Problemen van ethische aard in informatica

nadenken over de plaats van de mens (de arts, de verpleegkundige en de patiënt) en die wijsgerige van de computer. De doordenking van de grondslagen en de zin van de medische informatica is daarom noodzakelijk

Dat zei'pröf. dr. ir. J. H. van Bemmel vanmiddag in zijn inaugurele rede bij de aanvaarding van de functie van hoogleraar medische informatica aan de Erasmus Universiteit te Rotterdam. Van Bemmel vroeg zich af of de computer-programma's in de toekomst tot steeds meer in staat zullen zijn of dat er principiële grenzen zijn. Daarover na te denken is volgens hem niet alleen belangrijk voor de medische praktijk maar ook voor de richting van het onderzoek en de invulling van het onderwijs.

Van Bemmel gaf aan onder de indruk te zijn van de wiskundige, fysicus, theoloog en wijsgeer Blaise Pascal, die leefde in een tijd dat er nog eenheid van wetenschappen kon zijn. Hij zag zichzelf in zijn kennen en kunnen enerzijds als een denkend wonder maar had anderzijds ook oog voor zijn kwetsbaarheid en afhankelijkheid van God.

„Deze houding is van groot belang voor de wetenschap van onze dagen. Het gaat in de wetenschap en het onderwijs om het dienen van God en de naaste. Deze opdracht hoop ik ook te vervullen aan deze universiteit, die in de voetsporen van Erasmus wil treden. Erasmus, een uiterst tolerant mens met betrekking tot geloven en kennen, heeft meer dan eens gezegd dat het hoogste wat een mens in zijn leven en werken kan bereiken de imitatio Christi is".

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen