Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Vraag een Brit naar zijn hobby en de woorden stromen uit zijn mond

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vraag een Brit naar zijn hobby en de woorden stromen uit zijn mond

Eilandbe-woners lang niet zo gesloten als menigeen denkt

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

LONDEN - „Die Britten trekken geen mond open. Wat een ongezellige lui", hoor je buitenlanders in Engeland nog weleens verzuchten. Zo ook aupair-meisjes die ieder jaar naar Londen gaan. Ze zoeken contact met Britten buiten de familie waarbij ze werken en bezoeken daarvoor pubs, maar doen geen contacten op. En als ze kennissen opdoen, dan zijn het niet de meest nette of andere au-pairs. Na een paar weken geven ze het op, vervelen ze zich en zijn ze ervan overtuigd dat de Engelsen maar een gesloten volk zijn.

De au-pair-meisjes zien echter één eigenschap van de eilandbewoner over het hoofd: de doorsneeEngelsman gaat niet naar een pub om kennissen op te doen, maar om met vrienden samen te zijn. Het Zwitserse dagblad Neue Zürcher Zeitung gaf onlangs een bruikbare tip om in contact met de inheemse bevolking van het eilandenrijk te komen: vraag een Engelsman naar zijn hobby.

Boeken zijn vol te schrijven over de liefde van de Brit voor zijn hobby. Met een Brit moet men in zijn vrije tijd niet praten over het werk. Maar dat geldt ook voor zaken als godsdienst en politiek. Dat verveelt een Brit of geeft hem een gevoel van onbehagen.

Hem interesseert zijn tuin. Dat is voor hem belangrijker dan zijn werk, en een machine ziet hij meer als knutselobject dan als produktiemiddel. Religie is voor hem een persoonHjke zaak waar men met een ander niet over spreekt. Vraag een Brit naar zijn hobby, en zelfs de meest gesloten Brit leeft op en loopt over van woorden.

Iedereen heeft w^l een hobby. De meeste Britten tuinieren. Slechts weinigen zijn niet in staat, al zou het hen midden in de nacht gevraagd worden, vijf verschillende soorten rozen op te noemen.

In ieder dorp en in iedere stadswijk kom je wel een vereniging van zondagsschilders of van amateurfotografen tegen. Om nog maar niet te spreken over knutselaars. De een ligt zowat dag en nacht onder zijn auto, de ander zet modelboten •in elkaar of behangt iedere twee jaar zijn kamer.

Churchill schilderde. Dickens was een goochelaar van formaat. Koning George V had een postzegelverzameling, die tot de waardevolste van de wereld behoort. De vroegere premier Heath dirigeert een symfonie-orkest en vierde in 1971 en 1979 nog triomfen als wedstrijdzeiler. Géén hobby heeft mevrouw Thatcher. Dat is, net als haar arbeidswoede, beheerstheid en gebrek aan humor, een van de dingen die de premier in tie ogen van veel Engelsen on-Engels doen overkomen.

Het gaat de Britten niet om het knutselen, fotograferen of postzegels verzamelen op zich. Ze hebben een hobby ook (vooral, moet gezegd worden) om uit de alledaagse sleur te ontsnappen. Ze vergeten de geldzorgen, de problemen op het werk en in het gezin.

En de eilandbewoners weten dat een hobby alleen dan helpt als je je er serieus mee bezig houdt. Ze leren al het nodige voor het beoefenen van de hobby en specialiseren zich er in. Alles over hun hobby en wat ermee samenhangt, willen ze weten.

De hobby brengt mensen van verschillende beroepen en sociale klassen samen: professoren aan universiteiten met ambachtslieden, werklozen met burgemeesters, rijken met armen. Meestal weet de een op de hobbyclub niet wat de ander voor werk doet, wat hij verdient en bezit. Iedereen staat men toe zowat anoniem te blijven. In de meeste gevallen blijft men het ook.

Neem een hobby

Een raad aan aankomende aupair-meisjes: neem een hobby mee naar Engeland. Het doet er niet toe welke. Alles is goed: musiceren, fotograferen, schilderen, boetseren, weven, of het sparen van postzegels. Voor alles en nog wat zijn er clubs en avondonderwijs, meestal niet ver van de woning verwijderd. Men krijgt daar zonder meer toegang, ontmoet er vaak mensen en zal ondanks de terughoudendheid op persoonlijk vlak contact krijgen buiten de cursus.

Het doet er niet toe hoe goed je bent in een bepaald iets. Beginnelingen zijn net zo welkom als gevorderden. In ieder geval wordt verwacht dat je je inspant. Wie denkt geen hobby's te hebben, die moet maar eens goed nadenken. Er is vast wel iets wat je graag doet.

Au-pairs sloten al vriendschap tijdens rondwandelingen door stadswijken. Wie schilderen of borduren wil leren, kan overdag of 's avonds voor weinig geld een cursus volgen. Wie van zulke mogelijkheden, die hier voldoende aanwezig zijn, gebruik maakt, zal aan het einde van het Engeland-jaar niet al leen zijn talenkennis vergroot heb ben, maar ook zijn kennissenkring.

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 28 april 1988

Reformatorisch Dagblad | 22 Pagina's

Vraag een Brit naar zijn hobby en de woorden stromen uit zijn mond

Bekijk de hele uitgave van donderdag 28 april 1988

Reformatorisch Dagblad | 22 Pagina's