen vonden plaats in een periode waarin de gangbare theologie doortrokken was van de geest van de Verlichting. Tegenover het Verlichtingsdenken ontstond een stroming, beter bekend als de Nadere Reformatie, die een verdieping

Verlichting
van het geestelijk leven voorstond. Velen menen dat de religieuze beroeringen een krachtig werk van de Heilige Geest zijn geweest. Echter reeds tijdens de beroeringen waren er al orthodoxe predikanten die het uiterlijk vertoon van de beroeringen te ver vonden gaan. Reeds in die tijd werd er al gezocht naar oorzaken van de beroeringen in onder andere het voedsel.

Nog maar enkele jaren geleden is er door een antropoloog geopperd dat er wel eens sprake van moederkorenvergiftiging kan zijn geweest. Moederkoren is een zwam wat in het rogge voorkwam. Het is bekend door de vele toepassingsmogelijkheden. Moederkoren is onder andere de basis voor LSD. Van moederkorenvergiftiging is bekend dat het kramptoestanden en benauwdheid opwekt. Tevens kunnen mensen die met moederkoren vergiftigd zijn waanbeelden of visioenen krijgen. Bij kinderen is moederkorenvergiftiging sneller op te merken omdat ze een kleiner lichaam hebben.

Rogge

Wanneer we de voeding van de Gorinchemse bevolking van rond 1752 bestuderen, zien we iets opvallends. In Gorinchem werd in die tijd door alle instellingen tarwe gekocht. Dat blijkt uit de kasboeken, die bewaard zijn gebleven. De diakonie kocht echter zowel tarwe als rogge. De diakonie kocht dit om hiervan brood te laten bakken en dat brood uit te delen onder de armen.

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 4 januari 1989

Reformatorisch Dagblad | 18 Pagina's

Moederkorenvergiftiging mogelijke oplosssing voor Gorinchemse beroeringen

Bekijk de hele uitgave van woensdag 4 januari 1989

Reformatorisch Dagblad | 18 Pagina's